Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 5,211 - 5,220 15,523 resultaten gevonden
Stokdoorslag (m.)
Handwerktuig dat bestaat uit een stalen hamerkop met een ronde (diam. ca. 0,5-2,5 cm), ovale, vierkante of rechthoekige doorsnede waarvan één uiteinde taps toeloopt in een vlakke punt en het andere uiteinde een vlakke baan heeft. De hamerkop wordt op een houten steel (ca. 20-40 cm) gestoken. De smid gebruikt de stokdoorslag om in een gloeiend stuk ijzer gaten te slaan van de gewenste vorm (rond - vierkant - rechthoekig) en diameter door met de smeed- of voorhamer op de baan van het werkend deel te slaan tot het halfweg door het metaal is gedreven. Het werkstuk, ondersteund door een onderlegplaat of boven het gat van het aambeeld geplaatst, wordt omgekeerd om met de stokdoorslag het gat in het werkstuk volledig door te drijven. Doordat de stokdoorslag taps toeloopt, wordt nadat het gat gemaakt is, het metaal verder opzij geduwd. Sommige modellen gelijken op de dolhamer. Zie ook stokpuntslag (hoefsmid) en doorslag (smid). [MOT]
Stokhaak (m.)
Handwerktuig om voorwerpen op- of af te hangen. De slager gebruikt hem voor spek, worsten e.d., de stomer, voor kleren, de winkelier, voor lichte en betrekkelijk weinig verkochte goederen. De stokhaak bestaat uit een naar boven gebogen haak (ca. 5 cm) met dille waarin een lange steel (ca. 120-250 cm) steekt. Sommige modellen zijn voorzien van meerdere haken. Zie ook bootshaak. [MOT]
Stokbeitel (m.)
De stokbeitel wordt gebruikt voor het koud of warm doorhakken van staven of ijzeren banden en tot het besnoeien van werkstukken. De smid plaatst de pen van de stokbeitel op het werkstuk en slaat met de voorhamer op de baan van het werkend deel. De stokbeitel bestaat uit een hardstalen hamerkop met in het vlak van de steel een wigvormige pen en een vlakke baan, waarin een steel (ca. 40 cm) steekt. Een zeldzaam model heeft een ijzeren steel waarbij zich tussen het werkend deel en de steel een veer bevindt (1). Deze vangt de kracht van de slag op als er niet loodrecht op de beitel wordt geklopt. De pen heeft een dubbele vouw van 30° om het ijzer warm door te hakken of van 60° om het koud te bewerken. Te onderscheiden van de stokwig. Zie ook schrooi en koubeitel. [MOT] (1) Bv. VAN DONGEN: 80.
Stempeltang (v.)
Men kan een stempel in papier drukken met een stempeltang. De stempeltang bestaat uit twee delen: de stempel en de houder. De stempel zelf lijkt op een breed pincet dat uitloopt in twee stempelplaten. Op de binnenzijde van de platen zit de tekening van de stempel in reliëf. Deze stempel wordt in de houder geplaatst. Met een arm drukt men beide platen van de stempel tegen elkaar. Het papier ertussen wordt vervormd naar de tekening van de stempel, die trouwens makkelijk verwijderd kan worden om een andere stempel erin te plaatsen. Zie ook controletang. [MOT]
Stempel (tegelbakker) (pottenbakker) (m.)
Metalen drukstempel gebruikt om tegels en potten te merken. Op bakstenen (zie stempel (steenbakker)), tegels en dakpannen worden soms tekens aangebracht. Doorgaans, letters die naar de fabrikant verwijzen. Tegels worden soms ook voorzien van een omcirkelde M op één van de smalle zijkanten; hij duidt niet aan dat de tegel machinaal wordt gevormd, maar dat de klei waaruit de tegel is gemaakt machinaal wordt voorbereid, dus fijner is. Cijfers op vaatwerk verwijzen vaak naar de inhoud. [EMABB]
Stokpasser (m.)
De stokpasser bestaat uit een houten of metalen vierkantige tot drie meter lange staaf, waarop twee of drie (1) houten blokjes met een metalen punt glijden (2). In elk blokje steekt een wig die, wanneer ingedrukt, het blokje vastzet; soms is de wig door een duimschroef vervangen. Deze passer dient om grote bogen te beschrijven. [MOT] (1) Met drie punten kan een ellips getrokken worden, zie ook de ellipspasser. (2) Soms is een blok vast. Soms ook is een punt door een potloodhouder vervangen.
Stikspade (steenbakker) (v.)
Spade met ijzeren blad, breder dan hoog (ca. 30 x 15 cm), met rechte of schuine snede en voorzien van een houten T-steel; wanneer de snede schuin is, gelijkt het werktuig enigszins op de overschietspade. De steenbakker gebruikt de stikspade om zavel doorheen de gerotte klei te spitten. [EMABB]
Suikerbreektang (v.)
Vroeger verkocht men de suiker in grote kegelvormige blokken, suikerbroden genoemd. Men brak ze met een suikerbijltje of met een suikerhamertje. Voor kleinere stukken gebruikte men een suikerbreektang. Deze tang onderscheiden we van de suikertang die we gebruiken om een klontje uit de suikerpot te nemen. De kaken van de suikerbreektang eindigen in twee punten of twee ronde licht T-vormige bladen. Sommige modellen waren op een plank bevestigd (1). Men legde vaak een doek op de tang tijdens het werk om te voorkomen dat de stukjes suiker in het rond zouden springen. Er bestaan ook kleine breektangen die bij het koffie-en theeservies horen (zie suikertang met suikerbreektang). Men noemt ze soms suikerschaar. Een ander model (2) heeft de vorm van een tang bestaande uit twee hefbomen van de derde soort, die rond een spil draaien. De dunne kaken eindigen in oren zoals bij een schaar. De kaak heeft langs de binnenzijde een rechte snede. De buitenzijde heeft vaak een grillige vorm, louter ter...
Stopmes (o.)
Het stopmes dient om stopverf aan te brengen in glassponningen. Er bestaan verschillende vormen die streekgebonden zouden zijn. Het blad kan puntig of stomp, stijf of veerkrachtig, recht of gebogen zijn. De huisschilder gebruikt het stopmes, nadat het houtwerk in de grondverf werd gezet en "afgepuimd", om spijker- en schroefgaten met stopverf te stoppen. Een eerder zeldzaam model heeft kleine sleuven in het blad (1), net zoals een glassnijder, om smalle stukjes glas af te breken. Zie ook kuipersstopmes en oestermesje. [MOT] (1) Zie JACKSON & DAY: 170 en SALAMAN 1976: 251.
Stukadoorstroffel (m.)
De stukadoorstroffel bestaat uit een gesmeed stalen blad dat met een omgebogen angel aan een recht hecht is bevestigd. Meestal zijn blad en angel uit één stuk gesmeed, soms is de angel echter met twee klinknagels aan het blad vastgeklonken. Het blad, van vorm rechthoekig of met afgerond uiteinde, varieert in grootte, van ca. 5 cm bij 10 cm tot ca. 11 cm bij 15 cm. "De stukadoor gebruikt deze troffel voornamelijk om de specie uit de kuip op zijn spaarbord te scheppen en soms van het spaarbord weer op de muur te brengen. Verder om de mortel in de kalkkuip 'om te zetten'." (1) Met de stukadoorstroffel mag men in tegenstelling tot de metselaarstroffel geen stenen afhakken. [MOT] (1) JELLEMA: 88.