Fundering (uit beton)

nodig

                                  algemeen

                                  Een fundering is noodzakelijk om verzakking te voorkomen: zij brengt het gewicht van het bouwwerk op de grond over en verdeelt het. Vroeger werd een fundering in baksteen uitgevoerd. Tegenwoordig kan je kiezen voor een fundering uit beton.

                                  De fundering moet ten allen tijde op vaste grond en minimum 60 cm diep zijn. Op een vaste ondergrond is een wapening niet noodzakelijk, maar in twijfelgevallen is een lichte wapening in de lengterichting zeker aan te raden.

                                  uitzetten van de funderingen

                                  Op de bouwplanken wordt de dikte (ca. 30 cm) van de fundering afgeschreven.

                                  Span tussen de tegenover elkaar liggende planken, op de markeringen, een richtsnoer. Als de uitzetting goed gedaan is, zijn de diagonalen tussen de kruispunten van de richtsnoeren even lang.

                                  funderingssleuven uitgraven

                                  De funderingssleuven (ca. 30 cm breed; ca. 60 cm diep) worden meestal met de steekspade uitgegraven.

                                  Als de sleuf tevens als bekisting dient, zorg er dan voor dat deze netjes recht en precies langs het richtsnoer loopt. Bij bulten heb je nadien makkelijker scheuren in de fundering. Loop niet te dikwijls langs de sleuf zodat de wanden niet teveel afbrokkelen. Zo kan er zich geen grond met het beton vermengen, wat het beton aan sterkte doet inboeten.

                                  Indien de grond niet stevig genoeg is, zoals bijvoorbeeld bij zandgrond, zal je een bekisting moeten voorzien uit bekistingsplanken. Plaats ze tegen de wanden van de sleuven (ca. 35 cm breed!) door tussen de twee planken houten balkjes te klemmen. De bovenzijde van de bekisting is de eigenlijke hoogte van de fundering. Controleer, na het plaatsen van de bekisting, of deze waterpas ligt, zowel in de breedte als in de lengte en diagonaal.

                                  fundering gieten

                                  Maak de funderingsbeton aan met een schop of in een betonmolen.

                                  Stort de funderingssleuf vol met beton. De massa moet met de schop of een stok worden ingepord, zodat alle gaten en hoeken worden gevuld. Bij een bekisting kan je het beton ontluchten door met een rubberhamer op verschillende plaatsen tegen de buitenzijde van de bekisting te kloppen, die ca. 15 cm boven de grond uitsteekt.

                                  Strijk de bovenkant van de fundering met een raapbord gelijk of strijk met een rei, dit is een zuiver vlak en recht geschaafde lat of smalle plank, over de boord van de bekisting. Laat het beton 2 à 3 uur rusten, tot het begint te harden. Maak dan aan de bovenzijde krassen (ca. 2-5 mm diep) om de hechting van de metselmortel te verbeteren.

                                  Heb je gekozen voor een onderbouw met ovenkelder, dan kan je de vloer van die kelder afwerken met betontegels of bij het gieten van de fundering tegelijk een (gewapende) betonnen vloerplaat (ca. 10 cm dik) voorzien.

                                  fundering laten drogen

                                  Het beton moet de eerste 48 uren vochtig worden gehouden om een te snelle uitdroging tegen te gaan. Bij heet en droog weer, in combinatie met directe zon, is het belangrijk om natte lappen of kranten op het beton te leggen die je regelmatig nat sproeit. Na 8 uren lijkt het beton al hard, maar wacht minimum 4 dagen voor je de onderbouw begint op te metselen.