Opzoeken

Het plaatsen van een ondersteunende laag

Maken van een ovendeur

Hoeveelheden berekenen Heb je andere afmetingen of een andere opbouw van je oven dan het bouwplan, dan kan je de hoeveelheid materiaal berekenen aan de hand van volgende tips:

Geschiedenis van het brood

Twee monumenten, één locatie

Andere gebruiken van de oven Naast het bakken van het brood werd de warmte van de oven nog voor allerlei andere doeleinden gebruikt: tijdens of na het bakken van het brood werd er ook plaats voorzien voor het bakken van vlaaien, peperkoek, appelbroodjes of andere lekkernijen voor de kinderen. men droogde in de nog warme oven peren, appels en pruimen. Om te drogen zijn de harde perensoorten goed zoals trichter- of hereperen, langeloren, korsenijsperen, spineelperen, dikstaartperen. De peren worden in verscheidene keren (4 à 5 maal) gedroogd. Daarna zien ze er zwart en vol rimpels uit. Bakpruimen werden als laatste in de oven gedroogd, soms op bruin papier. Om barsten tegen te gaan mocht de oven niet warmer dan 60° C zijn. op het ovengewelf werd het zaaigoed voor de moestuin gelegd. In de oven werden kleine veldvruchten en zaden gedroogd: erwten, bonen, klaverbollen, koolzaad, raapzaad, enz. in de bijna afgekoelde oven kon men pluimen drogen die, wanneer ze mals genoeg waren, gebruikt werden...

Bakken van het brood De deegballen worden met behulp van de ovenpaal in rijen naast elkaar in de oven gestoken. De deegballen mogen niet tegen elkaar gelegd worden omdat het deeg nog zal uitzetten. De broden mogen ook niet tegen de wanden komen omdat ze dan aanbranden. Bij het inschieten van het brood moet men vlug te werk gaan want de eerste bakken reeds terwijl de andere nog niet in de oven liggen; bovendien koelt de oven dan te vlug af. Een weinig meel op het blad van de ovenpaal voorkomt het kleven van de deegbal. Wanneer de broden zich in de oven bevinden, wordt deze afgesloten om de hitte maar ook de damp in de oven te houden. Tijdens het bakken verdampt een deel van het water uit het deeg. Deze damp "valt neer" op het brood als de oven afkoelt, waardoor het brood een zachte korst krijgt. De bakduur is afhankelijk van het gewicht van het brood en van het gebruikte broodgraan: wittebrood: ongeveer één uur roggebrood, volkorenbrood: 1,5 uur tot 2 uur vlaai: ongeveer een kwartier (=...

Aanmaken van beton of mortel met de schop "Kies een schone ondergrond, zoals bijvoorbeeld een houten of ijzeren plaat, waar je de bestanddelen in afnemende verhoudingen op een hoop schept. Voor het beton is dat eerst het grind, dan het zand en de cement; voor de bastaardmortel is dat eerst het zand, dan de cement en de kalk. Meng alles, door rondom telkens weg te scheppen en bovenop de hoop te gooien tot deze een gelijke kleur heeft gekregen. Maak de hoop wat platter met middenin een kuil, waarin je een deel water giet. Vanaf de buitenkant van de kuil worden de bestanddelen in het water geschept. Herhaal dit tot alles een egale brij vormt. Als je bij het achteruittrekken met de snede van de schop, ribbels kunt maken, is het mengsel klaar."