Houtkeuze

Bij de keuze van constructiehout spelen er verschillende factoren:

  • de toepassing (de aard van de constructie en plaats van het specifieke onderdeel in die constructie)
  • de eigenschappen van de houtsoort
  • de beschikbaarheid

Toepassing/verwachtingen

'Te sterk heeft nooit gefaald' werd vroeger vaak gezegd. Je zou dus steeds het duurzaamste en sterkste hout kunnen gebruiken voor elke constructie, maar soms mag het ook wat minder zijn. Niet alles moet eeuwig meegaan of oerdegelijk zijn. Een spant van een kerk of een kippenhok, de verwachtingen zijn duidelijk anders.

Binnen een bepaalde constructie worden ook diverse houtsoorten gebruikt. Onderdelen blootgesteld aan de elementen of dicht bij de bodem moeten vooral erg duurzaam zijn, maar elementen in het interieur of in de dakstructuur kunnen andere vereisten stellen, zoals soortelijk gewicht of buigsterkte.

De keuze voor een bepaalde houtsoort wordt dus steeds bepaald in functie van een reeks factoren. Eerst stel je de vraag 'Wat verwacht ik van dat stuk hout?', dan bekijk je pas welke houtsoorten de juiste eigenschappen hebben om aan die verwachtingen te voldoen.

Eigenschappen

Elke houtsoort heeft zijn specifieke eigenschappen die een rol spelen bij de bewerking en de praktische toepassing ervan. Factoren als oriëntatie (kops hout, kwartier gezaagd of op dosse gezaagd), duurzaamheid (bestandheid tegen aantasting door schimmels, insecten...), natuurkundige eigenschappen (krimp, zwelling, massa, vochtgehalte...) en mechanische eigenschappen (trek-, druk-, splijt- en buigsterkte, hardheid en elasticiteit) bepalen welke houtsoort het meest geschikt is.

In de historische vakwerkbouw werd bij voorkeur eik en olm gebruikt voor het timmerwerk. Vandaag is olm echter niet meer beschikbaar. Eik, kastanje en robinia zijn duurzame houtsoorten die lang meegaan, zelfs in rechtstreeks contact met de grond. Lariks is de meest duurzame naaldhoutsoort die bij ons voorkomt. Ander naaldhout als den, spar, populier e.d. kan binnen gebruikt worden, bijvoorbeeld voor kepers, pannenlatten en het onderdak.

Image by Pixabay

Beschikbaarheid 

Vroeger waren de mogelijkheden van het houttransport veel beperkter dan vandaag en gebruikte men vooral houtsoorten die plaatselijk voorhanden waren. In de loop van de middeleeuwen was er steeds meer ontbossing en ging de houthandel zich meer ontwikkelen. Hout werd zo beter beschikbaar, als je er het geld voor had. Vandaag kunnen we  door de toenemende globalisering over houtsoorten beschikken van overal ter wereld. Toch blijft de kostprijs bepalend. Ook ecologische motieven spelen mee, is het hout afkomstig uit verantwoord gekapte en duurzaam beheerde bossen? Tot slot kunnen ook esthetische, culturele en emotionele argumenten onze houtkeuze bepalen. Een vakwerk van hout afkomstig uit je eigen bos heeft ongetwijfeld een meerwaarde. Ook de keuze voor een traditionele houtsoort als eik voor een traditionele constructie als bv. een vakwerkschuur valt te verdedigen.

Video: Voor de kerststal kozen we hout uit een dunning, dat anders als brandhout gebruikt wordt

Het vervoer van hout

De basisgrondstof van vakwerk is uiteraard hout. Het gevelde hout moet van de kapplaats naar de werf gebracht worden en ook op de werf moeten stammen en balken vaak verplaatst worden. Dit kan zonder behulp van zware machines, met behulp van werktuigen en voertuigen door spierkracht aangedreven.

Dragen is de eenvoudigste manier om hout te verplaatsen. Enkele handwerktuigen zoals de handhaak en de uitdraaghaak maken het dragen eenvoudiger. Door met meerdere mensen samen te dragen kunnen al behoorlijke stammen en bomen verplaatst worden.

Om zware stammen te wentelen kan je gebruik maken van een zethaak, kanthaak of een palter.

Slepen is zeker voor boomstammen een veel toegepaste techniek. Een in de stam geslagen zethaak (sapie) kan het slepen vereenvoudigen, zeker met meerdere mensen samen. De sleepkracht van mensen is uiteraard beperkt, met een paard kunnen veel zwaardere stammen versleept worden. Een laatste manier om te slepen met spierkracht is door gebruik te maken van katrollen of takels.

Als de ondergrond het toelaat kunnen stammen en balken met voertuigen op wielen verplaatst worden. De mallejan of boomezel is een gespecialiseerd voertuig waar met behulp van de dissel als hefboom de stam van de grond gelicht wordt om er mee te kunnen rijden. Er zijn grote mallejans die door paarden getrokken worden maar kleinere exemplaren die door één of twee personen getrokken worden kunnen zeker op de werf hun nut bewijzen.

Video: Vervoer van stammen met mallejan en uitdraaghaken

Om stammen of balken op een hoogte te krijgen, bijvoorbeeld op een wagen, kan er gebruik gemaakt worden van schuin geplaatste balken. Door een touw onder de stam door te leggen en aan de bovenkant te trekken rolt de stam naar boven. Dit schrooien vormt een behoorlijke krachtwinst. Uiteraard gaat dit best met ronde stammen maar ook balken kunnen zo naar boven gerold worden.

Alvorens stammen te verplaatsen worden ze op lengte afgekort met de trekzaag of kortzaag. Zo hoeft er geen zwaarder transport gebeuren dan strikt noodzakelijk.

Mallejan uit de collectie van het MOT

Transport boomstam met mallejan

© Luc Verachtert

Principe van schrooien (Uit RAZOUS P - 1941.: Cours d'exploitation commerciale des bois, Paris, p. 177)

Schrooien met behulp van takels