Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 61 - 70 199 resultaten gevonden
Netekant 8, Berlaar, Belgium
Dekkersbijltje (o.)
Het dekkersbijltje is een licht bijltje - te onderscheiden van de leidekkershamer- van ca. 750 gr met oog en met rechte, betrekkelijk dunne steel (ca. 30 cm), waarvan het ijzer, bevestigd door één of twee veren, tegenover het blad in een vierkantig hamertje eindigt. De bovenzijde van het blad is doorgaans recht. In de onderzijde is dikwijls één (soms twee) inkeping(en) gesmeed om nagels uit te trekken. De snede is recht. Soms is heel het werktuig, steel inbegrepen, van metaal; het uiteinde van de steel wordt dan in lederen schijfjes gestoken of in een houten hecht. Deze vormen schijnen in onze streken echter weinig voor te komen. [MOT]
Moker (m.)
De moker is een zware metalen hamer (tot 15 kg) met lange steel (ca. 80 cm) voor allerlei doeleinden. Hij wordt door vele vaklui gebruikt. Er schijnt geen vorm te bestaan die eigen is aan de houtbewerkers maar ze geven de voorkeur aan mokers met dubbele baan. Een model met verbrede rechthoekige banen dient net als de sleg om houten palen in te slaan.De steenhouwer hanteert een moker om de wigvormige kielen in een rots te slaan om een groot blok natuursteen los te maken uit het vaste gesteente.Te onderscheiden van de vuist (metselaar) die lichter is en een kortere steel heeft. [MOT]
Smeedhamer (m.)
De smeedhamer is hét werktuig van de smid, waarmee hij al het smeedwerk verricht, al dan niet samen met een voorhamer. Het is een tamelijk zware (ca. 500-2000 gr) hamer met een vrij dikke wigvormige pen, die in sommige gevallen in hetzelfde vlak ligt als de steel (ca. 30-35 cm) (1). De baan is lichtbol en de scherpe kanten moeten zorgvuldig zijn weggenomen daar het te bewerken ijzer anders niet vlak afgewerkt kan worden (2). Te onderscheiden van sommige modellen bankhamers die lichter zijn. Zie ook hoefsmeedhamer. [MOT] (1) In dit geval spreekt men van een kruispen (''Tech-term'': 7). (2) VAN DONGEN: 78.
Bodemhamer (m.)
De bodemhamer is een lichte rechthoekige houten hamer met een smalle kop (ca. 3 cm) en lange (tot 60 cm) veerkrachtige steel die soms van bamboe is gemaakt. De kuiper gebruikt hem om de duigen die te diep gezakt zijn, hoger te doen komen door op de volgende te slaan (1). De vakman draait de bodemtrekker in de bodem of in het laatste bodemstuk (wanneer het om losse stukken gaat) en terwijl hij het werktuig naar boven trekt, slaat hij met de bodemhamer op de duigen. Hij zou ook gebruikt worden om de spon losser te kloppen door op de sponduig te slaan, dicht bij de spon. [MOT] (1) FOUGEROUX: 56; BRUNET: 78.
Voorhamer (m.)
Hamer met een vrij dikke wigvormige pen, die in sommige gevallen in hetzelfde vlak ligt als de steel. In tegenstelling tot de smeedhamer is de kop van de voorhamer veel zwaarder (tussen 2-12 kg) en is de steel langer (ca. 60-100 cm) zodat hij met twee handen kan worden gevat. Als de smid met één of meerdere helpers samenwerkt, gebruikt hij een smeedhamer om de plaats aan te duiden waar geslagen moet worden. De helpers hanteren dan elk een voorhamer om het eigenlijke smeedwerk uit te voeren. Ook voor het "zware" smeedwerk wordt een voorhamer gebruikt. Door zijn lange steel kan er namelijk met grote kracht mee worden geslagen. [MOT]
Spantang (v.)
De kunstschilder of de lijstenmaker spant het schildersdoek op met een spantang. Ook de huisschilder gebruikt dat werktuig, maar dan om doek op een balklaag aan te brengen (1). De kaken ervan zijn breed en geribd aan de binnenzijde voor een betere grip op het doek; één of beide zijn dikker om als hamer te dienen. Men trekt het doek aan met de tang en houdt het tegen met de linkerhand. Men opent de tang en gebruikt de hamer van de kaak om de spijkers in te slaan. In die zin lijkt de spantang op de zwiktang van de schoenmaker. Anderzijds is de spantang ook verwant met de singeltang van de stoffeerder. De singeltang is meestal zwaarder dan de spantang, aangezien men er meer kracht moet mee uitoefenen, wanneer men de singels of banden onderaan de zetels aanspant. [MOT] (1) Bv. MEERE: 76.
Loodzetbeitel (m.)
Een loodzetbeitel is een S-vormige stompe beitel, vaak met een gebogen snede, die de loodgieter gebruikt om lood en werk, d.i. gepluisd touwwerk, in de kraag van een gietijzeren buis te drijven opdat die waterdicht zou zijn. Er wordt met een hamer op geslagen. [MOT]
Drijfband (m.)
Een drijfband is een zware metalen of houten band om de duigen van een ton te buigen. Deze band, veel dikker (tot 3 cm) dan de hoepels die de duigen samenhouden, wordt om de rechtstaande duigen gelegd en naar beneden gedreven met een hamer. De kuiper slaat rechtstreeks op de band en niet op een hoepeldrijver zoals voor de hoepels. [MOT]
Slagringsleutel (m.) / Slagsteeksleutel (m.)
Respectievelijk een zware ringsleutel (ca. 17-50 cm) en steeksleutel, uit schokbestendig verend smeedstaal of chroom vanadium en met een verbreed uiteinde, gebruikt voor het muurvast aan- en losdraaien van moeren bij zware machines. Dit doet men door met een moker of pneumatische hamer op de zijkant van het uiteinde te slaan. [MOT]