Hoeftang (v.)

identificatiecode
ID 510
morfologie
beroep
holotype
MOT V 82.0094 L=34cm B=6cm G=900gr
holotype
MOT V 99.0096 L=28,5cm B=5,5cm G=732gr
alias
nijptang (syn.) (KROON & GALLANDAT HUET: 154)
beschrijving

Door haar vorm gelijkt de hoeftang op de trektang. Ze is evenwel groter en de bek is vaak platgedrukt.

De hoefsmid plaatst de kaken tussen het hoefijzer en de hoef - daarom is de bek hoog - en wringt het ijzer wat los. Zo trekt hij de nagels lichtjes uit de hoef. Daarna slaat hij het ijzer terug op zijn plaats en vat de nagels zoals met een trektang.

De hoeftang dient bovendien als steun bij het omslaan van de nagels, ook omnieten genoemd, wanneer het paard beslagen wordt (zie hoefhamer).

"De nijptang wordt tegen de omgeslagen niet (=uiteinde) gehouden, terwijl men met de hamer enkele flinke slagen op de 1 mm onder de ondervlakte van het ijzer uitstekende nagelkop geeft. Daarna worden de nu omgehaalde nieten flink aangeslagen en uitstekende randen met de vijl weggenomen" (1). Om de steun te verbeteren, is bij sommige modellen één kaak rechthoekig uitgesmeed.

Zie ook nietenkapper, gebruikt voor dat de hoef wordt verwijderd en de onderkapper, gebruikt voor dat de niet van de hoefnagel wordt omgeslagen. [MOT]

(1) KROON & GALLANDAT HUET: 163.