We bespreken hier stapsgewijs het herstellen van een tweeledig bakhuis. Dat type bakhuis komt in onze streken namelijk het meeste voor. Je kan dit stappenplan, mits kleine aanpassingen, ook gebruiken voor de restauratie van een alleenstaande bakoven of van een bakoven die zich binnenshuis bevindt.

Nadat je kennis gemaakt hebt met de verschillende onderdelen van een bakoven, kan je je eigen bakoven gaan onderzoeken om te bepalen wat precies hersteld moet worden.

Bekijk in de eerste plaats de toestand van het gewelf en de ovenvloer. Dat zijn immers de belangrijkste onderdelen als je opnieuw wil bakken, en ze zijn ook het moeilijkst te herstellen. De toestand ervan kan doorslaggevend zijn voor het al dan niet restaureren van de oven.

Beslis je de bakoven te herstellen en weet je wat er moet gebeuren, dan kan je aan de slag.

Herstel van het ovengewelf

Kijk eerst in de oven zelf. Als er in het gewelf geen bakstenen te bespeuren zijn, is de kans groot dat je te maken hebt met een zeldzaam voorbeeld van een lemen oven, die dus volledig vervaardigd is uit leem. Waarschijnlijk is er evenwel een bakstenen gewelf. Zo'n gewelf heeft dan in langsdoorsnede de vorm van een half ei of een afgeplatte koepel.

Het eivormig gewelf is achteraan hoger dan vooraan. Zo wordt de hitte in de oven gehouden. De hoogte van het gewelf heeft veel belang: bij een te hoog gewelf zal men meer brandstof nodig hebben om dezelfde temperatuur te bereiken. Ook de afstand tussen de broden en de warmtebron (het gewelf) is dan te groot. Bij een te laag gewelf zal het brood gemakkelijker aanbranden. Vooraan meet men een hoogte van 35 à 45 cm, rekening houdend met het aantal steenlagen. In het hoogste punt is dat maximum 60 cm.

Het gewelf in de vorm van een afgeplatte koepel is zo laag mogelijk en volgt zeer exact de helling van de ovenvloer. Het heeft over de ganse lengte een hoogte van minimum 30 cm.

Bij beide types vormt de dwarsdoorsnede een regelmatige kromme lijn. Is dat niet zo, dan ontstaan er trekspanningen in het gewelf, die het kunnen doen instorten.

Wanneer het ovengewelf heropgebouwd moet worden, moet men voor de start van het metselwerk steeds een ondersteunende vorm gebruiken. Deze vorm kan men op een vrij eenvoudige manier zelf maken. Op de ovenvloer wordt vochtig zand of zavel gestort en aangedamd in de vorm van het te bouwen gewelf. Om de juiste maten te bekomen kan men enkele verticale stokken plaatsen in de aslijn van de oven, die in lengte overeenkomen met de hoogte van het gewelf. Het zand kan zo in profiel gebracht worden om de juiste binnenvorm te verkrijgen. Deze tijdelijke zandsculptuur vormt een dragend vlak waarop men het gewelf kan metselen. Als het ovengewelf gemetseld is, kan het zand langs de ovenmond verwijderd worden.

Wanneer de vorm klaar is, kan men met het eigenlijke metselen beginnen. Doe dat nooit bij vriestemperatuur. Bij afwisselend vriezen en dooien zal het water in de leemmortel uitzetten en terug krimpen, waardoor scheuren kunnen ontstaan.

Meestal worden de bakstenen met de korte kant naar binnen gemetseld, dit is in "koppenverband". Daardoor verkrijgt men een vrij dik (zo'n 20 cm) gewelf, dat een grote hoeveelheid warmte kan opslaan. Een ander voordeel van een dergelijk koppenverband is dat de stenen minder vlug "doorbranden". De voegen aan de binnenzijde moeten, zoals bij de ovenvloer, smal gehouden worden en goed opgevuld zijn met leemmortel. Tegenwoordig kan ook een vuurvaste mortel gebruikt worden. Cementmortel wordt in ieder geval afgeraden! Door de grote temperatuurverschillen kunnen scheurtjes in de mortel optreden en de voegen loskomen.

Nadat het ovengewelf volledig gemetseld is, dekt men het af met een laag leem van ongeveer 10-15 centimeter om een goede warmte-isolatie te verkrijgen. De bakoven moet nu zo'n 3 à 4 dagen drogen voor dat je het zand er langs de ovenmond uithaalt. De voegen worden langs de binnenzijde van het gewelf nagekeken en met de vinger, beschermd door een handschoen, gladgestreken en eventueel met mortel opgevuld.

De oven moet nu volledig uitdrogen (2 à 3 maanden). Eventueel door er enkele infrarode lampen in te plaatsen. Zorg voor een goede ventilatie en bescherming tegen regen. Was de bakoven beschermd met een zeil, dan is het nu het geschikte moment om het dak te herbouwen.

Wanneer de oven er droog uitziet, moet hij warm gestookt worden. Hier houden ovenbouwers er verschillende meningen op na:

Ofwel volg je de werkwijze zoals hierboven beschreven tot dat de bakoven volledig is uitgedroogd. Daarna onderhoud je een zacht vuurtje om de stenen warm te houden en de oven ook in de diepte te laten drogen. Pas na al die stappen is je oven klaar om echt heet gestookt te worden.

Ofwel moet het geheel zo'n drie weken drogen en moet hij stapsgewijs warm gestookt worden:

  1. verwijder de eerste 40-50 cm zand van de vorm en maak in die ruimte een vuurtje aan. Je blijft stoken tot het drogen zichtbaar wordt;
  2. verwijder daarna telkens zo'n 25 cm zand en maak opnieuw een vuurtje aan;
  3. laat de oven dan een dag zonder vuur drogen;
  4. onderhoud dan een zacht vuurtje om de stenen warm te houden en het drogen in de diepte mogelijk te maken;
  5. de oven is nu klaar om voor een eerste maal heet gestookt te worden.