Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 3,231 - 3,240 15,358 resultaten gevonden
Stophouweel (o.)
Door de spoorwegarbeider gebruikt houweel waarvan het ijzer in een punt eindigt en het andere uiteinde T-vormig is om fijne (bv. grind) en grove ballast onder de rails te stoppen. [MOT]
Stokschaar (v.)
De stokschaar is een grote (ca. 60-100 cm) schaar waarvan één uiteinde haaks is omgebogen zodat het in de bankschroef kan worden geklemd of in een gat in de baan van het aambeeld kan worden geplaatst. Hierdoor kan men meer kracht op de andere lange arm uitoefenen. Deze laatste is meestal voorzien van een stootnok door het uiteinde om te buigen. Soms loopt de arm door en steekt met behulp van een angel in een houten handvat. Het werktuig bestaat meestal uit 2 hefbomen van de eerste soort die rond een spil draaien maar kan ook uit 2 hefbomen van de tweede soort bestaan (1); deze wordt veelal door de smid gebruikt. Hij bedient zich ook van modellen met een dubbele hefboomoverbrenging om extra veel kracht te kunnen ontwikkelen (2). De metaalbewerker knipt er metaalplaat mee die te dik (ca. 1,5-2 mm) is voor de plaatschaar. De muntslager gebruikt de stokschaar om uit de op dikte gehamerde plaat min of meer ronde muntplaatjes te knippen (3). Nadien worden ze op het juiste gewicht gevijld en...
Straatstamper (m.)
Om de straatstenen vast te stampen, gebruikt de stratenmaker een stamper. Zo'n werktuig kan van hout zijn. Het is dan een cilindrisch of licht kegelvormig stuk hout (hoogte ca 75-100 cm) onderaan beslagen op een paar centimeter van de rand. Een stok steekt door het blok en vormt handvatten; deze kunnen ook uit twee houten bogen bestaan (1). De straatstamper kan ook van metaal zijn met ongeveer dezelfde vorm als de houten (soms met een vierkantige doorsnee). Hij kan tenslotte ook uit een ijzeren blok bestaan waarin een rechte steel steekt. Men raadt een gewicht van 20-22 kg aan (2). Voor natuurstenen worden zowel de houten als de ijzeren straatstamper gebruikt, voor klinkers of tegels, de houten. Voor stampasfalt worden de ijzeren stampers verwarmd (3). Te onderscheiden van het plaveiblok, de grondstamper en de handhei. [MOT] (1) Bv. DURAND-CLAYE: 380. (2) GELDOF, J.: 189. Dezelfde auteur meldt ook "zware tweemanstampers" die evenwel "niet wel in het gebruik voldoen, omdat het moelijk...
Strijkijzer (massief) (o.)
Handwerktuig van massief metaal met een dik (ca. 3-10 cm) blad met een L- of U-vormig handvat erop. Het werd op de kachel, in het open vuur of op het gasvuur (1) gezet totdat het op temperatuur was en vervolgens streek men ermee over de gewassen kleren om de kreukels eruit te krijgen. Het handvat kan van metaal of hout en vast of afneembaar zijn. Een afneembaar handvat haalde men voor het opwarmen eraf en plaatste men terug wanneer het strijkijzer op temperatuur was; zo had men steeds een koel handvat in de hand. Sommige strijkijzers hadden voor datzelfde doeleinde een metalen geperforeerd handvat. Wanneer het ijzer in het open vuur opgewarmd werd, werd het uiteraard vuil. Voordat men ermee over het schone wasgoed streek, werd het afgeveegd. Het ijzer kon ook na het opwarmen in een strijkschoen geplaatst worden, d.i. een dun plaatje dat onder de zool van de strijkbout bevestigd kon worden d.m.v. twee verende beugels. Zo kwam de zool niet in aanraking met het wasgoed. Zie ook het strijkijzer...
Strijkijzer (met kolen) (o.)
