Stempel (leer) (m.)

identificatiecode
ID 1275
morfologie
beroep
holotype
MOT V 2011.0284 (ornament) L=11cm B=2cm G=38gr. Opschrift: KH.
holotype
MOT V 2011.0292 (ornament) L=17,5cm B=3cm G=67gr. Opschrift: F KLEMENT LEIPZIG 1880.

holotype
MOT V 2011.0297 (driehoek) L=19cm B=2cm G=57gr. Opschrift: F KLEMENT LEIPZIG 1929.

beschrijving

Handwerktuig dat de boekbinder gebruikt bij het blinddrukken (1) of bij het vergulden van in leer gebonden boeken, meer bepaald het versieren met motieven - zoals ornamenten en geometrische figuren - op de boekband.

De stempel heeft meestal een koperen werkend deel en is met een angel, doorgaans vierkantig in doorsnede, bevestigd in een houten hecht. Na verhitting wordt de stempel op het leer – al dan niet voorzien van bladgoud - gedrukt, om een motief aan te brengen. Sommige modellen zijn voorzien van een patroon met rechte hoek om bv. een afdruk in de hoeken van het voorplat aan te brengen.

SALAMAN 1986: 6 onderscheidt stempels voor blinddruk van stempels die gebruikt worden met bladgoud. Eerstgenoemde zijn zo gemaakt dat je een verhoogd patroon en een dieper gelegen achtergrond bekomt als motief. Bij stempels voor bladgoud bekom je een patroon waarbij het gouden motief dieper in het oppervlak is gedrukt.

Voor lijnen of een smal, langwerpig motief gebruikt men een filetstempel.

Zie ook filetboog, letterschroef, filetradertje en lijnrol. [MOT]

1) Blinddruk is een druktechniek waarbij het verhoogde reliëf uit alleen de afdruk van de stempel bestaat, zonder toevoeging van inkt of folie.