Bezem (m.)

identificatiecode

ID 1000
morfologie

beroep

beroep

beroep

holotype

MOT V Dv 0044 L=71cm B=22cm G=940gr

alias

rijsbezem (syn.) (V.D.)

alias

rijzenbezem (syn.) (Tech-term: 29.4)

alias

stalbezem (syn.) (Tech-term: 29.4)

alias

ovenbezem (syn.)

alias

straatbezem (syn.) (V.D.)

alias

dekbezem (syn.)
beschrijving

In huis, op straat, in de stal en op het erf wordt de bezem gebruikt om de vloer schoon te vegen. In mindere mate wordt met de bezem het graan of hooi in de graanschuur of hooizolder bijeen gekeerd (1) of het graan, na het dorsen met de vlegel, verzameld (2). Ook op oorlogsschepen wordt het dek schoon gehouden met een bezem.

De bezem bestaat uit een rechte of licht gebogen (essenhouten) steel (ca. 80-100 cm), gestoken in een (ronde) bundel of bundels van dun buigzaam rijshout (ca. 70 cm) - zoals berk, beuk, wilg, brem, enz. - en samengebonden met een wiepband, een reep gekloofde wilg of hazelaar, een stuk touw of ijzerdraad. Vandaag worden er ook van plastic gemaakt.

"Twijgen van berk, heide, brem; pluimen van sorghum (3), riet, blauw parelgras en stengels van biezen, esparto(gras), enz. zijn de meest gebruikte materialen bij het vervaardigen van bezems. ... Om de stallen en de hoenderhoven schoon te maken maakt men gebruik van de bezem van berketakjes. Deze van hulst zijn het meest geschikt om - in het voorjaar op de weide - de bladeren, de strootjes, de niet gebruikte mest en het klein snoeihout van de hagen te verwijderen." (4).

Zie ook stokdweil en bezem voor vislijm.

Zie ook straatborstel en veegborstel. [MOT]

(1) PARTRIDGE: 190.

(2) WARNANT: 150.

(3) Soms gekleurd met kopersulfaat (CHANCRIN & FAIDEAU: 139).

(4) Uit N.L.I.: s.v. balai.