Paternoster (loodgieter) (m.)

identificatiecode
ID 754
morfologie
morfologie
beroep
beroep
holotype
MOT V Dv 0860 L=250cm B=5cm G=500gr
alias
uitronder (syn.)
beschrijving

Touw met een reeks (ca. 10) houten kralen - waarvan één zijde de vorm heeft van een afgeknotte kegel (1) - van variërende diameter (ca. 2-15 cm), afhankelijk van de binnendiameter van loden buizen, die genormaliseerd is. Voor de vierkante loden regenpijpen bestaat een paternoster met rechthoekige blokjes waarvan de hoeken afgerond zijn (2).

De loodgieter gebruikt de paternoster om een loden buis te buigen zonder deze plat te drukken. Het werktuig wordt door de buis getrokken; deze kan nu zonder scherpe knikken te veroorzaken, gebogen worden. Ook wordt de paternoster door een loden buis getrokken om er een deukje uit te duwen. [MOT]

(1) Niet te verwarren met het rak van een zeilboot, waarvan de bollen sferisch zijn.

(2) Bv. WOOLGAR: 89.