Koevoet (m.)

identificatiecode
ID 79
morfologie
beroep
beroep
beroep
beroep
holotype
MOT V 82.0245 L=57cm B=8cm G=1200gr
holotype
MOT V 86.0533 L=33,5cm B=3,5cm G=570gr. Opschrift: JJL STANLEY.
holotype
MOT V 2002.0304 (Japan) L=20cm B=5cm G=200gr. Opschrift: 200 YAMAGUCHI afb kroon.
holotype
MOT V 2005.0245 L=33cm B=7cm G=586gr
alias
klauwezer (syn.) (TIDEMAN: 172)
alias
spijkerklauw (syn.) (SCHARROO: 105)
alias
nageltrekker (syn.) (KARMARSCH: 1 779)
alias
nagelklauw (syn.)
alias
sloopbeitel met gebogen klauw (syn.)
beschrijving

Metalen ronde of platte staaf van ca. 25-105 cm, met een licht gebogen gespleten uiteinde, de klauw, om nagels uit te trekken. De inwendige randen van de spleet zijn meestal afgeschuind om de nagel gemakkelijker te vatten. Het onderuiteinde van sommige grote modellen is C-vormig gebogen om langere nagels te kunnen uittrekken. Het ander uiteinde van de koevoet is vaak plat gesmeed om bijvoorbeeld kisten open te breken.

De Japanse koevoet (Japans: kajiya) verschilt in vorm van het westers model. Hij heeft twee haakse klauwen. Aan de gebogen kant is er een plat slagvlak waarop men met de hamer kan slaan.

Om nagels uit te trekken gebruiken de stoffeerder en de schoenmaker een kleine koevoet, namelijk de spijkerlichter met houten hecht. De bontwerker gebruikt de afspijkerkam.

De koevoet is te onderscheiden van de handspaak en van het breekijzer.

Zie ook kistenbijltje. [MOT]