Zodensteker (m.)

identificatiecode
ID 863
morfologie
beroep
beroep
holotype
MOT V 91.0697 L=90cm B=50cm G=2950gr
holotype
MOT V 92.0019 L=85cm B=50cm G=3850gr
alias
graaf (syn.) (ELOY: 264)
alias
greef (syn.) (VAN LEUVEN: 42)
alias
moergreef (syn.) (CROMPVOETS 1981: 213)
alias
meststik (syn.) (VAN LEUVEN: 42)
alias
plaggensteker (syn.)
alias
turfgreef (syn.) (JORDAENS: 141)
beschrijving

Met een zodensteker kan men zoden of aangestampte mest verticaal afsteken; hij wordt ook bij het turven gebruikt.

De zodensteker heeft een zwaar, driehoekig blad met afgeronde hoeken, bevestigd in een T-steel. Het dwarsstuk is breed (ca. 50 cm) en wordt met beide handen gevat, vervolgens drukt men het werktuig naar beneden met zijn gewicht. In enkele gevallen is er een steun voor de voet.

Te onderscheiden van de hooispade.

Niet te verwarren met de zodensnijder die getrokken wordt en de graskantsteker waarvan het blad de vorm heeft van een halve maan.

Zie ook mestbijl, zodenbijl en zodenlichter. [MOT]