Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 2,961 - 2,970 15,358 resultaten gevonden
Puimsteen (werktuig) (o.)
Puimsteen is grijs, glasachtig vulkanisch gesteente met veel luchtbellen en dat zeer poreus is. Natuurlijke puimsteen is zeer ongelijk van structuur en bevat dikwijls scherpe stukjes kwarts die bij het schuren krassen kunnen veroorzaken. Daarom gebruikt men vaak kunstmatige puimsteen, vervaardigd uit gemalen en gezifte puimsteen met een bindmiddel. Veelal wordt het aangewend om schilderwerk af te schuren, maar ook in de lichaamsverzorging wordt de puimsteen gebruikt. Zie ook schuurpapier. [MOT]
Priem (mandenmaker) (m.)
De mandenmaker gebruikt een metalen priem met stompe (1) punt of een houten of benen (2) werktuig om een ruimte tussen tenen te vergroten waar een andere teen tussen geduwd wordt (vgl. splitshout, -ijzer). [MOT] (1) Zie in HANSEN 1945: pl. 13 een priem die op het voegijzer van de metselaar gelijkt. (2) Het been loopt puntig uit en het gewrichtsuiteinde (epifyse) dient als hecht; het kan ook in een houten hecht steken (WEYNS 1950: 118). [MOT]
Proeversmes (o.)
Een proeversmes is een licht (ca. 50 gr) lang (ca. 25 cm) en smal (ca. 1 cm) zakmes dat gebruikt wordt om worst en andere fijne vleeswaren te proeven op beurzen e.d. (1). Vaak is het lemmet voor een deel getand om de worst makkelijk door te kunnen snijden. [MOT] (1) Volgens SARGENT: 18 zou het mes dienen om meloen of citrusvruchten te testen.
Ringsleutel (m.)
Dit type van moersleutel (zie glossarium) sluit geheel om de moer of kopbout. Hierdoor kan je meer kracht zetten dan met een steeksleutel, die de moer maar op twee hoeken aangrijpt. De ringsleutel heeft een werkend deel in de vorm van een -binnenin- vier-, vijf-, zes- of meerzijdige ring; de naam wordt ook gebruikt wanneer die vorm uit een plaat gedreven werd. Vaak is het werktuig samengesteld uit verschillende werkende delen van verschillende maten; voor heel kleine moeren en bouten bestaan er ook setjes met verscheidene met elkaar verbonden sleutels. Ook komt een combinatie met een steeksleutel, een haaksleutel, een magneetsleutel of een schroevendraaier voor, zelfs een hoefkrabber. Voor kleine moeren kan een ringsleutel gebruikt worden die verstelbaar is door middel van een stelmoer (zie ook fietssleutel (ringsleutel)). Het hecht kan recht, S- of boogvormig zijn. Er bestaat een variante met ratel. Zie kalkoensleutel, open ringsleutel, ringsleutel voor wiel, slagringsleutel, sleutel...
Ritspasser (m.)
De ritspasser dient om - hoofdzakelijk boogvormige - groeven uit te snijden in de nerfzijde van het leer (1). Hij wordt ook gebruikt om de stiknaden, bij riemen, zadels en garelen uit te tekenen. Hij is een V-vormige passer waarvan de twee benen (ca. 15-18 cm) rond een op hun uiteinde geplaatste spil draaien. Het ene been eindigt in een punt en wordt in het middelpunt van de cirkel geplaatst; het andere uiteinde heeft de vorm van een rits (breedte ca. 2 cm). Meestal is er op een been een boog bevestigd waarbij de benen door middel van een schroef kunnen vastgezet worden. Op sommige modellen is het been van de rits voorzien van een houder waar verschillende maten van ritsen in passen. Het puntige uiteinde van de ritspasser kan ofwel recht zijn ofwel licht gebogen of gesplitst zijn (2). Bij dat laatste staat één van de twee punten nagenoeg loodrecht in het middelpunt van de cirkel en kan zo moeilijker wegglijden. De ritspasser met gesplitste punt kan men in beide richtingen gebruiken. De...
