identificatiecode
beroep
holotype
Handwerktuig dat bestaat uit een in doorsnede vierkantig (ca. 1 cm), gebogen blad (ca. 6-8 cm lang), eindigend in een spitse punt. Het is haaks in een relatief lange (ca. 25-35 cm) houten steel bevestigd, die op het uiteinde verbreedt.
Het wordt gebruikt om tussen planten onkruid te wieden.
Zie ook wiedvorkje en voegenkrabber (tuinier). [MOT]