Naast het massieve strijkijzer en het strijkijzer met strijkbout bestaat er ook een strijkijzer waarin men gloeiende kolen legde om het te verwarmen. De bovenkant kan open opdat de hete kolen erin kunnen; ook zijn er openingen aan de bovenkant - soms in de vorm van een schoorsteen - waarlangs de rook weg kan, en dikwijls ook net boven de zool om zuurstof aan te voeren. De kolen kunnen ook met een blaasbalg, die men in een opening aan de achterkant van het ijzer steekt, tot gloeien gebracht worden. Deze strijkijzers zijn van ijzer, gietijzer, brons, koper of terra cotta. [MOT]
Strijker (pannenbakker) (m.)
Cilindrisch stuk beukenhout waarmee door middel van een schuivende zigzag-beweging de pannenbakker het teveel aan klei van het pannenraam verwijdert. Daardoor wordt tegelijkertijd de klei gladgestreken. Daar de strijker fel onderhevig is aan slijtage moet hij regelmatig op de draaibank worden bijgewerkt. [EMABB]
Strijkklopper (m.)
De strijkklopper is een spaanvormig plankje (ca. 30-35 cm lang; ca. 10 cm breed) - te onderscheiden van de wasklopper - waarmee de kleermaker op het persgoed sloeg om de vouw te verstevigen en een strijkeffect te bekomen. Eventueel is er een lapje stof omheen gewikkeld. [MOT]
Strekhout (o.)
Wigvormig houten handwerktuig (ca. 10-12 cm lang; ca. 7-10 cm breed) met een bot metalen of hoornen blad, soms met afgeronde hoeken, bevestigd in het smal toelopend uiteinde. De bontwerker gebruikt het strekhout om naden plat te strijken (zie ook robber), het soepel wrijven van gespijkerd materiaal en het oprekken van ingevochte vellen. Het wordt met de rechterhand gehanteerd terwijl men met de linkerhand het vel vasthoudt. [MOT]
Verstekschaar (v.)
Een verstekschaar is een metalen schaar van 20-25 cm lang waarmee men houten plinten, profielen en sierlijsten kan afknippen in verstek (1). Dwars op de bladen is een metalen plaat gemonteerd, die dienst doet als aambeeld. De delen aan weerszijden van de bladen zijn symmetrisch en soms voorzien van een graadboog om de gewenste hoek te bepalen. De elektricien hanteert deze schaar om lijsten te knippen, die bedrading langs wanden bedekken. Tegenwoordig bestaan er allerlei modellen, waarbij de bladen zijn aangepast aan de vorm van het werkstuk en naargelang men metalen, kunststof of lederen elementen wil knippen. De armen kunnen met kunststof bekleed zijn. Een lang en zwaar model wordt op een vast onderstel bevestigd. Net als bij een snoeischaar, is een metalen haak of een lederen ring op het uiteinde van een arm bevestigd, om het werktuig toe te houden wanneer het niet gebruikt wordt. Op recente modellen zijn die soms vervangen door een pal naast de draaispil. Tijdens het werk springt de...
Verstekzaag (v.)
De verstekzaag is een zaag met tegenliggend blad (zie glossarium) om een plank of lijst in het verstekblok (zie verstekschaaf) door te zagen. Ze bestaat uit een houten blok (ca. 30-50/7-8/4,56-5,5 cm) waarvan de lange zijden uitgehold zijn om een beter houvast te bieden. Onderaan, nagenoeg in het midden van de breedte, is het zaagblad (ca. 9 cm breed) op het blok geschroefd (1). Om het verstekblok niet te beschadigen, zijn de tanden naar boven, naar het handvat gezet (zie glossarium). Deze zaag wordt met beide handen gevat. Soms vormen bestekblok en verstekzaag één geheel. Met dit, meestal uit metaal vervaardigd toestel kan men de graden van de hoek instellen. [MOT] (1) Blijkens de afbeelding in VAN DER HOEVEN: 29 zijn er verstekzagen met een rij tanden aan weerszijden.