Recepten uit Ons kookboek van 1943

Naast het dagelijkse brood werden in de bakovens ook allerlei specialiteiten en feestelijke gerechten gebakken. We hebben hier enkele oude recepten bijeengebracht van ovenlekkernijen die men destijds in de bakoven bakte. Je kan er ook vandaag mee aan de slag. Smakelijk!

appelbroodje

Als je taart bakt, kan je met de restjes van het deeg een appelbroodje maken. Ook wel kattekop, bollebuis, krollemol, ... genoemd. Appelbroodjes waren een pure verwennerij voor de kleinsten. In de oven was altijd nog plaats voor enkele "krollemollen". Het recept is doodeenvoudig.

Ingrediënten:

  • 10 appelen
  • 150 g bloem
  • 50 g boter
  • 100 g suiker
  • een weinig melk
  • gist

"De appelen schillen, ontdoen van 't klokhuis, heel laten, op een nogal dik vierkant stuk vlaaiendeeg leggen en dit overhoeks schoon toeslaan, de appelen met den gelijken rugkant boven leggen, bestrijken met zwarte koffie of water, in bloem- of kristalsuiker rollen en in den oven laten bakken met het brood." (Aangeklede appelen: Ons kookboek / Boerinnenbond 1943)


Tijdens Feestgebak in de oven, een activiteit van het MOT in het kader van de Week van de Smaak werd een variant op het appelbroodje in de bakoven aan de Liermolen gemaakt. Ziehier het recept voor 6 personen.

Bladerdeeg
Ingrediënten:

  • 250 g bloem
  • 200 g zoete, harde boter
  • 1/2 glas koud water
  • een snuifje zout

Verdeel de boter in kleine stukjes. Bloem, zout en boter mengen. Beetje bij beetje het water toevoegen en stevig kneden. Werkblad en deegrol bestuiven met bloem en het deeg uitrollen tot een plak van ongeveer 1 cm dik. De twee uiteinden naar het midden brengen en toeslaan, gedurende 20 minuten laten rusten op een koele plaats in een vochtige doek gewikkeld. Het deeg tweemaal platrollen en telkens in drie plooien. Na 20 minuten te hebben laten rusten, het een laatste maal platrollen. Nog gedurende 20 minuten laten rusten en verwerken. (Bladerdeeg: Ons Kookboek / Boerinnenbond 1943)

Appelbollen
Ingrediënten:

  • 500g bladerdeeg (zie boven)
  • 6 Boskoop appelen
  • bruine suiker
  • 1 kop koffie

Het deeg dun uitrollen tot een plak van maximum een halve centimeter dik. Schil de appelen, ontdoe ze van het klokhuis met een appelboor en vul het gat onderaan met een stukje deeg. Leg een appel op een stuk bladerdeeg, vul met bruine suiker (goed aanduwen) en vouw de hoeken toe naar boven. De bovenzijde van de appelbol goed sluiten en bestrijken met koffie. Bakken in een oven van 180°C.

notentaart

Ziehier het recept voor de notentaart en het bijhorende bladerdeeg voor 6 personen. Het is gebaseerd op een recept uit Ons kookboek van de Boerinnenbond uit 1943 en Smakelijk en gezond Italiaans uitgegeven door Standaard Uitgeverij, 2005.

Bladerdeeg
Ingrediënten:

  • 250 g bloem
  • 200 g zoete, harde boter
  • 1/2 glas koud water
  • een snuifje zout

Verdeel de boter in kleine stukjes. Bloem, zout en boter mengen. Beetje bij beetje het water toevoegen en stevig kneden. Werkblad en deegrol bestuiven met bloem en het deeg uitrollen tot een plak van ongeveer 1 cm dik. De twee uiteinden naar het midden brengen en toeslaan, gedurende 20 minuten laten rusten op een koele plaats in een vochtige doek gewikkeld. Het deeg tweemaal platrollen en telkens in drie plooien. Na 20 minuten te hebben laten rusten, het een laatste maal platrollen. Nog gedurende 20 minuten laten rusten en verwerken.

