“Al toen ik 7 was zat ik naast mijn vader te kijken en te leren hoe mijn vader en zijn collega’s zilversmeden hun vak beoefenden. Toen ik 12 was begon ik mijn eerste juweeltjes te maken: ringetjes en Toeareg-kruisen, in de verloren was techniek. Ik kreeg toen nog geen zilver in handen, maar werkte met andere metalen: lood, koper, tin…
Op termijn kreeg ik van mijn vader een beetje zilver toen hij zag dat ik begon te begrijpen waar het over ging. Ik maakte dan voor de eerste keer dezelfde objecten in zilver, onder het waakzaam oog van mijn grote broers die de kleine foutjes eruit haalden. Toen ik 18 was begon ik mijn productie voor eigen rekening te verkopen. Bij ons, Toearegs, wordt het ambacht van het zilversmeden doorgegeven van vader op zoon. Dit verklaart waarom ik geen beroepsopleiding volgde in een school, maar ik leerde gewoon de knepen van het vak bij mijn vader, mijn broers en de andere zilversmeden die samen aan het werk waren.