Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 5,511 - 5,520 15,523 resultaten gevonden
Zuiverhekel (m.)
Het gezwingelde vlas (zie zwingelmes) of de hennep (1) wordt gezuiverd, d.i. ontdoen van knopen en de nog laatste achtergebleven lemen en klodden (korte en zwakke vezels), door de vezels door de tanden van de grove hekel, ook voorhekel genoemd, en daarna door een fijnere hekel te trekken. Beide bestaan uit een schuin (ca. 80°) opgestelde houten plank voorzien van een 5-16-tal tanden (ca. 8-12 cm lang) (2) die geschrankt staan. De plank, soms voorzien van een uitsparing om de voet door te steken, is aan een (houten) voetplank bevestigd. Ook in de vorm van een hekelplank of -bank (3). Te onderscheiden van de spinhekel waarbij de vezels worden gekamd juist voor ze gesponnen worden. Zie ook de repelkam. [MOT] (1) De zuiverhekel voor het vlas zou fijner zijn dan die voor de hennep (WEYNS uit Ons heem 26 (1972) 3: 101). (2) ELOY: 322, meldt een (hennep)hekel met ca. 40 pinnen met een lengte van ca. 16 cm lang. (3) Bv. DEWILDE 1983: 380.
Zwaaispits (m.)
De zwaaispits (1) is een handwerktuig van de steenbewerker met een lange houten steel (ca. 30-100 cm) die met twee handen gevat wordt en een lange (ca. 30-50 cm) symmetrische ijzeren kop (2 à 3 kg zwaar) met twee piramidale punten. De steenhouwer hanteert hem om de grovere oneffenheden in natuursteen weg te hakken op de verticale vlakken. Zie ook de afhouwhamer. De hamer is verwant met de bilhamer die door de molenaar wordt gehanteerd om een maalsteen te billen, maar diens banen vormen doorgaans een bredere pen. Het handwerktuig is niet te verwarren met de polka en sommige modellen van de vlecht en houweel. [MOT] (1) De term is een verbastering van het Duitse Zweispitz (twee punten).
Zwiktang (v.)
Bij het maken van een schoen spant de vakman het leer om de leest en spijkert het vast met een zwiktang. De bek is binnenin geribd en soms gebogen om een betere greep te bekomen. De schoenmaker trekt het leer aan met de tang en houdt het stuk even tegen met zijn linkerhand. Hij opent de tang en gebruikt de hamer van de bek om de spijkers in te slaan. Net als bij de spantang van de schilder is één of beide kaken dikker om als hamer te dienen. Bij sommige modellen is de hamer op de kaak geschroefd. De zwiktang is dus een samengesteld werktuig. Ze is ook verwant aan de singeltang van de stoffeerder. [MOT]
Zwikboor (v.)
De zwikboor is een fretboor om een luchtgat in een ton te boren. Haar kruk is meestal zwaar om de zwik, d.i. de pen om het gat te stoppen, in te kunnen drijven. Daarom zijn de uiteinden ervan soms met koperen of ijzeren blokjes beslagen. Het boorijzer is vaak een schroefboorijzer (zie glossarium). [MOT]
Zweettrekker (m.)
Werktuig waarmee men - net zoals met het zweetmes - het vocht van sterk bezwete paarden aftrekt. Het heeft een langwerpig (ca. 20 bij 5 cm) metalen blad, dat in de lengte gebogen is en haaks bevestigd is aan een rechte steel. Aan het blad is ook een rubberen band bevestigd die er aan één lange zijde onderuit steekt (ca. 1 cm). Te onderscheiden van de ruitenwisser. [MOT]
Zweetmes (o.)
Het zweetmes bestaat uit een reep buigzaam metaal - nu wel eens van plastic - (ca. 50 cm bij 4 cm), met een handvat aan beide uiteinden (1). Het dient om het vocht van sterk bezwete paarden af te strijken. Zie ook zweettrekker. [MOT] (1) Een afgedankt zeisblad werd daarvoor vaak gebruikt (bv. ''Nouveau dictionnaire universel des arts et métiers'': s.v. couteau.).
A. Dondeynestraat 19, Lo-Reninge, Belgium
Brugsesteenweg 213, 217, Pittem, Belgium
Aalbroekstraat 70, Gavere, Belgium
7e-Geniestraat 8, Houthulst, Belgium