Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 31 - 40 200 resultaten gevonden
Breeuwhamer (m.)
De breeuwhamer is een betrekkelijk dunne (ca. 5 cm doorsnede) maar lange (ca. 20-40 cm), ronde houten hamer die licht (ca. 600-1400 gr) en zeer veerkrachtig moet zijn (1). Hij wordt aangewend om met behulp van een breeuwbeitel werk in de naden van een vaartuig te kloppen, opdat het waterdicht zou zijn. Op beide uiteinden bevinden zich ijzeren ringen die conisch van vorm zijn; in het geval van slijtage van de baan van de hamer kunnen deze naar achteren geduwd worden. Soms steken in de uiteinden stukken gewei (2) of koehoorn (3) opdat ze harder zouden zijn. Het middenstuk van de hamer is breder en ovaalvormig in doorsnede; het wordt verstevigd met twee (koperen) klinknagels. In het middenstuk bevindt er zich centraal een oog waarin de ronde steel steekt die veelal een stuk boven het hoofd van de hamer uitsteekt. Een uniek kenmerk van de breeuwhamer zijn de longitudinale gleufjes - meestal met een rond gat doorheen het centrum van de gleuf - die zich aan beide zijden van het oog bevinden...
Haarhamer (m.)
Hamer (ca. 400-600 gr) met dubbele pen en korte (ca. 20 cm) houten steel. De haarhamer is naast het haarspit een onderdeel van het haargerei waarmee men de snede van de zeis of zicht scherpt door deze dun uit te slaan. Bij dat werk slaat de maaier op het blad, steeds naar de snede toe, ervoor zorgend dat de hamer evenwijdig met het blad en met de snede valt. Om sneller en gemakkelijker te werken, zijn diverse haartoestellen ontwikkeld. Te onderscheiden van de zaagzethamer die lichter is en een langere steel heeft. [MOT]
Hoefhamer (m.)
De hoefhamer is een hamer (300-600 gr) met ronde, vlakke baan en gespleten pen die sterk op de klauwhamer (timmerman) lijkt maar er toch van te onderscheiden is doordat zijn klauw meestal korter en sterker gebogen is. De hoefsmid gebruikt deze hamer om het hoefijzer - wanneer het na verscheidene verhittingen en behameringen perfect op de hoef past - vast te nagelen. De nagels dienen naar buiten toe geslagen te worden om het vlees van de voet niet te kwetsen. Met de klauw worden de nagels die buiten de hoef uitsteken, geklonken. [MOT]
Loodbuigijzer (o.)
Het loodbuigijzer is een gebogen, meestal S-vormige stang, rond in doorsnede en ca. 30 cm lang. Het dient om in het uiteinde van een loden buis te drijven om deze te buigen of een aansluiting met een andere buis voor te bereiden. Daartoe kan men het buigijzer aan de zijkant hameren met bv. een bankhamer. Het ene uiteinde loopt taps uit, het andere is afgevlakt om eventueel op te slaan. Te onderscheiden van het buigijzer (mandenmaker) en de buighaak. [MOT]
Uitdeukhamer (m.)
Hamer (ca. 350-500 gr) die gebruikt wordt bij het uitdeuken van de carrosserie van een wagen. Hij heeft een relatief lange (ca. 15-20 cm), smalle cilindrische kop waarvan één uiteinde een verbreedde cirkelvorm vormt. Het andere uiteinde kan taps toelopen, bolvormig of vierkantig zijn. Zie ook carrosserievijl. [MOT]
Dekkersdisseltje (o.)
Het dekkersdisseltje is een kleine, licht gebogen dissel van ca. 1 kg, met hamer, door de dekker gebruikt om met de hamer latten vast te nagelen en met de dissel een keep in de sporen te houwen, latten recht of op lengte te hakken enz. Het werktuig is te onderscheiden van het pannendekkershamertje (1) van ca. 500-800 gr met een licht gebogen afgeschuinde pen om pannen te houwen, en van de kaphamer (2) van de metselaar, die erop gelijkt. Beide laatste werktuigen hebben een langere steel. [MOT] (1) Eigen benaming onbekend. Fr.: martelet. (2) POLLING: 29. Fr. frelet (ook gurlet: N.L.I.).
