Botprik (m.)

identificatiecode
ID 1346
morfologie
beroep
holotype
MOT V 2012.0215 L=41cm B=20cm G=730gr
alias
harpoen (syn.)
alias
aalgeer (syn.)
alias
aalsteker (syn.)
alias
palingsteker (syn.)
alias
snoekorgel (syn.)
alias
visprik (syn.)
alias
visspeer (syn.)
beschrijving

De botprik is een brede platte smeedijzeren vork met acht tot tien geweerhaakte scherpe tanden en een dille, waarin een lange houten schacht steekt. De visser gebruikt hem in ondiep water om paling of platvissen zoals bot en pladijs te prikken (1). Niet alleen kan de vis niet wegglippen door de weerhaken, hij wordt ook doorboord door de scherpe punten, waarmee deze speer zich onderscheidt van de palingschaar, die de paling klemt. De doorboorde vis kan best snel geconsumeerd worden.

Deze visprik is verwant aan andere harpoenen, pijlvormige werptuigen, op een schacht gestoken en met weerhaken op de punten. [MOT]

(1) V.D. (1989) en W.N.T. s.v. botprik. Er zijn diverse regionale benamingen voor vissperen naargelang het model en de soort vis maar deze beschrijving komt overeen met de botprik, een term die vooral in Noord-Nederland in gebruik was. In Vlaanderen dienden deze meertandige speren om paling te vangen, zodat diverse termen met 'paling' of 'aal' circuleren.

MOT V 2012.0215

Paling vangen in de Sint-Onolfspolder, in 'Dendermondse Museum- en archiefberichten', 100, 2020: 9-10.