Hakmes (hout) (o.)

identificatiecode
ID 64
morfologie
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
holotype
MOT V Dv 0813 L=35cm B=10cm G=850gr
holotype
MOT V Dv X 0070 L=37cm B=13cm G=850gr
holotype
MOT V 87.0502 L=39,5cm B=7cm G=450gr
holotype
MOT V 89.0547 L=36,5cm B=11cm G=961gr
holotype
MOT V 91.0527 a-b2 L=40cm B=13cm G=1000gr. Opschrift: E. LEBORONE afb zwaard / ovaal.
holotype
MOT V 98.0056 L=34cm B=20cm G=450gr. Opschrift: F.F. afb rechthoek.
holotype
MOT V 2003.0641 L=42cm B=14cm G=667gr
holotype
MOT V 2005.0107 L=37cm B=10cm G=584gr
holotype
MOT P 0023 (Japan) L=44cm B=20cm G=510gr. Opschrift: ideogram.
alias
kapmes (syn.) (V.A.W.P: 2.487)
alias
hiep (syn.) (V.A.W.P: 2.487)
alias
houwer (syn.) (V.A.W.P: 2.487)
alias
teenmes (syn.) (V.A.W.P: 2.487)
alias
twijgmes (syn.) (Catalogus 1840: 34)
alias
sligtmes (syn.) (Catalogus 1840: 34)
alias
rijshaak (syn.) (Catalogus 1840: 34)
alias
schalmmes (syn.) (DE BO: 844)
alias
houthakmes (syn.)
alias
herstal (syn.)
alias
snoeimes (syn.) (VERHAGEN: 107; VINK: 17)
alias
haalmes (syn.) (VERHAGEN: 107)
alias
snoeihakmes (syn.) (VAN BREEN: 51)
beschrijving

Handwerktuig om dunne takken door te hakken, bomen te snoeien, tenen te oogsten enz. (vgl. machete). Met het hakmes wordt altijd geslagen, in tegenstelling tot het snoeimes waarmee gesneden wordt (wrijving) (1).

Het hakmes bestaat uit een 25-35 cm lang blad (breedte ca. 7-20; gewicht ca. 0,7-1,3 kg) (2), waarvan de angel (de tong is uitzonderlijk) in een kort houten of leren hecht (ca. 15 cm) steekt dat over het algemeen in de as van het blad ligt (zie hieronder). Dat hecht kan recht zijn maar eindigt vaak in een bol of een houten of metalen haak om het werktuig tegen te houden.

Een lichter (ca. 0,5 kg) model (3) heeft een smaller blad (ca. 20 cm bij 7-8 cm), met licht bol gebogen snede, dat in een parallel vlak van het handvat ligt. Het wordt, na het hakken van het rijshout met een rijshaak, gebruikt om de takken op te werken en op de hakblok op de gewenste lengte te hakken. Er bestaan modellen voor linkshandigen en voor rechtshandigen.

Onder de hakmessen kunnen vier hoofdvormen onderscheiden worden: het blad met rechte snede, betrekkelijk kort en breed; het blad met boogvormige snede en al dan niet eindigend in een korte stompe haak; het haakvormig blad, betrekkelijk smal en lang, waarvan de snede aan het uiteinde gebogen is, tenslotte het griendhakmes. Op de rug van het haakvormig blad wordt soms een bijltje gesmeed.

Aan het hakmes wordt soms tegen het hecht een haakje gesmeed om het werktuig aan de gordel te hangen. Dat schijnt evenwel betrekkelijk weinig voor te komen. Vaak hangt het hakmes hangt aan een haak aan de gordel of wordt het in een schede of in de gleuf van een stuk hout gestoken.

Het Japans hakmes heeft een langwerpig, relatief kort (ca. 15-20 cm) gebogen blad van gelaagd staal, dat haaks aan een langere (ca. 30-40 cm) steel bevestigd is. De snede is lichtjes holrond; de rug is bolrond en relatief breed (ca. 2-6 mm). Dit hakmes gelijkt sterk op de Japanse sikkel maar is zwaarder (ca. 500 gr).

Zie ook machete en struikhakmes.

Sommige modellen gelijken op het bietenhakmes. [MOT]

(1) Soms worden met het hakmes enkele stroken schors afgesneden. Het werktuig wordt dan met beide handen gevat en zoals een trekmes gehanteerd.

(2) Volgens MOUILLEFERT: 193 moet de boomsnoeier lichte en zware hakmessen hebben (tussen 700 en 1200 gr).

(3) VAN BREEN: 51 maakt een onderscheid tussen het "snoeihakmes gebruikt om de zware takken van hun bleezen (= topeinde) te ontdoen, tot het maken van hoepelhout, haringband en tuinlatten" en het "gewone hakmes gebruikt om de hooger groeiende takken van knotwilgen af te hakken."