Het bouwen van een schoorsteen

nodig

                algemeen

                Kies je voor het bouwen van een bakhuis, dan zal je best op dat moment ook de schoorsteen samen met de muur optrekken.

                De schoorsteen bestaat uit een trechtervormige rookvang die uitloopt in de eigenlijke schoorsteen.

                tekening Gerrit Van den dries

                tekening Gerrit Van den dries

                rookvang

                foto Midzeelhoeve vzw

                foto André Berten

                foto Paul De Ridder

                De rookvang kan je, met vuurvaste mortel, opmetselen op twee pilaren aan beide zijden van de ovenmond of op een overkraging (houten draagbalk of ijzeren profiel) boven de ovenmond. De onderzijde van de rookvang bevindt zich meestal op een hoogte van ca. 170 cm vanaf de vloer. Je kan ook een prefab (betonnen / stalen) rookvang met aansluitstuk van 20 bij 20 cm kopen bij een bouwhandelaar. Je kan deze eventueel met bakstenen of een ander materiaal (bijvoorbeeld radiatorverf) bekleden.

                Tip: je kan aan de basis van het rookkanaal (aansluitstuk) een afsluitbare klep plaatsen om de schoorsteentrek, dit is de opwaartse luchtstroom, te regelen en warmteverlies te beperken door het sluiten van de klep.

                de eigenlijke schoorsteen

                De doorsnede van de schoorsteen is afhankelijk van de grootte van de oven en het gebruik. Hoe groter de diameter van de oven, hoe groter de doorsnede van de schoorsteen. Gebruik je de bakoven in combinatie met een barbecue of een open haard, dan zal je eveneens de doorsnede van de schoorsteen moeten vergroten.

                Je kan, in plaats van de schoorsteen volledig met baksteen op te metselen (ca. 9 cm dik), ook gebruik maken van prefab (keramische of puzzolaanbeton) schoorsteenelementen met een binnensectie van 20 bij 20 cm of een roestvrijstalen enkelwandig kanaal met een diameter van ca. 16 cm.

                Zorg er steeds voor dat de binnenzijden van de schoorsteen zo glad mogelijk zijn. Oneffenheden, bijvoorbeeld uitstulpingen van mortel, of uitstekende delen (bakstenen) belemmeren het stijgen van de rook en bevorderen het vastzetten van roet.

                Zorg dat de schoorsteen zoveel mogelijk verticaal loopt zonder knik. Is een knik onvermijdelijk, zorg dan dat de hoek maximaal 30° is.

                • zone 1: uitmonden van de schoorsteen is zonder meer toegestaan (liefst zonder statische afvoerkap)
                • zone 2: uitmonden van de schoorsteen is af te raden. Indien niet anders mogelijk, wordt best een statische afvoerkap geplaatst
                • zone 3: uitmonden van de schoorsteen is absoluut verboden

                De schoorsteen laat je best uitmonden in de nok, of er zo kort mogelijk bij. Metsel hem op totdat hij uitmondt in vrije luchtlagen (zone 1) en je een goede trek hebt.

                Kijk tijdens de inplanting van de bakoven na of er zich in een straal van 8-20 m rond de schoorsteen belemmeringen – zoals bomen, belendende bouwwerken, enz. – bevinden. Is dat zo, plaats de schouw dan zo ver mogelijk van die belemmeringen weg of bouw de bakoven langs de zijde tegenover de dominante windrichting, voor onze streken plaats je de schouw dus bij voorkeur aan de oostkant.

                De prefab schoorsteenelementen die boven het dak uitsteken, worden bekleed met een baksteen. Voeg dit gedeelte tijdens of direct na het metselen op met dezelfde mortel zodat beiden één sterk en waterdicht geheel vormen.

                De schoorsteen wordt bovenaan afgewerkt met een rollaag – bakstenen (type klinker) op hun kant – waardoor de doorsnede van de schoorsteen enkele centimeters vernauwt zodat het inregenen vermindert. De rollaag wordt naar buiten iets afwaterend gemaakt en steekt daarom ook langs de buitenzijde van de schoorsteen even uit. In plaats van metselwerk kan je ook kiezen voor een rand van natuursteen of beton om de schoorsteen af te dekken.

                Na het leggen van het dak wordt de aansluiting met de schoorsteen gedicht met cementmortel.