Takkenbosvork (v.)

identificatiecode
ID 1095
morfologie
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
holotype
MOT V 2005.0112 L=17,5cm B=9cm G=175gr
holotype

MOT V 2010.0180 L=45cm B=8,5cm G=359gr

alias
ovenstok (syn.) (V.D.)
alias
ovengaffel (syn.) (WEYNS 1974: 881)
alias
stookgaffel (syn.) (WEYNS 1963: 32)
alias
mik (syn.) (WEYNS 1963: 32)
beschrijving

Met een takkenbosvork laadt de griendwerker takkenbossen of een wiep. Dat laatste gebeurt met meerdere werkers tegelijk. Zij bestaat uit een korttandige gaffel met dille en een houten steel (ca. 90 cm).

De bakker gebruikt de takkenbosvork om de takkenbossen in de oven te plaatsen en vooral om het hout in de oven te spreiden.

Dit model heeft een langere steel (ca. 1-2 m) die in een lange dille steekt (zo’n drie maal langer dan het werkend deel). De lange dille verhindert het verbranden van de steel.

Zie ook rakelijzer. [MOT]

MOT V 2010.0180