Steekbijl (v.)

identificatiecode
ID 139
morfologie
morfologie
beroep
holotype
MOT V Dv 0561 L=45cm B=12,5cm G=1150gr. Opschrift: Ochsenkopf CHROM-VANADIUM CB FF afb rund / cirkel.
holotype
MOT V 91.0483 L=48cm B=20cm G=1825gr
holotype
MOT V 2020.0118 (steekbijl (hordenmaker)) L=26,5cm B=18cm G=454gr
alias
stootaks (syn.) (KARMARSCH: 1.710)
alias
steekaks (syn.) (KARMARSCH: 1.710)
alias
steekbeitel (syn.) (LANDOLT: 3. 34; 4. 287; TWENT: 132)
beschrijving
Met de steekbijl worden vlakke zijden van pennen, gaten en balken effen gestoken (1). Van dat werktuig bestaan er drie hoofdvormen: met dille, met angel en houten handvat, met dille op een stang (2).

De steekbijl met dille is een rechthoekig metalen blad van ca. 4-6 bij 45 cm (ca. 1,5-2 kg) waarvan één kleine zijde in een vouw eindigt. Op de andere is een dille haaks op de as van het werktuig gesmeed. Deze dille dient als handvat, er steekt geen hecht in. De uiteinden van de twee lange zijden zijn meestal ook afgeschuind (3).

Het tweede model heeft een ca. 10 cm breed blad waarvan de kleine zijde in een vouw eindigt (de lange zijden zijn afgeschuind) en de andere in een stang die er haaks op gesmeed is en waarvan het uiteinde rechthoekig geplooid is en een dille vormt (4). Het geheel is ca. 60 cm lang en weegt ongeveer 2,5 kg.

De steekbijl met angel bestaat uit een rechthoekig metalen blad van ca. 30-40 cm bij 6-10 cm. Een kleine zijde eindigt in een vouw (de lange zijden zijn niet afgeschuind) en de andere in een angel die haaks op de lange zijde staat en waarop een houten hecht van ca. 15 cm steekt. Het werktuig weegt ca. 1,4 kg.

De ambachtsman vat de dille of het hecht met zijn rechterhand, het blad met zijn linker en steekt (slag of druk) er het overtollig hout mee weg (5). Het werktuig beweegt dus in de richting van zijn as. Met het andere, beitelvormige uiteinde kan men overtollig hout uit het gat wrikken. Dergelijk model wordt onder meer door de hordenmaker gebruikt voor de pen-en-gatverbindingen in een houten hek (6).

Zie ook steekbijl, dubbele en dwarsaks. [MOT]

(1) Ze zou ook dienen om masten te maken (VAN YK: 29).

(2) Zie DAVID 1977a: 164.

(3) Het werktuig dient onderscheiden te worden van de aks met lange dille, waarvan het ijzer gebogen en zwaarder is (DAVID 1976c).

(4) VAN ZYL: titelplaat; VAN TWEMBEKE: 70.

(5) Het voorbeeld aangehaald door MERCER: 169 (ook SLOANE: 12 die echter niet verwijst naar, maar vaak op MERCER steunt) is een uitzondering: bij normaal gebruik wordt er op de steekbijl niet geslagen met een houten hamer.

(6) In Frankrijk identificeert men het ook als werktuig van de stoelenmaker: bisaiguë de chaisier (Boucard: 77).

MOT V 91.0483

Steekbijl (hordenmaker) MOT V 2020.0118

SLOANE: 51