Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 4,641 - 4,650 15,508 resultaten gevonden
Kerfmes (o.)
Mesje dat de houtsnijder gebruikt bij het kerfsnijden en dat te onderscheiden is van het rozenmesje. Het heeft een klein, lichtjes haakvormig blad met een rechte snede die zich in het vlak van het werktuig bevindt. Het blad is breder (ca. 1,5 cm) dan dat van het rozenmesje en de snede is doorgaans korter (ca. 3 cm). Zie ook steekmes (houtsnijder). [MOT]
Kiepboom (m.)
De kiepboom is een houten hefboom voorzien van een ijzeren lip om metalen vaten te kiepen. De lip vat de kim. [MOT]
Klauw met lange steel/klauw met korte steel (v.)
In tegenstelling tot de handcultivator, die doorlopend getrokken wordt, wordt de klauw met rukjes getrokken en de grond oppervlakkig los gemaakt. Ze is smaller (ca. 5-10 cm) en daardoor vooral geschikt voor de nauwe ruimtes in de rijen en groenten in de moestuin en voor dichtbegroeide bloemperken. De klauw is voorzien van 3 à 5 ronde en puntige tanden, waarvan de middelste voor de andere uitsteekt, en een houten of plastic steel (ca. 20-140 cm) met dille. Is de steel lang, dan staat de tuinman rechtop; is de steel kort (1), dan wordt gebukt of gehurkt gewerkt. Een ander model heeft dikke (ca. 0,5 cm) platte tanden - liggend op één rij - en is door middel van een angel met de steel verbonden. Het is te onderscheiden van een model, volledig uit metaal, dat in de ijzerwinkel wordt gebruikt om spijkers uit een hoop te trekken (2). Er bestaat ook een model met 2 platte, brede (ca. 1 cm) tanden met een lange (ca. 35 cm) angel die in een houten steel (ca. 15 cm) steekt. Zie ook klauwkrabber/klauwkrabbertje,...
Keukenspatel (v.)
Een keukenspatel kan van plastic, rubber of hout zijn. De buigzame plastic en rubberen spatels hebben een rechte, respectievelijk plastic en houten, steel (ca. 13-45 cm lang) met een plat en rechthoekig blad, waarvan één hoek afgerond is. Deze spatels - ook wel pannenlikkers genoemd - worden naast het dooreen scheppen van mengsels vooral gebruikt om alle restjes uit een kom of pan te schrapen. Met de rechte hoek van de spatel kan men makkelijk in rechte hoeken werken, terwijl de afgeronde hoek geschikt is voor komvormige recipiënten. Houten spatels (ca. 25-45 cm lang) hebben een breder uitlopend, langwerpig of ovaalvormig plat blad met rechte of afgeronde hoeken. Zij zijn licht en stevig en worden gebruikt voor het roeren en dooreen scheppen van mengsels en voor het keren of uit de pan halen van voedsel. Het blad van de houten keukenspatel kan zich ook in een knik ten opzichte van de steel - dus niet in de as ervan - bevinden. Om smout te roeren gebruikt men een houten spatel die veel...
Kiel (m.)
De kiel van steenbewerkers is een bolronde metalen wig om natuursteen te splijten. Om graniet te splijten, worden kielen in staal gebruikt, voor zandsteen en hardsteen volstaat ijzer (1). Een reeks kielen wordt in een grote rots of steenblok vastgezet, al dan niet in vooraf uitgeboorde of met een pelijzer uitgehakte gaten. De kielen klemmen in het gesteente op hun zijden, niet op de bodem van het gat. De kielen worden stelselmatig met een moker geslagen tot het blok losbreekt of in twee splijt in de gewenste richting van de wiggen. De kiel is te onderscheiden van de kloofwig voor hout. Het ermee verwante kielijzer is een vergelijkbare metalen wig met twee wig- en haakvormige zijstukken, al dan niet samengehouden met een ring. Ook deze worden in een reeks gaten in het blok geplaatst. [MOT] (1) JELLEMA: 43.
Kettinghaal (v.)
Voorwerp bestaande uit een ketting met een dubbele, d.i. een S-vormige, haak aan één uiteinde en eventueel een kleinere, enkele (1), aan het andere uiteinde, om een pot of ketel boven het vuur in de schouw te hangen; wanneer er enkel een S-vormige haak was, werd de kettinghaal aan een aparte haak in de schouw gehangen. De bovenste krul van de S-vormige ketelhaak is kleiner, smaller en puntiger dan de onderste (ca. 4-5 cm breed), die ook een opkrullend lipje heeft. De ketting telt 16 tot 35 schakels (2), die allemaal rond zijn behalve de onderste, die ovaal is omdat de haak van de ketel erin moet kunnen scharnieren. Het bovendeel van de S-vormige benedenhaak wordt in een schakel van de ketting gehangen opdat de ketel op de gewenste hoogte boven het vuur komt te hangen. [MOT] (1) WEYNS: 106 spreekt ook van een bovenste, dubbele haak. (2) WEYNS: 106.
Kistenbijltje (o.)
Sommige omvangrijke of breekbare goederen worden in houten kisten vervoerd. Om ze te openen wordt soms een nageltrekker maar meestal een koevoet gebruikt. Deze laatste is soms gecombineerd met een bijltje en een hamer; het wordt dan een kistenbijltje. Er bestaan verschillende modellen van dat samengesteld werktuig. Over het algemeen is het geheel van ijzer gemaakt. Het weegt 0,4-0,8 kg. Boven het bijltje en de hamer loopt de steel door; hij vormt daar een koevoet. Soms is er ook een druppelvormig gat in de steel geboord of een inkeping in het blad van het bijltje aangebracht, om lange nagels uit te trekken. [MOT]
Kiezentrekker (voor paal) (m.)
Vissers gebruiken een kiezentrekker om de houten palen waar hun netten aan bevestigd worden, uit te trekken. Ook de landbouwer gebruikt dergelijk werktuig om houten of metalen palen van afrastering uit de grond te trekken. De kiezentrekker bestaat uit een smeedijzeren 8-vormig werktuig waarvan één bocht afgeplat kan zijn. De andere bocht is soms voorzien van enkele piramidevormige tanden (1). Het werktuig wordt over de paal geschoven en aan een hefboom (of een takel) vastgemaakt. Zie ook paaluittrektang. [MOT] (1) Bijv. LUNDBAEK: 90.
Klauwentang (v.)
Tijdens heelkundige ingrepen kan de arts bepaalde delen van het lichaam naar zich toetrekken met een klauwentang. De kaken eindigen in scherpe naar binnen gerichte haakjes die als twee tweetanden in elkaar grijpen. Vaak kan men deze tangen in verschillende standen blokkeren door middel van een beugel en haakjes. De twee gedeelten kan men makkelijk van elkaar nemen om ze te reinigen. [MOT]
Keukentrechter (m.)
Keukengerei (ca. 15-25 cm) met een hol, cilindrisch of conisch recipiënt met onderaan een buisje. Hij kan van hout, metaal, glas of plastic zijn. Met een trechter kan men makkelijk vloeistoffen of poedervormige stoffen doorheen een smalle opening, bv. een flessenhals, gieten. [MOT]