Het ontwerp tekenen

Vroeger en nu

In de hoogdagen van de vakwerkbouw werden meerdere soorten bouwwerken in vakwerk opgetrokken. Woningen in de stad en op het platteland, schuren, stallen, asten, bakhuizen, graanspijkers, wagenkoten, duiventillen, watermolens… zelfs kapelletjes in vakwerk kwamen voor. Al deze gebouwen werden ontworpen met bepaalde factoren in het achterhoofd: beschikbare grondstoffen, financiële middelen van de bouwheer, functie, tradities, klimatologische omstandigheden… Ze hadden allemaal hun invloed op het ontwerp en de uitvoering. Ook bij hedendaagse vakwerkbouw spelen deze aspecten mee. Welk type gebouw willen we optrekken? Waartoe moet het dienen? Hoeveel materiaal en energie kunnen en willen we er in investeren? Een vakwerk voor een hedendaagse woning gaat uiteraard aan andere vereisten moeten voldoen dan een lemen speelhuisje of schapenstal.

Inspiratie opdoen

Een goed ontwerp maken is niet eenvoudig, maar wel van groot belang om tot een goed resultaat te komen. De beste inspiratie om aan een bouwplan te beginnen zijn de oude vakwerkconstructies die nog bewaard zijn, in situ of in openluchtmusea. Daarnaast kunnen ook foto’s, tekeningen en zeldzame opmetingsplannen van vakwerkgebouwen het uitgangspunt zijn voor een nieuw ontwerp. Tot slot zijn er tal van handboeken voor de timmerman waarin je principes en tekeningen van gebinten kan terugvinden.

De juiste verhoudingen kiezen

Verhoudingen zijn heel belangrijk in een vakwerk. Als je bijvoorbeeld op basis van een bestaand gebouw een kleinere versie wenst te maken, dan moet je ook de doorsnede van de balken herbekijken. Bij kleinere overspanningen mogen de balken dunner zijn. Doe je dat niet, dan zal het gebouw ongetwijfeld sterk zijn, maar er heel log uitzien. Constructiehout is al zeer lang een kostbaar goed en er werden dan ook zelden balken gebruikt die overbodig of te zwaar zijn. Daartegenover staat dat je niet zomaar een bestaand vakwerk kan vergroten of een dakhelling kan aanpassen.

Het ontwerp aanpassen aan de hedendaagse normen

Wie een traditioneel vakwerk wilt bouwen waarvan het gebruik heel dicht aanleunt bij het historisch gebruik (bijvoorbeeld een schaapskooi in een natuurgebied), kan best zo dicht mogelijk bij de originele bouwtechnieken, materialen en ontwerpen blijven. Maar zijn er hedendaagse normen bv. naar comfort te halen, dan moet je het historische ontwerp bekijken vanuit een hedendaagse bril. De wandopbouw voor een moderne vakwerkwoning zal niet dezelfde zijn als die van een woning van pakweg 100 jaar geleden en ook de vakwerkstructuur moet hieraan worden aangepast. Behouden wat goed is aan de traditie en innoveren waar nodig is een mooie uitdaging. Dat tracht het MOT te bereiken met het ontwerp van de Vakwerkplaats.

De houten structuur van een vakwerkgebouw moet ontworpen zijn in functie van de fundering, de vloeren, de wandvulling (isolatie, nutsleidingen) en de dakbedekking (hellingsgraad, draagkracht, flexibiliteit). Over al die elementen moet je op voorhand goed nadenken en de juiste en beslissende keuzes maken.

De beste ideeën komen tijdens de pauzes

De plannen van de vakwerkplaats worden besproken

Uittekenen van de noordbomen voor de kerststal

De hellingsgraad van de noordbomen bepalen

Fundering

De eenvoudigste manier om een houten structuur op te trekken is die waarbij de palen direct in de grond worden rechtgezet. Zo zijn prehistorische woningen gebouwd, wat resulteert in de vele paalsporen die in de bodem achterbleven. Hout dat in contact staat met de bodem wordt echter snel aangetast door schimmels en insecten. Daarom ging men geleidelijk bovengrondse houtstructuren maken, die dankzij driehoeken en houtverbindingen voldoende stevigheid hadden om op een fundering te rusten. Voor voldoende draagkracht gebruikt men daarvoor natuur- of baksteen, gaande van wat rolkeien in een greppeltje tot een volledig stenen plint. Vrijstaande stijlen, zoals binnen in een schuur, worden op een poer gezet, een vierkant zuiltje in natuursteen of baksteen. De draagkracht van de bodem, het gewicht en de windvang van de constructie en de vereisten van het bouwwerk bepalen mee de vorm van de fundering. Hedendaags vakwerk kan bijvoorbeeld ook op schroefpalen of betonblokken gefundeerd worden, of op betonnen paaltjes zoals bij de Vakwerkplaats.

Stabiliteit

Een belangrijk principe in de vakwerkbouw en de constructieleer in het algemeen is dat driehoeken niet vervormbaar zijn, in tegenstelling tot vierkanten. Daarom komen in de meeste vakwerkconstructies diagonale balken voor. Deze windbanden, schoren, kruisen en korbelen zorgen ervoor dat de constructie niet kan verzakken onder invloed van het gewicht van het dak en de wind. Toch zijn er ook vakwerkconstructies die zeer weinig schoren vertonen. Hier wordt de stevigheid verkregen door de houtverbindingen zelf en een groter aantal, vaak zwaarder gedimensioneerde balken. Ook in het Japans vakwerk ontbreken schoren.

Fundering met zelfgegoten betonpaaltjes

Geen diagonale schoren in Japans vakwerk

Tips

  1. Kies een goede inplanting
    Hou rekening met weersomstandigheden, welke gebouwen in je omgeving staan, enz. Vergeet geen bouwvergunning aan te vragen!
  2. Teken je idee uit
    Leg alle ideeën, bedenkingen en schetsen samen en teken je plan uit. Maak eventueel een maquette. Die biedt de oplossing voor bv. de keuze van de houtverbindingen, de juiste hellingsgraad van het dak, enz. Tijdens de uitvoering van de werken kan je het schaalmodel overal meenemen. Bij twijfel bespreek je het probleem met de maquette erbij.
  3. Nummer je gebintestructuur
    Het is handig als je vanaf het plan/maquette reeds je verschillende gebintes nummert. Soms kan het ingewikkeld worden en weet iedereen over welk gebinte je praat.
  4. Maak een meetstaat voor het hout
    Lijst in detail op welk hout in welke afmetingen je nodig hebt. Vergeet de aantallen niet te vermelden bij terugkerende elementen. Benoem de verschillende onderdelen met afkortingen (vb. DB is dakbalk...) Op basis van de meetstaat kan je offertes aanvragen.

Het juiste hout zoeken en inventariseren: ieder onderdeel krijgt een afkorting

Bij het uitzoeken van het geschikte hout komt de maquette van pas

Op de meetstaat kan je het hout nodig voor de kerststal afvinken

Telmerken kerven

Telmerken inkleuren