Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 4,641 - 4,650 15,585 resultaten gevonden
Knopenaanzettang (v.)
Vroeger hingen de knopen om de schoenen toe te houden aan een soort van nageltje met platte kop of aan een U-vormig haakje. Dat nageltje door het leder steken en zijn punt buigen rond de ring van de knoop gebeurde in één bewerking met behulp van een knopenaanzettang. Eén van de kaken was zo uitgehold dat men er de kop van het nageltje kon insteken. De andere zó dat de punt de bodem volgde wanneer het werktuig toegeknepen werd. [MOT]
Knopsteker (m.)
De knopsteker (1) bestaat uit een metalen pijpje (middellijn ca. 0,5-1 cm) - scherp aan één uiteinde en met een hecht of een kruk aan het ander uiteinde - om cirkeltjes, hartjes e.d. als versiering te snijden op de klompen (2). De knopsteker wordt op de klomp gedrukt, nooit geslagen zoals de holpijp van de leerbewerker. [MOT] (1) BORREMANS: 341. (2) Soms wordt de huls van een patroon gebruikt (VAN BAKEL 1958: 68).
Klompenmakersrits (v.)
Handwerktuig dat sterk op de boomrits en op de balkenrits gelijkt en door de klompenmaker gebruikt wordt om de klompen te versieren. Zie ook hoefmes voor paarden. [MOT]
Kloofklopper (m.)
Een kloofklopper is een stuk hard rondhout (o.m. haagbeuk) van zo'n 30-40 cm, waarvan een uiteinde dunner gesneden werd om als handvat te dienen. Met de kloofklopper slaat de kuiper op het kloofmes en de lattenklover, op het kloofijzer. [MOT]
Kousjestang (v.)
De schoenmaker brengt kousjes aan met een kousjestang om te voorkomen dat gaatjes in leer zouden scheuren. Hij plaatst deze metalen ringetjes, die in elkaar passen, op de kaken van de tang. De kaken bestaan uit twee uitgeholde cilinders en één kaak heeft in het midden een stangetje dat in de kous past. De vakman houdt het leer vast met de linkerhand en knijpt met de rechterhand de tang dicht. Beide delen van de kous worden nu aan elkaar vastgedrukt en vormen een beschermingsring. Om deze terug te verwijderen gebruikt men een kousjesuitdruktang. Soms combineert men deze tang met een holpijptang. Op één van de kaken zit een beweegbaar plaatje dat zowel een holpijp als een stangetje voor de kousjes bevat. Op de andere kaak vinden we het kussen voor de holpijp en het uitgeholde aambeeldje voor de kousjes. Naargelang men het ene of het andere nodig heeft, draait men het plaatje. Men brengt ook zwaardere kousjes aan in zeilen e.d. om de openingen te beschermen waar een touw door loopt. Het...
Kraagdrijver (m.)
Een kraagdrijver is een werktuig van de loodgieter om een kraag te vormen in een loden buis, voor aansluiting met een andere loden buis. Het formaat kan sterk van grootte variëren naargelang de diameter van de te verwijden buis, net als de looduitdrijver, opruimkegel en het mofhout, waarmee hij nauw verwant is. De kraagdrijver is een monoxiel, gedraaid werktuig uit palm- of azijnhout dat aan beide uiteindes een cilindrisch, al dan niet afgerond uiteinde heeft. Op een derde van de stang bevindt zich een assymetrische verwijding met een doorsnede van 7 tot 20 cm, waarvan de binnenzijde meestal aan één kant uitgehold is. Er wordt met een hamer op geklopt. Daartoe is meestal een beslagring voorzien op een cilindrisch uiteinde. Zware, industriële modellen voor pijpen met grote diameter zijn bijkomend versterkt met ijzerbeslag. Er bestaan volledig metalen exemplaren voor koperen buizen. [MOT]
Krabber voor koninginnenrooster (m.)
Werktuig om koninginnenroosters uit metaaldraad terug schoon te maken en eventuele resten van was of propolis te verwijderen. De koninginnenrooster, met een maasbreedte van maximaal 4,1 mm, wordt geplaatst tussen de broedkamer (1) en de honingkamer (2). De bedoeling is te verhinderen dat de koningin (en darren), die in tegenstelling tot de werkbijen niet door het rooster kan, haar eitjes in het jonge raat legt bij het opzetten van een nog uit te bouwen honingkamer. De koninginnenrooster kan ook worden gebruikt bij methoden voor broedbeperking, of om de koningin in de kast te houden zodat het volk niet kan gaan zwermen. De roosterkrabber bestaat uit een dik (ca. 2 mm) licht gebogen roestvrij stalen plaatje waar beide zijden grof getand zijn. De U-vormige uitsparingen glijden over de draden van het metalen rooster. Angel en houten hecht (ca. 13 cm) staan haaks op het werkend deel. [MOT] (1) De ruimte in de bijenkast waar de koningin haar eitjes legt. (2) De ruimte in de bijenkast waar de...
Kraanmoersleutel (m.)
De kraanmoersleutel is een verstelbare moersleutel die net als de kraanmoertang dient voor het vast- en losdraaien van bevestigingen op moeilijk bereikbare plaatsen, vooral de schroefverbindingen van sanitairkranen aan de onderzijde van wastafels. De sleutel heeft een flexibele bek aan het uiteinde van een metalen schacht van ca. 25 cm, vaak van chroom vanadium. Soms is het scharnierpunt een klein bolgewricht. De metalen of kunststof bek is in alle richtingen beweegbaar om een kraanmoer te omknellen. Om los te draaien, kan men eenvoudig de bek omkeren. Het werktuig wordt stevig gegrepen en geroteerd met een handgreep, die op sommige modellen scharniert. [MOT]
Kraanzittingsfrees (v.)
De kraanzittingsfrees is een handwerktuig om de zitting van een lekkende waterkraan of tapkraan op te zuiveren en oneffenheden en kalk weg te nemen. Rond een centrale staaf van ca. 10 tot 15 cm lang zit een taps lichaam in kunststof of koper met draad, dat op het hoofd van een waterkraan kan worden gedraaid. Aan het uiteinde wordt een stevig ruimervormig opzetstuk bevestigd, naargelang de kraanmaat en diameter van de zitting. Daartoe is meestal een set met vaste maten voorzien. Men hoeft niet te veel druk te zetten bij het roteren van de knop omdat de veer en draad het werktuig voldoende in de kraan klemmen. Het gebruikte materiaal varieert van kunststof doe-het-zelfwerktuigen tot zwaardere, koperen modellen voor professionele tapinstallaties. [MOT]
Krabber (m.)
Handwerktuig dat lijkt op de hak, maar lichter is (ca. 500-800 gr) en ook een langere steel heeft (ca. 120-150 cm). Met de krabber breekt de tuinier de bovenste laag van de grond om onkruid te ontwortelen en/of, bij droogte, verdamping te reduceren. In tegenstelling tot de hak wordt met dit werktuig niet gehouwen maar wordt al trekkend het blad oppervlakkig door de grond gehaald, terwijl bij het terugstrijken het onkruid eventueel nog eens losgeduwd wordt. Zie ook schoffel, krabbertje, klauwkrabber, handcultivator. [MOT]