Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 121 - 130 200 resultaten gevonden
Entbeitel (m.)
De entbeitel wordt bij het spleetenten op betrekkelijk dikke takken of stammen gebruikt. Hij bestaat uit een houten hecht waarin een ca. 8-10 cm lang wigvormig blad steekt. Dat laatste is bovenaan 0,4-0,9 cm dik en zijn snede is recht of holrond. Zijn uiteinde, loodrecht omhoog of omlaag gebogen, is een andere wig waarvan de snede haaks op het vlak van het blad staat (1). Het blad wordt op de doorsnede van de tak of de stam geplaatst. Met een houten hamer wordt erop geslagen. In de zo bekomen spleet wordt de andere wig, namelijk deze op het uiteinde van het blad, gestoken; ze houdt de spleet open terwijl het entrijs erin gestoken wordt. [MOT] (1) Uitzonderlijk liggen beide wiggen in hetzelfde vlak (DU BREUIL: 103).
Rooihaak (m.)
De rooihaak dient om de spijkers uit te trekken die de leien op een dak houden. Het is een metalen blad van ca. 30-50 bij 4-5 cm met zijdelingse naar achter gerichte inkepingen, waarvan een uiteinde loodrecht gebogen is. Aan dat uiteinde is een metalen handvat gesmeed dat in een haak eindigt (1). De leidekker duwt het blad onder de gebroken lei, vat de nagel in een inkeping en trekt het werktuig naar zich toe; soms slaat hij met zijn hamer op het haaks gebogen gedeelte. [MOT] (1) De rooihaak dient onderscheiden te worden van het voegzwaard waarmee mortel tussen grote blokken steen geduwd kan worden. Het blad van dat werktuig is dunner, de inkepingen zijn naar voren gericht en het handvat eindigt niet in een haak.
Houtsnijdersguts (v.)
De houtsnijder gebruikt verscheidene steek- en hakgutsen die allemaal een verschillende vorm hebben. Vorm en maat van het blad bepalen uiteraard de indruk die in het hout wordt aangebracht. Naast hol kan de bladdoorsnede ook V-vormig zijn. Steekgutsen worden met de hand geduwd. Zij hebben één vouw, die zich aan de binnen- of buitenzijde kan bevinden en hebben in principe geen borst. Zij kunnen een recht hecht of een geknikte stang als hecht hebben. Hakgutsen (zie schrijnwerkersguts) hebben één vouw en een borst. Zij zijn bestemd voor het zwaardere werk en worden met een hamer geslagen (zie steenhouwersklopper (houten)). [MOT]
RUHRGLAS . RILLENGLASOFFNER GES. GESCH
BARGOIN L'ENCLUME
Breekijzer (o.)
Ronde of vierkantige stalen staaf - ca. 20-40 cm lang (1) - die onderaan plat uitgesmeed is, bestemd voor licht sloopwerk (vergelijk sloopbeitel). Het breekijzer heeft vaak een breder kopeinde zodat men er beter met de vuist (metselaar) op kan slaan. Omdat het staal snel omkrult als er op wordt geslagen, wordt er wel eens ter versteviging een beslagring aangebracht. Breekijzers worden ook soms van versleten ijzervijlen gemaakt. Wanneer het breekijzer een licht gebogen uiteinde heeft, wordt er niet met de hamer op geslagen maar wordt het als hefboom gebruikt. In dit geval is het te onderscheiden van de koevoet. Zie ook koubeitel. [MOT] (1) Tot 18 cm worden ze koubeitel genoemd, d.i. in feite een beitel die gebruikt wordt voor het koud doorhakken of inkepen van metalen.
Bovenzadel (o.)
Smidswerktuig dat wordt gebruikt, al dan niet in combinatie met een onderzadel, om ijzeren staven op een bepaalde maat rond te smeden of een bepaalde vorm, gelijk aan de vorm van het zadel, te geven - zoals bijvoorbeeld het smeden van een rond uiteinde aan een staaf. Het werktuig bestaat uit een hamervormig werkend deel waarvan één uiteinde meestal voorzien is van een halfronde (diam. ca. 1-10 cm) goot of ander profiel en het andere uiteinde een vlakke baan heeft. Dat werkend deel wordt door middel van een steel (ca. 40 cm) van hout of van zware ijzerdraad gehouden terwijl er met de smeedhamer of een voorhamer op geslagen wordt. Bij het smeden van kleine stukken gebruikt de smid een zadeltang. [MOT]
Kloversmes (o.)
Met het kloversmes (1) splijt de diamantbewerker het diamantkristal. Het kloversmes is uit staal vervaardigd en kan van verschillende grootte en gewicht zijn. Het is rechthoekig van vorm, ca. 3 bij 10 cm, en weegt ca. 70 gr. Het kloversmes moet niet scherp zijn daar het moet splijten en niet snijden. Vóór het kloven wordt met een scherpe diamant of laser een kerf in de steen gemaakt. De kerf moet V-vormig zijn. Vervolgens wordt het kloversmes tegen één der schuine zijden van de kerf geplaatst. Met de klovershamer, een ijzeren staaf van 20 à 30 cm of een houten hamer, geeft men een korte slag op het kloversmes om de steen in twee stukken te verdelen. Het doel is aan de ruwe diamant een goede vorm te geven, zodat hij vervolgens gezaagd en/of geslepen kan worden. [MOT] (1) VLEESCHDRAGER: 127-132.
Kraagdrijver (m.)
Een kraagdrijver is een werktuig van de loodgieter om een kraag te vormen in een loden buis, voor aansluiting met een andere loden buis. Het formaat kan sterk van grootte variëren naargelang de diameter van de te verwijden buis, net als de looduitdrijver, opruimkegel en het mofhout, waarmee hij nauw verwant is. De kraagdrijver is een monoxiel, gedraaid werktuig uit palm- of azijnhout dat aan beide uiteindes een cilindrisch, al dan niet afgerond uiteinde heeft. Op een derde van de stang bevindt zich een assymetrische verwijding met een doorsnede van 7 tot 20 cm, waarvan de binnenzijde meestal aan één kant uitgehold is. Er wordt met een hamer op geklopt. Daartoe is meestal een beslagring voorzien op een cilindrisch uiteinde. Zware, industriële modellen voor pijpen met grote diameter zijn bijkomend versterkt met ijzerbeslag. Er bestaan volledig metalen exemplaren voor koperen buizen. [MOT]
H. Flottmann & Cie. La plus grande fabrique d'Europe de marteaux-perforateurs