Stokdoorslag (m.)
Handwerktuig dat bestaat uit een stalen hamerkop met een ronde (diam. ca. 0,5-2,5 cm), ovale, vierkante of rechthoekige doorsnede waarvan één uiteinde taps toeloopt in een vlakke punt en het andere uiteinde een vlakke baan heeft. De hamerkop wordt op een houten steel (ca. 20-40 cm) gestoken. De smid gebruikt de stokdoorslag om in een gloeiend stuk ijzer gaten te slaan van de gewenste vorm (rond - vierkant - rechthoekig) en diameter door met de smeed- of voorhamer op de baan van het werkend deel te slaan tot het halfweg door het metaal is gedreven. Het werkstuk, ondersteund door een onderlegplaat of boven het gat van het aambeeld geplaatst, wordt omgekeerd om met de stokdoorslag het gat in het werkstuk volledig door te drijven. Doordat de stokdoorslag taps toeloopt, wordt nadat het gat gemaakt is, het metaal verder opzij geduwd. Sommige modellen gelijken op de dolhamer. Zie ook stokpuntslag (hoefsmid) en doorslag (smid). [MOT]
Stempelhamer (houthakker) (m.)
Hamer waarop de stempel van de eigenaar van het bos of van de houthandelaar staat, dienend tot het merken - op de doorsnede - van gevelde bomen. De hamer kan een stempel aan één of beide zijden hebben of er kan een metalen rad op de steel steken waarop in uitspringende gedeelten verscheidene letters of cijfers staan zodat een combinatie kan gestempeld worden. De stempelhamer is te onderscheiden van het blesbijltje, daar hij geen bijltje heeft. Zie ook stempelhamer (leerlooier) en slagstempel. [MOT]
Reflexhamer (m.)
De reflexhamer is een lichte (ca. 100-200 gr) hamer met rubberen kop in verschillende vormen - kegelvormig, bijlvormig (1), cilindervormig (ca. 1-3 cm in doorsnede) - en een lichte, soms flexibele ijzeren steel. Met een enkel tikje van de reflexhamer tegen de onderkant van de knie ziet de arts of de reflexboog van de patiënt - van pees naar ruggenmerg en weer terug - intact is (2). Te onderscheiden van de nylon hamer die zwaarder (ca. 150-500 gr) is en waarvan de cilindrische kop groter (3-5 cm) is. Zie ook rubberhamer. [MOT] (1) Bv. LIEVERSE & VAN EVERDINGEN & VAN MAANEN: 125-126. (2) Vroeger werd algemeen een percussiehamer gebruikt. Vanaf 1875, toen de kniepeesreflex werd ontdekt, kreeg de percussiehamer het doel van de reflexhamer (VAN HEE & VERSAILLES: 37).
Dolhamer (m.)
Zware hamer om te slachten vee te bedwelmen, om ze nadien met de halssnede te doden. Het bedwelmen kan geschieden met een slachtmasker, een (pen)schiettoestel of een dolhamer (1). Het kan een houten hamer (ca. 5-6 kg) met lange steel zijn (zie sleg). Het werkend deel kan ook van metaal zijn en gelijken op een steenklophamer. Of een hamer met een metalen kop die aan één zijde een staafvormig uiteinde heeft, waarmee men doorheen de schedel kan slaan om de hersenen te verbrijzelen. Een ander model bestaat uit een uitgeholde pen en een haak als ander uiteinde. De haak zou dienen om de pen, wanneer deze vast komt te zitten, uit de schedel te trekken. Zie ook stokdoorslag. [MOT] (1) Verboden sinds 1920 (bij Kon. Besluit van 5 juni) in Nederland. In Frankrijk sinds 1964.