werktuig
Lijnwerkershaak (m.)
Bovengrondse telefoonlijnen worden doorgaans door een arbeider die op de
palen staat, op de steunen van de isolatoren getrokken met behulp van een
touw met een haak. Wanneer dat mogelijk is, wordt de lijn van op de grond
op die steunen gelegd met behulp van een stok van 3- 4 m, al dan niet uit
een stuk. Het werkend deel bestaat uit een gaffeltje of uit een
samenstelling van gaffeltje en haak; de haak maakt het mogelijk werktuig én
lijn op te hangen tijdens de bewerkingen. Op een bijzonder model is er aan
het ander uiteinde een hamer gemonteerd waarmee duimen ingedreven kunnen
worden: "Le marteau sert à fixer les clous supports, à hauteur, dans les
appuis naturels appropriés (arbres, poteaux, corniches, linteaux, etc.) et
à les en arracher. Cet outil spécial porte, du côté a, un logement dans
lequel se maintient le clou support, ce qui permet d'enfoncer celui-ci d'un
seul coup à la volée en tenant la hampe par l'extrémité opposée au marteau
sans qu'il y ait danger de voir le clou sortir...