Rugzaag (v.)

identificatiecode
ID 113
morfologie
beroep
beroep
holotype
MOT V 86.0556 L=46cm B=13cm G=440gr. Opschrift: STANLEY 3 15 15.255.
holotype
MOT V 84.0176 L=36cm B=4,7cm G=140gr
holotype
MOT V Dv 0599 (rugzaagje) L=24,5cm B=4cm G=60gr
holotype
MOT V Dv X 0430 L=36,5cm B=7cm G=215gr. Opschrift: JANUS D.R.G.M.
alias
kapzaag (syn.) (BERGHUIS a: 33)
alias
toffelzaag (syn.) (BERGHUIS a: 33)
alias
kaapzaag (syn.) (VAN DER HOEVEN: 28)
alias
gemoetzaag (syn.) (VAN KEIRSBILCK 1898: 357)
alias
pinzaag (syn.) (VAN KEIRSBILCK 1898: 357)
alias
troffelzaag (syn.) (W.N.T.)
alias
verstekzaag (syn.) (Tech-term: 23; MERTENS 1956: 1.31)
alias
fijnzaag (syn.) (LOMBAERT: 50)
alias
toffelzaagje (syn.) (POLLING: 178)
alias
verstekzaagje (syn.) (JORIS ROUSSEAU: 29)
alias
handzaagje, fijn (syn.) (JORIS ROUSSEAU: 29)
alias
modelmakerstoffelzaag (syn.) (Tech-term: 23)
alias
fineerzaag (syn.) (Tech-term: 23)
alias
verstektoffelzaag (syn.) (Tech-term: 23)
beschrijving

De rugzaag dient om kleine stukken zonder splinters te zagen. Het is een handzaag met pistoolkolf (zie glossarium), waarvan het rechthoekig dun blad van 20-50 cm, kleine tanden heeft. Dat blad wordt door een zaaglade stijf gehouden, d.i. een omgeplooide smalle plaat die op de rug bevestigd is. Soms ook is de rug zelf dikker gesmeed.

Het rugzaagje (1) heeft dezelfde bestemming maar is korter (13-25 cm) en heeft een soms verstelbaar recht hecht dat in hetzelfde of in een evenwijdig (2) vlak ligt als het blad. Bij het innaaien van boeken op touwen (3) gebruikt de boekbinder het rugzaagje om haaks op de rug van het boekblok zaagsneden te voorzien waarin de touwen vallen. [MOT]

(1) Ook verstekzaag (MERTENS 1956: 1.31); verstekzaagje, fijn handzaagje (JORIS & ROUSSEAU: 29); fineerzaag, modelmakerstoffelzaag (Tech-term: 23); fijnzaag (LOMBAERT: 50);toffelzaagje (POLLING: 178).

(2) Soms verstektoffelzaag genoemd (Tech-term: 23).

(3) Ook verzonken binding genoemd.

Uit Kneep en binding: s.v. naaigat

Uit KIEL, J.: 39; Het inzagen van het boekblok