Sponboor (v.)

identificatiecode
ID 135
morfologie
morfologie
morfologie
beroep
holotype
MOT V 87.0342 L=35cm B=24cm G=890gr
holotype
MOT V 91.0688 L=60cm B=52cm G=2200gr
alias
tapboor (syn.) (VAN YK: 278)
alias
bomboor (syn.) (GROTHE: 207)
alias
kraanboor (syn.) (GROTHE: 207)
alias
sluitgatboor (syn.) (KARMARSCH: 1.753)
beschrijving

Avegaar om het spongat in een ton te boren of te verbreden (vgl. sponzaag en snijpasser (hout)).

De meest gebruikte sponboor is een korte schulpboor (zie glossarium) van ca. 20-25 cm, die een vooraf geboord gat verbreedt. Soms eindigt ze in een schroefboor of een slingerboor; ze boort dan zelf het eerste gat.

Een jongere vorm is de messponboor (1). Ze heeft een kegelvormig boorijzer (2) met één of twee overlangse spleten waarvan een zijde snijdt of waarin een mes bevestigd is. De messponboor met twee spleten snijdt tweemaal (twee messen) terwijl de schulpboor eenmaal snijdt. Op sommige van die messponboren staan de doorsneden van de spongaten aangeduid.

De kegelvormige raspsponboor heeft tandjes over heel haar oppervlakte zoals een rasp. Ze wordt vooral gebruikt om een spongat wat te verbreden of effen te raspen. Een combinatie bestaat in de sponboor met raspvormig bovenuiteinde (3) en de raspvormige schroefboor (4). [MOT]

(1) Eigen benaming onbekend. Fr. bondonnière à couteau (BRUNET 1912: 166).

(2) Volgens SALAMAN: 41 bestaan er houten messponboren.

(3) PAULIN-DESORMEAUX: 89.

(4) SALAMAN: 35.