Vakwerk is een historische voorganger van de huidige houtskeletbouw. Een gebouw in vakwerk is opgetrokken uit een houten constructie van verticale stijlen, horizontale regels en diagonale schoren. De wanden van dit ‘skelet’ kunnen worden gesloten door een vlecht- of vitswerk van soepele twijgen of gekloven latjes te bekleden met een mengeling van leem en stro.
Vakwerk was eeuwenlang in grote delen van Europa, ook in Vlaanderen, technisch een goed alternatief voor bak- en natuursteen die niet altijd en overal beschikbaar of betaalbaar was. Maar omdat het meer onderhoud vraagt dan een stenen bouwwerk, werd vakwerk vanaf het begin van de twintigste eeuw nog amper toegepast. Vandaag is bouwen met hout en leem echter aan een heropleving bezig vanwege de ecologische voordelen.
Hieronder benoemen we de verschillende onderdelen waaruit een vakwerk is samengesteld aan de hand van de plannen van het Wan-kot.
Detail vakwerkschuur Tommenmolen
Dwarsdoorsnede van de vakwerkschuur aan de Tommenmolen, met aanduiding van de onderdelen.
Vooraanzicht van de kerststal met aanduiding van de onderdelen.