Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 5,211 - 5,220 15,689 resultaten gevonden
Zeeprasp (v.)
Vlakke rasp uit plaatijzer (ca. 25-35 cm lang; ca. 10-12 cm breed), soms met een houten omlijsting, waarin vrij grote gaten uitgeprikt zijn en die gebruikt wordt om bruine zeep te raspen voor zeepsop. Op een vlakke keukenrasp met raspvlakken met gaatjes van verschillende grootte, treft men soms een raspgedeelte aan voor zeep. [MOT]
Zeilhaakje (o.)
Het zeilhaakje is een haakje (ca. 10 cm) met wartel waaraan een lijn bevestigd is. De zeilmaker gebruikt het bij het zeilnaaien om het doek gestrekt te houden. Het haakje wordt in het doek geprikt en de lijn wordt op de zeilmakersbank vastgezet. [MOT]
Zeissleutel (m.)
Vierkantige inbussleutel waarmee de ring los- of aangedraaid wordt, die een zeisblad op de steel bevestigt. Door het gat op het uiteinde van de hefboom kan een touwtje gestoken worden. De zeissleutel bestaat in een enkel maat. [MOT]
Zodensnijder (m.)
Zoden zijn regelmatige blokken grond, afgesneden of afgestoken van de bovenste laag van grasland. Door de aanwezigheid van vele wortels is de samenhang in die blokken vrij groot en kunnen ze verplaatst worden. Om erosie tegen te werken, wordt naakte grond vaak met dergelijke zoden bedekt; zo bv. bij dijk- of verdedigingswerken of bij het aanleggen van spoorwegen. De afmetingen van die plakzoden variëren, maar 30 x 15-30 cm met een hoogte van 4-6 cm is courant. Ook een gazon kan op die wijze aangelegd worden. Zoden worden ook gestapeld zoals (bak)stenen om beschoeiingen, muurtjes en hutten te bouwen. Men spreekt dan van blok- of metselzoden. Ze zijn zo'n 30 x 15 cm en 10 cm hoog. Om de zoden verticaal los te maken, gebruikt men een tuin- of steekspade, een zodenbijl, een zodensteker. Ook een zodensnijder, waarvan men twee hoofdvormen onderscheidt. Het eerste model heeft een mesvormig blad van zo'n 40 cm. Soms is dit een hergebruikt blad van een zeis. Het eindigt in een dille of een angel,...
Zodenbijl (v.)
Bijl met groot, zwaar en dik (ca. 5 mm), rechthoekig (ca. 40 cm bij 10 cm) of halvemaanvormig (1) ijzeren blad dat door middel van een oog of dille verbonden is aan een lange (ca. 100 cm) gebogen steel. De snede van het blad en het uiteinde van de steel vormen een hoek van ongeveer 45°. De zodenbijl dient om de zoden - met taaie wortels - door te hakken bij oppervlakkige turfwinning, maar ook om bijvoorbeeld daar waar een greppel met de steekspade uitgegraven zal worden om draineerbuizen te leggen (zie buizenlepel en leghaak). Bij het steken van zoden om dijken of taluds te beschermen, wordt ook vaak een zodenbijl gebruikt om de oppervlakte van de weide in lange repen te verdelen, die daarna met de tuinspade dwars afgestoken worden en dan met de zodenlichter losgemaakt (2). Zo'n bijl wordt ook soms gebruikt als mestbijl, om de aaneengekoekte mest van de potstal door te hakken. Zie ook zodensteker en zodensnijder. [MOT] (1) Bv. DEBY uit DAVID 1975: 140. (2) Bv. FRICK & CANAUD: 508.
Zethaak (hout) (m.)
De zethaak (1) dient om stammen en balken te wentelen, ook soms om ze te trekken (vgl. kanthaak (voor stam), palter). Het is een puntig, enigszins gebogen ijzer van ca. 25-30 cm, met een oog aan het uiteinde, waarin een rechte of gebogen steel van 1,10-1,40 m steekt (gewicht: 2,5-5 kg). Het ijzer wordt op de grond gelegd, onder de stam. De gebruiker trekt op de steel, die nagenoeg verticaal staat. De punt steekt dan in het hout en de stam rolt. Wanneer een stuk getrokken wordt, slaat de gebruiker zijn werktuig in het hout, zoals hij het ook soms met zijn bijl doet, om een houvast te hebben. [MOT] (1) De benamingen van de kanthaak, de palter en de zethaak worden met elkaar verward. Dat zethaak iets anders aanduidt dan kanthaak, kan afgeleid worden uit de opsomming in VAN YK: 27: 12 sethaken, 10 kanthaken". Zelfs met de duivelsklauw, d.i. één of twee aan een touw gebonden haken, om een stam of een balk te slepen, is er soms verwarring (bv. VAN LENNEP: 18: "balkhaak, houvast, duivelsklauw,...
Zodensteker (m.)
Met een zodensteker kan men zoden of aangestampte mest verticaal afsteken; hij wordt ook bij het turven gebruikt. De zodensteker heeft een zwaar, driehoekig blad met afgeronde hoeken, bevestigd in een T-steel. Het dwarsstuk is breed (ca. 50 cm) en wordt met beide handen gevat, vervolgens drukt men het werktuig naar beneden met zijn gewicht. In enkele gevallen is er een steun voor de voet. Te onderscheiden van de hooispade. Niet te verwarren met de zodensnijder die getrokken wordt en de graskantsteker waarvan het blad de vorm heeft van een halve maan. Zie ook mestbijl, zodenbijl en zodenlichter. [MOT]
Zinksnijder (m.)
De zinksnijder is een mes dat de zinkwerker en de dekker gebruiken om bladzink te snijden. Het bestaat uit een stalen schacht die haakvormig is met aan het uiteinde een snijvlak. Het kan in een houten hecht bevestigd zijn of volledig van metaal zijn. Het mes kan ook verstelbaar zijn. In dat geval is het langwerpig met aan de korte zijde een schuin snijvlak. Het wordt vastgeschroefd in een metalen houder die in een hecht steekt. Zie ook tegelsnijder. [MOT]
Zeemansknipmes (o.)
Het zeemansknipmes bestaat hoofdzakelijk uit een lemmet en een splitsijzer. Dat laatste is vaak licht gebogen, soms kan het met een veiligheidspal vastgezet worden. Een ring maakt het mogelijk het mes aan een borgtouw te binden. Niet zelden steekt een plaatje aan een uiteinde uit, dat als schroevendraaier kan dienen. Verder wordt het wel eens gecombineerd met een blikopener, een sluitingssleutel, e.d.m. Zie ook zakmes. [MOT]
Zaknageltang (v.)
De zaknageltang is bijzonder geschikt om nagels af te knippen. De kaken zijn scherp en gebogen om de ronding van de nagels beter te kunnen volgen. De tang sluit zich door middel van een hefboomarm, die op één van de kaken gemonteerd is. Een stang verbindt de twee armen met de hefboom. De tang sluit zich wanneer men de hefboom naar beneden drukt. Deze drukt dan namelijk de kaak, waarop hij bevestigd is, tegen de andere kaak, waardoor men de nagel afknipt. Men kan de tang makkelijk op zak steken, omdat de hefboomarm omgedraaid kan worden en dan niet langer uitsteekt. Er bestaat ook een grotere versie van de nageltang voor het knippen van teennagels. [MOT]