Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 51 - 60 199 resultaten gevonden
Percussiehamer (m.)
De percussiehamer is een licht hamertje (ca. 18 cm lang, 50 gr zwaar) uit de diagnostiek dat bestaat in diverse materialen. Het metalen, plastic of (ebben)houten handvat is vaak geribbeld voor een goede greep. Het werkend deel van metaal met been of ivoor staat haaks op het handvat. De holte aan het conische uiteinde is soms voorzien van rubber of gom, die vervangen kan worden. De arts slaat ermee op de plessimeter, een metalen plaatje, soms van ivoor of glas en met maataanduiding, om te percuteren. Door middel van licht aankloppen op het huidoppervlak onderzoekt hij de toestand van de onderliggende organen van de patiënt. Men tracht hierbij een helder en gelijkmatig geluid te veroorzaken om eventuele aandoeningen op te sporen. De dierenarts gebruikt de percussiehamer voor onderzoek van de buikholte van vee. Het werktuig is verwant aan de reflexhamer. [MOT]
Haartoestel (o.)
Haartoestel om het blad van zeis of zicht te haren (scherpen). De meeste modellen beogen hetzelfde principe als de haarspit en haarhamer maar het haren verloopt sneller en gemakkelijker. De gebruiker verschuift geleidelijk het zeisblad langs het toestel tijdens het haren van het snijvlak. Een model bevat een slagpen en spiraalveer, waarbij men met een hamerslag telkens de pen op het zeisblad slaat. De veer komt telkens terug voor de volgende haarslag. Zwaardere modellen werken met een klein strookje metaal om het snijvlak te walsen. Om voldoende kracht te zetten bij het knellen van het blad, is een lange en zware arm met handvat voorzien. Er bestaan ook haartoestellen met een zwengel, waarmee de gebruiker stalen kogels langs het snijvlak perst (1). [MOT] (1) BLAAS J. & VINK G., Strekels, haartuigen en haarapparaten, in Gildebrief Ambacht & Gereedschap 2020: 52-53.
Sleg (v.)
De sleg is een zware (tot 5 kg) houten hamer met lange steel (70-100 cm) om palen in de grond te slaan, hout te kloven, een dikke pen in een gat te drijven, grond aan te stampen (1), enz. De sleg kan uit een ruw stuk hout vervaardigd zijn of beslagen zijn met een metalen band. Ze wordt zo mogelijk uit een kwasterig stuk gemaakt. Zie ook dolhamer. [MOT] (1) Bv. DE MAS: 382. Zie ook grondstamper
Stokbeitel (m.)
De stokbeitel wordt gebruikt voor het koud of warm doorhakken van staven of ijzeren banden en tot het besnoeien van werkstukken. De smid plaatst de pen van de stokbeitel op het werkstuk en slaat met de voorhamer op de baan van het werkend deel. De stokbeitel bestaat uit een hardstalen hamerkop met in het vlak van de steel een wigvormige pen en een vlakke baan, waarin een steel (ca. 40 cm) steekt. Een zeldzaam model heeft een ijzeren steel waarbij zich tussen het werkend deel en de steel een veer bevindt (1). Deze vangt de kracht van de slag op als er niet loodrecht op de beitel wordt geklopt. De pen heeft een dubbele vouw van 30° om het ijzer warm door te hakken of van 60° om het koud te bewerken. Te onderscheiden van de stokwig. Zie ook schrooi en koubeitel. [MOT] (1) Bv. VAN DONGEN: 80.
Kleedkuil (m.)
