Vleermuizen in Liermolen en Prinsenkasteel

In de voorbereiding van de restauratie van de Liermolen en de instandhoudingswerken aan het Prinsenkasteel werden in 2023 vleermuisdeskundigen aangesteld om beide sites te onderzoeken. Die kamden de gebouwen uit en lagen bij valavond op de loer met infraroodcamera's in de aanslag. En met succes! Op beide plekken zijn er vleermuizen aangetroffen. 

Bah zeg je misschien... maar neen! Vleermuizen zijn niet vies, hun droge ontlasting stinkt niet en ze maken amper lawaai. En nee, als je ze met rust laat bijten ze geen mens en gaan ze ook niet in je haar hangen. Wat ze wél doen is veel muggen, motten, spinnen en andere insecten vangen, tot de helft van hun gewicht in één nacht. Dat scheelt in muggenbeten.

In ons dichtbebouwde Vlaanderen hebben vleermuizen last van lichtvervuiling, pesticiden en het verlies of de verstoring van hun winter- en zomerverblijven. Daardoor gaan hun aantallen achteruit. Daar willen wij iets aan doen. Met enkele eenvoudige ingrepen zorgen we ervoor dat ze ook tijdens en na de restauraties in onze gebouwen kunnen blijven. 

Prinsenkasteel

In de kasteelruïne van het Prinsenkasteel werden vleermuizen waargenomen, die in de restanten van verschillende kelders overwinteren. Het schoren van de kelders wordt begeleid door de vleermuizenexpert. Er worden geen zware machines gebruikt en er kunnen max. 3 arbeiders tegelijk aanwezig zijn. Niet-structurele scheuren en open voegen worden behouden als wegkruipplaats. Bijkomend kan men 'vleermuizenstenen' hangen met spleten om in te nestelen. Sommige kelders kan men beter inrichten door hekken of deuren met invliegopening te hangen en openingen dicht te maken, om windluwe toegangen te creëren. De aanwezige aanaardingen zal men waar nodig bewaren om als warmtebuffer te behouden. Door de vegetatie kort te houden blijven de openingen vrij. Ook voor de verlichting zal men aan de vleermuizen denken.

Liermolen

Op de site van de Liermolen werden alle gebouwen onderzocht. Enkel in de schuur vond men sporen van vleermuizen, meer bepaald afgebeten vleugels. Het lijkt erop dat ze de schuur enkel gebruiken om te eten en niet als zomer- of winterverblijf. Met een bat-detector werden de vliegopeningen gedetecteerd en de vliegroutes in kaart gebracht.
Op deze site stelt men voor een donkere zone te behouden rond de vliegopeningen ten oosten van de schuur tot aan de Maalbeek. Dat kan door omhoog gerichte spots te vermijden en straatverlichtingsarmaturen naar beneden te laten schijnen. Met de positie van de lift aan te passen kan men de doorvliegruimte vergroten. Door de minimale dakisolatie in het onverwarmde schuurgedeelte weg te laten en het onderdak vleermuisvriendelijk aan te passen, blijft het gunstige binnenklimaat ongewijzigd. De isolatie van de verwarmde tentoonstellingsboxen daarentegen gaat men evenredig vermeerderen. Bijkomend stelt men voor vleermuiskasten en vleermuissilhouetten op te hangen voor educatieve doeleinden.

Grijze grootoorvleermuis © Vilda/Rollin Verlinde

Prinsenkasteel met aanduiding van de mogelijke vleermuizenkelders

Uitwerpselen en afgebeten vlindervleugels in de schuur van de Liermolen

Vliegroute vanuit de schuur richting de boomkruin