Rolschoffel (m.)
Met de rolschoffel kan men tussen plantenrijen tegelijk het grondoppervlak losmaken en het onkruid net eronder wieden. Het werktuig bestaat uit een metalen rol met schuine dwarsstukken, die functioneert als wiel en de begroeiing plat drukt. Net achter de rol bevindt zich een afneembaar smal en beweegbaar schoffelblad. Het mes is meestal in de hoogte en hellingsgraad verstelbaar. Aan weerszijden van de rol bevindt zich een beschermingskap om te vermijden dat de losgemaakte grond zijdelings op de gewassen vliegt. De werkbreedte kan variëren van ca. 8 cm bij een enkel wiel tot 50 cm bij een model met dubbel wiel, waarmee men twee rijen tegelijk kan bewerken. Het geheel wordt met duw- en trekkende bewegingen gebruikt. De aansluiting met de T-steel is vaak scharnierend naar links of rechts verstelbaar. Zo kan men schuin achter het werktuig stappen zonder de geschoffelde grond vast te trappen. Het werktuig is sterk verwant aan de grondfrees (hand) en de handschoffelmachine, die vrijwel hetzelfde...
Ringsleutel voor wiel (m.)
Wanneer een luns het wiel op de as van een kar of een wagen houdt (1), volstaat een hamer om het los te maken. Wanneer het om een moer gaat, gebruikt men meestal een bijzondere vier- of zeskantige ringsleutel. Hij is altijd S-vormig (2) en kan enkel of dubbel zijn. [MOT] (1) De moeren van een autowiel worden met een wielmoersleutel los- of aangedraaid. (2) Zodat de twee werkende delen in twee verschillende vlakken liggen.
Ringzaagtang (v.)
Een ringzaagtang wordt gebruikt om een vastzittende vingerring, die bv. met zeep of een draad niet verwijderd kan worden, door te zagen zonder de huid te beschadigen. Het werktuig bestaat uit twee hefbomen van de eerste soort (zie glossarium) die rond een spil draaien. Een kaak bestaat uit een dun lipje met een groef waarin het zaagblad past. De andere kaak vat het fijngetande zaagblad (diam. ca. 3 cm) dat men door middel van een vleugelmoer kan laten ronddraaien. De armen zijn beiden even lang en licht gebogen of bestaan uit één hecht en een kortere arm. Het lipje wordt tussen ring en vinger gestoken waarna met de ene hand de tang lichtjes wordt dichtgeknepen en met de andere hand het zaagblad gedraaid wordt. Er bestaan ook modellen voor linkshandigen. [MOT]
Ritsbeitel (metaalbewerking) (m.)
Geheel metalen beitel van ca. 20-50 cm lang om ritsen in metaal te hakken, d.i. bijvoorbeeld een smalle groef in een metaalplaat om deze makkelijker te doen breken of in een hoefijzer waar de gaten voor de hoefnagels gedreven zullen worden. De ritsbeitel heeft een vrij smalle snede (ca. 9-13 mm) die onder een hoek van ca. 60° geslepen is. Hierdoor kan je er tot op vrij grote diepte mee werken. Het geheel is meestal rechthoekig in doorsnede. Te onderscheiden van het pelijzer van de steenhouwer. [MOT]
Roerhaak (metselaar) (m.)
De roerhaak wordt door de metselaar gebruikt bij het bereiden van beton. Het is een haak met drie, soms ook vier (1), puntige, in doorsnede vierkantige (2), ijzeren tanden (ca. 15 cm) die ongeveer 180° gebogen staan ten opzichte van de dille (diam. ca. 4 cm) waarin een lange (ca. 140 cm) houten steel steekt (3). Zie ook kalkhouw waarmee mortel wordt bereid. [MOT] (1) ''Hoe maakt men een goed beton'': 25. (2) ''Pétolat s.a.'': 112 laat een model met platte tanden zien. Werkend deel en dille zijn verbonden d.m.v. een lange platte stang. (3) N.L.I.: s.v. griffe, toont een model met drie langere tanden die een hoek van 90° vormen met de steel.