Spaanderhouder (m.)

identificatiecode
ID 1340
morfologie
morfologie
beroep
holotype
MOT V 94.0218 S L=30cm B=5,5cm G=200gr

alias
kienspaanhouder (syn.) ( PLETTTENBURG: 14)

beschrijving

Om te verlichten, gebruikt men vaak harshoudende spaanders, "stukken fossiel hout dat in de venen wordt gegraven" (1) of biezen (2). Ze worden in een metalen houder bevestigd. De spaander wordt doorgaans geklemd m.b.v. een of twee veren (bv. MOT V 94.0218 S) of in een tang met tegengewicht (3). Er bestaan zeer verschillende toepassingen van die algemene principes (4).

Het uiteinde van de spaanderhouder wordt gedreven in een houten staander, in een balk van het huis of in een spleet in de muur, soms is het op een ijzeren staander gesmeed of is het voorzien van een dille om op een stok te steken (5). Men klemde wel eens een kaars in de spaanderhouder maar er bestonden ook combinaties: op dezelfde houder werd een klemmiddel voorzien én een kaarsenhouder (6) . [MOT]

(1) PLETTENBURG: 12.

(2) “Het meest geschikt hiervoor was pit-rus (Lat. Juncus effusus).” (PLETTENBURG: 15).

(3) Zie afbeeldingen 11 en 12 uit LECOCQ: 277.

(4) Zie afbeeldingen uit LECOCQ: 277-284.

(5) Zie afbeeldingen 10, 15 en 16 Uit LECOCQ: 277.

(6) Zie afbeeldingen 7,8 en 9 Uit LECOCQ: 282.

Uit LECOCQ: 280, Chandelier à ficher: à pinces (1-4), à pinces articulée (5), à bras extensibles (6), à glissière (7)

Uit LECOCQ: 281, Chandelier à pinces: pivotant (1), suspend (2)

Uit LECOCQ: 282, Chandeliers posés à pinces (1-5), chandeliers poses à pinces et à douille (6-8), tournant (9), à glissière (10); à crémaillière (11)

Uit LECOCQ: 277, porte-éclats de bois résineux: plaques suspendues (1-4), rouelle pivotante (5), rouelle à bras extensible (6), pied d’âtre ou rouelle posée (7), rouelle à glissière (8), pinces articulées à ressort (10), à contrepoid (11-12), pinces fixes (9-13-16).