Voegzwaard (o.)

identificatiecode
ID 1245
morfologie
morfologie
beroep
holotype
MOT V 2015.0181 L=165cm B=14cm G=2600gr
alias
zwaard (metselaar) (syn.) (HENSEN, BUITER & SCHIPPER: 104; JELLEMA: 62)
alias
sabel (syn.) (HENSEN, BUITER & SCHIPPER: 104; JELLEMA: 62)
alias
metserszwaard (syn.)
alias
fiseerzaag (syn.) (VAN KEIRSBILCK 1898: 363)
alias
voegijzer (syn.) (VAN KEIRSBILCK 1898: 363)
beschrijving

Een voegzwaard is een handwerktuig van de metselaar dat werd gebruikt bij het plaatsen van grote natuursteenblokken. Die blokken worden niet zoals bakstenen in een mortelbed gelegd maar op houten blokjes geplaatst waarna men met behulp van het voegzwaard de mortel tussen de steenblokken aanbrengt (1). Ook de verticale voegen worden zo opgevuld. De grote inkepingen langs beide zijden dienen dus om de mortel vooruit te duwen tussen de steenblokken en de voegen volledig vol te drijven tot de steen los van de houten wigjes komt (2).

Het dun metalen blad kan in het verlengde van de houten, rechte steel bevestigd zijn of een hoek ermee vormen. Het blad is dubbel gezaagd van vorm, met grote inkepingen die naar voren zijn gericht. De lengte van het voegzwaard is gerelateerd aan de afmetingen van het metselwerk dat men ermee wil bouwen.

Het voegzwaard lijkt op de rooihaak van de leidekker maar het blad is dunner, de inkepingen zijn naar voren gericht en het handvat eindigt niet in een haak. [MOT]

(1) Handelscatalogus MM. Civet, Crouet, Gautier & Co: Exploitation de carrières de pierres de taille, moellons & meulières, 1889: 88-94.

(2) JELLEMA: 62-63.

MOT V 2015.0181

Handelscatalogus MM. Civet, Crouet, Gautier & Co: 92

CABIAC, Manuel de maçonnerie: 65

JELLEMA: 62

VIOLLET-LE-DUC, Dictionnaire raisonné: 66