Vloerdrijver (m.)

identificatiecode
ID 168
morfologie
morfologie
beroep
holotype
MOT V 81.0308 L=138cm B=27,5cm G=8300gr
holotype

MOT V 86.0311 L=50cm B=18cm G=4500gr

holotype
MOT V 86.0599 L=43cm B=17cm G=5300gr
alias
vloeraandrijver (syn.) (JELLEMA: 28)
alias
drift (syn.) (V.D.)
beschrijving

Er bestaan verschillende modellen van de vloerdrijver (1) om de planken van een vloer samen te drukken. Het een bestaat uit "een ronde ijzeren staaf a, lang 1,10 m, dik 26 mm, van onderen een weinig taps bijlopend; aan het ondereinde zit een beweegbare knie b, lang 20 cm, zwaar 13 bij 52 mm en op 0,50 m uit den onderkant een beweegbaar schoorijzer c, van onderen aangepunt. De hefboom wordt in een put in de balk gestoken, zodat de knie tegen de regel drukt; door de lange hefbomen naar de planken over te trekken, drukt de knie deze in elkaar; het schoorijzer glijdt daarbij over de balk en drukt met de scherpe punt er in, zodra de hefboom losgelaten wordt, waardoor een teruggaan belet wordt" (2). Een ander model vat de balk tussen twee armen in plaats van er ingestoken te worden.

Met deze werktuigen kunnen vijf tot zeven planken samen gedrukt worden. Vaak worden ze vervangen door een kram en één of twee wiggen, soms door de schietbeitel. In dat laatste geval moet elke plank afzonderlijk getrokken worden. [MOT]

(1) DE GROOT: 400; POLLING: 183.

(2) VAN KEIRSBILCK 1898: 108.

MOT V 86.0311

MOT V 86.0311

MOT V 86.0599