Omslagboor (v.)

identificatiecode
ID 102
morfologie
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
beroep
holotype
MOT V 83.0579 L=27cm B=13cm G=400gr
holotype
MOT V 91.0109 L=39cm B=8cm G=1020gr. Opschrift: FLOTT
holotype
MOT V 91.0572 a-b2 L=48cm B=14cm G=450gr. Opschrift: 1/2.
holotype
MOT V 2001.0067 a-c3 L=16cm B= 9cm H=33cm G=1400gr
holotype
MOT V 2007.0290 L=25cm B=17cm G=176gr. Opschrift: AMATEUR D.R. PATENT.
alias
spijkerboor (syn.) (DESMET: 278; GROTHE: 207; SEWEL: 2. 745)
alias
kuikenboor (syn.)
alias
zwengelboor (syn.) (V.D.)
alias
keer (syn.)
alias
wemel (syn.)
beschrijving

De omslagboor bestaat uit een metalen of houten booromslag en een boorijzer (zie glossarium). Ze wordt bij het bewerken van hout vaak aangewend om betrekkelijk kleine en ondiepe gaten te boren (1).

Voor bijzondere doeleinden worden uitzonderlijk lange booromslagen gebruikt. Het boorijzer wordt op verschillende wijzen in de houder bevestigd. In houten booromslagen werden vaak boorijzers met kuiken gebruikt, d.i. een houten blokje waarin het boorijzer vast steekt (2); een kuiken past doorgaans maar in één bepaalde omslag.

De metalen omslagboren hebben al dan niet een palrad zodat het boorijzer eventueel slechts in een richting meedraait.

Het uiteinde waarop druk uitgeoefend wordt, is doorgaans een los stuk hout, druif genoemd; het kan ook in een punt eindigen dat past in een gat van een borstplaat die door middel van een riem op de borst van de gebruiker bevestigd is. In plaats van de houten druif zijn er ook ijzeren licht holrond platen en paddenstoelvormige; ze worden hoofdzakelijk door de smid gebruikt (3).

Een bijzonder model voor kleine gaten is voorzien van een houten handvat ter vervanging van druif of punt. Aan de booromslag is een (koperen) zwengel bevestigd. Zo kan men de afstand van handvat tot boorijzer kleiner maken en is het werktuig makkelijker te hanteren.

Om makkelijk in hoeken te kunnen werken, wordt een hoekomslagboor gebruikt.

Om een gat te boren in een schedel gebruikt de chirurg een metalen omslagboor met boorijzers of met een gatezaag. Op sommige modellen voorkomt een geleider het te diep zagen.

Met een booromslag kan men ook een schroevendraaier, een dopsleutel of een pennensnijder doen draaien.

Zie ook borstboor. [MOT]

(1) Vroeger ook om in eik het gaatje te boren waarin een spijker gedreven wordt. Daarom sprak men ook van een spijkerboor, maar SEWEL: 2. 745. vertaalt spijkerboor door gimlet (fretboor). Vgl. GROTHE: 207. Welk is het verschil tussen de 'gewone spijkerboor' en de 'grote spijkerboor' aangehaald door DESMET: 278?

(2) Vandaar ook de benaming "kuikenboor" die wel eens voorkwam.

(3) In Canada gebruikte men wel eens een booromslag met steun voor de knie, om bij het tappen van de esdoorn een gat te boren in de stam. (SEGUIN: 841).

MOT V 91.0109