De schieman gebruikt de kleedkuil (1) om touw te bekleden, d.i. een dun touwtje rond een dikker te draaien teneinde het afschavelen te voorkomen, en de kuiper om een rond de uiteinden van een hoepel gedraaide teen aan te spannen. Het is een houten of metalen cilinder (middellijn ca. 3-9 cm; lengte ca. 4-7 cm) met rechte steel van ca. 20 cm, waarin een groef in de lengte gesneden is. De groef wordt op het touw of op de hoepel geplaatst en het touwtje 2-3 maal, de teen éénmaal rond de steel gedraaid. De vakman doet dan de kleedkuil rond het touw of de hoepel draaien. Een gewone stok of een stuk duig van ca. 30 cm met drie gaten (2) of een plankje met twee gaten (3) vervangt soms de kleedkuil. [MOT] (1) Volgens PILAAR: 125, BLY: 212, V.D., de ''Maritieme Encyclopedie'' enz. zijn moskuil en kleedkuil gelijkbetekenend maar volgens TIDEMAN: 224 is de moskuil een houten hamer om op een beitel te slaan, volgens MOSSEL: s.v., een houten hamer om mos te pletten, volgens AUBIN: s.v. maillet, een...
Hoepeldrijver (m.)
Werktuig om de hoepels op een kuip te drijven. Voor metalen hoepels is het een metalen blokje met een houten in de lengte gericht hecht, waarvan een zijde overdwars holrond is (geheel 15-20 cm; breedte ca. 5-8 cm; dikte ca. 0,8-2 cm); het kan ook geheel van metaal zijn. Het ondereinde is overdwars uitgehold of gekarteld om het wegglijden te voorkomen. Soms wordt een steel haaks in het werktuig gestoken zodat het op een hamer gelijkt; deze drijfijzers zijn voor grote tonnen bestemd en worden stokhoepeldrijvers genoemd. Voor houten hoepels kan hetzelfde werktuig aangewend worden maar meestal wordt gebruik gemaakt van een geheel houten hoepeldrijver. De kuiper plaatst de hoepeldrijver op de hoepel met de holronde zijde tegen de duig. Met een hamer of met zijn rechte dissel slaat hij erop tot wanneer de hoepel op zijn plaats is. [MOT]
Afhouwhamer (m.)
De afhouwhamer is een stalen hamer met convexe baan, enkel of dubbel, om grove afslagen te maken van een ruw blok natuursteen. Voor hetzelfde doel kan men ook een jop hanteren, die fijner werk levert en ook voor zachtere steen bruikbaar is (1). Hij wordt onder meer gebruikt bij het aanleggen van straten voor het klieven van kasseien en andere straatstenen. De afhouw-spitshamer is een gecombineerd werktuig met een spits aan het andere uiteinde. Zie ook de zwaaispits. [MOT] (1)Taille de la pierre. Guide pratique: 28.
Bikhamer (m.)
De bikhamer is een ijzeren hamer (ca. 400-500 gr) met twee wigvormige pennen, waarvan zich één haaks op het vlak van de steel (ca. 25-35 cm) en één in hetzelfde vlak als dat van de steel bevindt. Sommige modellen hebben op de kaak van de kop een bijkomende dunne pen (1). Andere modellen zijn voorzien van een borsteltje (2). De bikhamer wordt door de ketelmaker gebruikt voor het verwijderen van ketelsteen. Ook de lasser gebruikt de bikhamer i.p.v. de lasbikhamer. [MOT] (1) Bv. ''Tech-term'': 1.13. (2) Bv. BAIRD & COMERFORD: 69.
Kistenbijltje (o.)
Sommige omvangrijke of breekbare goederen worden in houten kisten vervoerd. Om ze te openen wordt soms een nageltrekker maar meestal een koevoet gebruikt. Deze laatste is soms gecombineerd met een bijltje en een hamer; het wordt dan een kistenbijltje. Er bestaan verschillende modellen van dat samengesteld werktuig. Over het algemeen is het geheel van ijzer gemaakt. Het weegt 0,4-0,8 kg. Boven het bijltje en de hamer loopt de steel door; hij vormt daar een koevoet. Soms is er ook een druppelvormig gat in de steel geboord of een inkeping in het blad van het bijltje aangebracht, om lange nagels uit te trekken. [MOT]
Timmermansdissel, holle (m.)
De holle timmermansdissel, die nagenoeg dezelfde breedte heeft als de rechte (zie rechte timmermansdissel), maar lichter is (tot 1,3 kg), eindigt ook vaak in een hamer. Hij komt minder vaak voor omdat hij enkel tot het uithollen van goten e.d. dient. [MOT]