Notentaart
Ingrediënten:

  • 500g bladerdeeg (zie boven)
  • 3 eieren
  • 75 g suiker
  • 75 g gemalen okkernoten
  • 2 dl room
  • enkele hele okkernoten

Schik het bladerdeeg als taartbodem in een taartvorm en prik er met een vork gaatjes in. Klop de eieren los met de suiker en de gemalen noten. Roer de room erdoor en giet dit mengsel in de taartvorm. Verdeel er de hele noten over en bak de taart in een voorverwarmde oven van 180°C goudgeel.

gewone taarten

"Gebruik voor het bakken van taarten een oven met rondloopend vuur. Bij een gewone kachel legt men een paar gloeiend gemaakte baksteenen in den oven op de plaat.

Men wrijft de taartplaat in met boter of vet en bestrooit ze dan met bloem of paneermeel. Als de taart gebakken is, neemt men ze met een breed mes uit de plaat en laat ze op een roostertje uitwasemen vooraleer ze op den schotel te leggen." (Ons kookboek / Boerinnenbond 1943)

Ingrediënten:

  • 200 g bloem
  • 100 g boter (of 50 g boter + 50 g vet)

Bloem en boter droog dooreenmengen en dan water bijvoegen tot men veerkrachtig deeg bekomt. Het deeg open rollen, in een gesmeerde taartplaat leggen, tegen de randen indrukken en doorsteken met een vork om de blazen te voorkomen.

Waarmee kan men het deeg vullen?

  1. Met alle soorten confituur: men doet de confituur op de taart vóór het bakken, en bedekt ze met reepjes deeg, welke men er ruitsgewijze overlegt.
  2. Met fruit: krieken, aardbeien, stekelbessen, schijven van in vier gesneden appelen, enz.
    Men doet er het fruit in, bestrooit met suiker en laat bakken.
  3. Met rijst- of griesmeel, vanilleroom, enz.: men doet de pap of den room er in en laat lichtbruin worden. Den room kan men overdekken met stijf geslagen eiwit, waaraan suiker werd toegevoegd. (Ons kookboek / Boerinnenbond 1943)


Limburgse vlaai

Deeg
Ingrediënten:

  • 1 kg bloem
  • 50 g vet
  • 100 g bruine suiker
  • een snuifje kaneel
  • een greepje zout
  • gist
  • 2 eieren
  • melk

Er is 1 kg bloem nodig voor 3 grote vlaaien met een doorsnede van 35 cm. Dit deeg is ook geschikt voor een rijsttaart.

Vulling:

  • de appelen
  • of peren of pruimen die men een nacht in water te week heeft gezet, worden ontdaan van steel en klokhuis, gekookt en geplet. Na toevoeging van suiker (voor de appelen, ook kaneel) bekomt men een zeer smakelijke taartenspijs.

Laat de gist in lauw water weken. Maak een mals deeg met de niet te warme melk; dit deeg mag niet aan de handen kleven. Laat het in een warme plaats goed rijzen en verwerk het dan tot drie of vier bolletjes die je weer laat rijzen. Rol deze bolletjes uiteen tot een gelijke ronde vorm. Bij het rollen mag je niet vergeten de tafel met wat bloem te bestrooien en het deeg verschillende malen om te keren; dit om het kleven aan handen en tafel te vermijden en een mooie en op alle plaatsen even dikke en ronde vlaai te bekomen.

Vervolgens leg je de bereiding op een warme en met vet bestreken bakplaat. Laat het deeg nogmaals rijzen, om het daarna te bestrijken met de warme, zoete spijs; zo'n 1 cm dik. Laat de vlaaien bakken in een oven, "gestookt" zoals voor het bakken van wit brood: 15 minuten kunnen volstaan.

Om de vlaai te versieren, snijd je fijne, platgerolde reepjes deeg van 1 cm breedte en leg deze in verschillende vormen of figuren op de vlaaien. (Ons kookboek / Boerinnenbond 1943)

Oost-Vlaamse vlaaien

Ingrediënten:

  • 1 liter volle melk
  • 250 g broodsuiker
  • 5 mastellen (verse of gedroogde) of 5 beschuiten
  • 200 g peperkoek
  • 1 kop heet water
  • 4 eetlepels gewone bloem
  • 25 g sukade
  • 1 koffielepel gestampte kaneel
  • 1 koffielepel foelie (bruin poeder)
  • 25 g gekonfijte oranjeschil
  • 1 snuifje zout
  • 2 tot 3 eieren
  • 2 eetlepels siroop (van bieten)

Melk aan de kook brengen, samen met de suiker en de in stukken gebroken mastellen of beschuiten. Ondertussen de verbrijzelde peperkoek laten weken in een kop warm (heet) water (al draaiende van tijd tot tijd met een vork). De melk bij het koken, binden met 2 eetlepels gewone bloem, eerst omgeroerd in een kop koude melk. Dit mengsel (melk + suiker + mastellen + bloem) nog eens laten doorkoken tot men een dikke pap bekomt. De kookpan afzetten van het vuur. Nu al de overige bestanddelen er onder roeren bij middel van een houten lepel: geweekte peperkoek, no 2 lepels bloem, kaneel, foelie, fijngesneden oranjeschil en sukade, zout, stroop en fijn geklopte eieren.

