Schaaf voor zwaluwstaartverbindingen (v.)

identificatiecode
ID 114
morfologie
beroep
holotype
MOT V Dv 0268 L=23,5cm B=13cm H=14,5cm G=400gr
holotype
MOT V Dv 0473 L=24,5cm B=3,5cm H=15cm G=350gr
alias
zwaluwstaartsgeweze werkende groefschaaf (syn.) (KARMARSCH: 1.793)
beschrijving
De zwaluwstaartverbinding (1) wordt door de schrijnwerker zeer veel gebruikt bv. om de zijkanten van een schuiflade samen te houden. Ze heeft het voordeel én aan de druk én aan het trekken weerstand te bieden.

Wanneer de zwaluwstaart lang moet zijn, bv. voor een scheiding in een kist, kunnen schaven gebruikt worden om hem uit te schaven.

De schaaf om de pen uit te schaven, heeft een smal blok waarin een stuk is ingelegd dat uitspringt en als zool dient. Het onderste uiteinde van het blok dient als aanslag. De zool staat niet loodrecht op het blok maar schuin, anders zou de schaaf een rechte opening uitschaven. De schaafbeitel, waarvan de snede schuin op de as ligt, steekt uiteraard zijdelings uit.

Om de groef uit te schaven, kan een soort van boorschaaf gebruikt worden waarvan het blok onderaan aan één zijde schuin breder wordt. De schaafbeitel snijdt onderaan en aan de schuine zijde. De vakman schaaft eerst in de diepte en drukt dan het werktuig zijdelings om de rand schuin uit te schaven (2). [MOT]

(1) Eigen benaming voor het handwerktuig onbekend. KARMARSCH: 1.793 spreekt van "de zwaluwstaartsgeweze werkende groefschaaf" om de schaaf die de groef uitholt, aan te duiden.

(2) Volgens KARMARSCH 1.793 staat er soms een voorsnijmes op deze schaaf.