Leghaak (m.)

identificatiecode
ID 998
morfologie
beroep
beroep
holotype
MOT V 80.0020 L=184cm B=20cm G=1100gr
holotype
MOT V 82.0743 L=27cm B=12cm G=242gr
alias
buislegger (syn.) (DAVID 1975: 113-135)
alias
spit (syn.) (MYS & DE FEYTER: 35)
alias
draineerbuislegger (syn.) (Het boek van oude gereedschappen: 48)
beschrijving

Nadat men met de buizenlepel de drainsleuf nauwkeurig heeft afgewerkt, kan de arbeider, die op de rand van de sleuf - of er dwars over - blijft staan, de draineerbuizen met een leghaak erin laten zakken en ze tegen de andere aandrukken.

De leghaak bestaat uit een haaks of C-vormig gebogen ijzeren stang (ca. 20-30 cm) die door middel van een dille aan een lange (ca. 180-230 cm) houten steel is bevestigd. Deze wordt in de holle draineerbuis (buitendoorsnede ca. 7-10 cm; lengte ca. 30 cm) gestoken.

Voor het plaatsen van draineerbuizen die met elkaar verbonden worden door een ronde ring, gebruikt men een gelijkaardig model (1) voorzien van twee schijven waarvan de ene in de ring past en de grotere hem tegenhoudt. De afstand tussen beide is gelijk aan de helft van de breedte van de ring zodat deze beide draineerbuizen evenveel zal overlappen. Soms is er maar één enkele schijf (de kleinste). In dat geval is de afstand tussen die schijf en de knik gelijk aan de helft van de breedte van de ring. [MOT]

(1) Bv. LECLERC uit DAVID 1975: 135.