De kleur van het mengsel hangt af van de hoeveelheid stroop. Verlangt men ze donkerder, dan verhoogt men het stroopgehalte.

De stevigheid der vlaaien is grotendeels aan de bloem te danken. Naar goeddunken verandert men dus deze hoeveelheid. (Ons kookboek / Boerinnenbond 1943)

peperkoek

Ingrediënten:

  • 1/2 liter melk
  • 350 g bruine suiker of kristalsuiker
  • 2 lepels gelei of honing
  • 3 eieren
  • 1/2 pakje bakpoeder
  • een theelepel maagzout
  • 1/2 kg bloem
  • 3 druppels anijsessence
  • snuifje zout

Maak een kuiltje in de bloem en strooi er het zout rond. Doe er de eierdooiers, de gelei, het maagzout en de suiker in. Giet er langzaam, al roerend, de lauwe melk bij en roer zeer goed tot al de bloem opgenomen is. Strooi er het bakpoeder in en klop het deeg zeer luchtig gedurende enkele ogenblikken. Meng er lichtjes het in sneeuw geslagen eiwit onder. Giet het in een ingesmeerde en met bloem bestrooide vorm. Zet de afgedekte vorm gedurende 20 minuten op een warme plaats om het deeg te laten rijzen.

Laat gedurende 1 uur in een goed verwarmde oven op warme steen bakken. Het is voorzichtig, het eerste kwartier dat de peperkoek in de oven staat, het deksel op de vorm te laten. Neem het deksel er nadien af en laat de peperkoek bruin bakken. (Ons kookboek / Boerinnenbond 1943)

kaaspizza

In Italië wordt de bekende pizza in de bakoven gebakken.

Deeg
Ingrediënten:

  • 250 g bloem
  • 1 theelepel zout
  • reuzel (stukjes)
  • ca. 1,5 dl water
  • 15 g verse gist
  • plantaardige olie

Zeef bloem en zout in een grote kom. Wrijf met de vingers de reuzel erdoor. Maak in het midden van de bloem een kuiltje. Los de gist op in lauw water. Roer vervolgens het gistmengsel in één keer door de droge ingrediënten. Klop alles goed door het deeg tot dit glad is en niet meer aan de kom kleeft.

Plaats het deeg op een met bloem bestrooid werkblad en kneed het mooi glad. Dek het af en laat het rijzen tot het tweemaal zo groot is geworden.

Saus
Ingrediënten:

  • 1 eetlepel plantaardige olie
  • 1 gehakte ui
  • 1 gehakt knoflookteentje
  • 250 g tomaten (blik)
  • 63 g tomatenpuree (blik)
  • 1 theelepel suiker
  • een halve theelepel Italiaanse kruiden
  • paprikapoeder
  • een halve theelepel zout
  • 250 g mozzarella (geraspt)

Bak ui en knoflook in de hete olie lichtbruin. Doe hierbij de tomaten met het vocht en de tomatenpuree. Roer tot de tomaten zacht zijn.

Voeg suiker, kruiden, paprikapoeder en zout toe en breng al roerend aan de kook. Zet het vuur lager, sluit de pan niet geheel en laat 20 minuten verder stoven. Laat dan afkoelen.

Rol het deeg uit tot een lange strook en bestrijk het met plantaardige olie. Rol het deeg vanaf de smalste kant op als een rol; de ingevette kant aan de binnenkant houden. Herhaal het rollen en invetten driemaal. Rol het deeg tenslotte uit tot een cirkel van zo'n 32 cm. Vet een grote bakplaat in en til het deeg er op. Druk het deeg aan de zijkanten omhoog tot een rand. Bestrijk de bovenkant van de rand met olie. Bestrooi het deeg met de helft van de kaas. Schep hierop het tomatenmengsel.

Bestrooi met de rest van de kaas. Bak de pizza gedurende 10 à 15 minuten in de oven bij +/- 200°.