Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 14,521 - 14,530 15,678 resultaten gevonden
Slangklemtang (v.)
Deze nieuwe werktuigfiche is in opbouw. Zie ook de automobieltang en seegerringtang. [MOT]
Nietmachine (v.)
Nietmachine is een algemene term voor diverse handwerktuigen en toestelletjes om te nieten, nietjes (1) vast te maken of klinken. In het hecht zit meestal een magazijn met een reeks nieten als voorraad. De meest gekende modellen dienen voor thuisgebruik en kantoor, om papier te nieten. Men plaatst het papier tussen de kaken en drukt het werktuig dicht. De armen van het nietje worden door het papier gedrukt en dichtgevouwen. Sommige nietmachines houdt men in de hand; andere plaatst men best op tafel. Vaak zit er aan de zijkant ook een plat staafje op gemonteerd om nietjes te verwijderen. Men kan hiervoor echter ook een nietjestang gebruiken. Zwaardere modellen zijn ontwikkeld voor ambachten met hout, leer, textiel, enz. Men kan er bv. schrijnwerk, meubels, vloeren, tapijt, enz. mee vastmaken. Wanneer de vakman op de handgreep drukt, ontlaadt de veer zich en schiet ze als het ware een niet met grote kracht in het werkstuk. Om zeer snel te nieten, kan men een nietpistool hanteren. Tegenwoordig worden professionele...
Koordjesmes (o.)
Het koordjesmes dient om stevig koord - gebonden om pakken - door te snijden. Het heeft een kort (ca. 7 cm), vrij dik (ca. 2 à 6 mm) lemmet eindigend in een gebogen stompe punt. De snede (3 à 7 cm) is glad of getand. Parallel met de snede, op ongeveer 5 mm ervan, bevindt zich soms een bot stangetje. Stompe punt en stangetje voorkomen elke vorm van beschadiging of verwonding. Een ander model bestaat uit een klein gebogen mesje (koordjesmes (vinger) genoemd) dat aan een ring is vast geklonken. Het werktuig wordt rond een van de vingers gedragen en gebruikt om garen, lint, plastic band, palletwikkel, tape, karton, enz. door te snijden. Het dient vooral bij handelingen waarbij veelvuldig koord moet worden doorgesneden, zoals visnetten herstellen of de oogst in de grienden. Ook hier is het vrijwel onmogelijk jezelf of iemand anders te verwonden. [MOT]
Tulpenrooispade (v.)
De tulpenrooispade is een oogstwerktuig van de bloembollenkweker om bollen te rooien uit het bollenbed. "Eerst werd een laagje grond boven de tulpen afgehaald en daarna werden de bollen met de schop gelicht en in een bak gedaan." (1) Er bestaan modellen voor links- en rechtshandigen (2) en varianten die lijken op een kleine driehoekige tuinspade of een zodensteker. Er is verwarring mogelijk met de overschietspade, die ook eigen is aan de beddenbouw, en met een model van de zodensnijder. [MOT] (1) Zie een beeld van het gebruik op de beeldbank Historische Vereniging Oud Stede Broec in West-Friesland. (2) REUS M., Gereeskip, zô ging ut toentertoid, Medemblik, 2007: 40
strodekker
strodekker   rietdekker
Baggerbeugel (m.)
Werktuig gebruikt voor het "baggeren van sleuven in vaarten waarin een leiding moet worden gelegd, het uitdiepen van sloten en tochten (1) alsook voor het opschonen van grachten (2)". Als de turf veel water bevat, wordt hij ook met de baggerbeugel uit de kuil geschept en op het heideveld verspreid in zogenaamde banken (zie ook slagijzer (turfsteker)). De baggerbeugel bestaat uit een ietwat ovale ijzeren plat gesmede beugel (diam. ca. 25-32 cm) waaraan een net (maaswijdte ca. 1-2 cm afhankelijk van de dikte van de bagger) van geknoopte koord (vlas, hennep) (3) gebonden is en waarop een lange steel (lengte ca. 3-8 m; diam. ca. 3 cm) die naar onder toe breder (ca. 4,5 cm) uitloopt, bevestigd is door middel van een ring, een veer en een schroef. De beugel is aan de onderkant mesvormig afgewerkt en eventueel voorzien van een snijdend lipje (ca. 20 bij 8 cm). Men werpt de beugel in de sloot en trekt deze naar zich toe waarbij het snijdend gedeelte van de beugel over de bodem glijdt. Eens het net gevuld, draait de baggeraar...
Hoosvat (o.)
Een hoosvat (1) is een houten recipiënt om een relatief grote hoeveelheid water te hozen, ten opzichte van de kleinere boezemschop waarmee ook modder en bagger kan worden gehoosd. Er zitten tot vier handvatten aan, zodat er ook met twee man tegelijk kan worden gewerkt. Baggeraars en griendwerkers hozen er een afgedamde sloot mee leeg. De bodem is ca. 50 x 50 cm en licht gebogen, de hoogte ca. 25 tot 0 cm (2). [MOT](1) V.D.(1950) s.v. hoosvat: "schepper met steel om te hozen of te gieten" s.v. hoosbak: "grote bak die van voren open is en met touwen aan een bok hangt, en die dient om grote hoeveelheden water uit een funderingsput of over een dam uit te werpen"(2) VINK G.: Gereedschap voor de griendcultuur, in Ambacht & gereedschap, afl. 20 (2001): 15.
J.-B. De Prost. Manufacture d'instruments de musique (cuivre et bois)
Betelnootsnijder (m.)
Deze nieuwe werktuigfiche is in opbouw. [MOT]
Zaagzettang (v.)
De tanden van een zaag dienen geregeld gevijld (zie zaagvijl) en gezet te worden om te vermijden dat de zaag vastloopt tijdens het zagen. De tanden worden dan buitenwaarts om beurt naar links en naar rechts gebogen. Men kan dit o.a. doen met een zaagzettang. Deze buigt de tand wanneer men de armen dichtknijpt. De tangen kunnen vrij sterk verschillen van model tot model, maar de meeste tangen bieden de mogelijkheid om via schroeven de tang aan te passen aan de gewenste buigingsgraad en de grootte van de tand. Vroegere zaagzettangen daarentegen zette men op de tand. Men sloot de tang en boog de tand vervolgens door de tang naar beneden te drukken. De gehele tang werd dus gebruikt als hefboom en vaak belette een verstelbare geleider het te ver drukken. De voorloper van de zaagzettang is het zaagzetijzer. Een plat stuk ijzer met spleten paste op de tand en werd naar beneden gedrukt om de tand te buigen. Dit werktuig vroeg echter meer vaardigheid om de tanden in de juiste stand te buigen. Zie ook zaagzethamer. [MOT]