Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 4,651 - 4,660 15,585 resultaten gevonden
Koudehand (v.)
Haakvormig werktuig waarmee de ketels van het vuur getild werden; op deze wijze bleef de werkende hand koud en schroeide men zich niet aan het hete ketelhengsel.  Het kan een U-vormig ijzer zijn waarvan de uiteinden een haak vormen en het middenstuk tot handvat dient. Andere modellen bestaan uit een U-vormige metalen haak met een ring of een houten hecht als handvat; het kan ook een S-vormige metalen haak zijn (1).Zie ook het handvat om pakje te dragen. [MOT] (1) Zie BARNES: 86.
Krispelhout (o.)
De leerlooier maakt het leer zacht en soepel en doet de nerf van de huiden beter uitkomen door het te krispelen, er krachtig op drukken door met een krispelhout te wiebelen. Het handwerktuig is steeds een rechthoekig stuk hard hout, aan de bovenzijde plat of slechts licht gebogen, aan de onderzijde sterker gebogen. Er bestaan kleine handmodellen (25-30 cm lang), in het midden voorzien van een gebogen lederen lap voor de hand om het hout krachtig over het bewerkte leer te wrijven. De grote modellen (40-50 cm lang, 15 cm breed) voor grote en stevige lappen leer zijn voorzien van een houten handvat. Men steekt de arm onder de lederen riem door en grijpt het handvat om stevig te drukken en balanceren. Om de elleboog te laten steunen, is aan het uiteinde van het werktuig vaak een lederen kussentje voorzien. De bewerking gebeurde op een houten tafel (1). Modellen hebben een eerder ruw of zacht werkend deel naargelang de beoogde bewerkingswijze en richting waarin men over de nerf wil wrijven....
Kruitmaat (v.)
Bij het maken van patronen wordt eerst een slaghoedje, dat voor de ontsteking zorgt, in de opening van de hulsbodem gedrukt. Met de kruitmaat wordt daarna de exacte hoeveelheid kruit in de huls gegoten. Nadien komt hierop een kogelpunt. De kruitmaat bestaat uit een koperen cilindervormig bekertje, voorzien van een maataanduiding (1), waarvan de bodem veelal in de hoogte verstelbaar is. Een haaks gebogen angel verbindt het werkend deel met een houten handvat. Er bestaan ook dubbele modellen met langs beide zijden van de stang een maatbekertje (2). [MOT] (1) Soms ook met aanduiding van het soort kruit: zwart buskruit of rookzwak kruit (Bv. Poudre T). Sommige kruitmaten zijn voorzien van een maataanduiding voor lood. Modellen zonder maataanduiding maar met variabele capaciteit zijn voorzien van een gemakkelijk te bedienen veermechanisme om ladingen van een absolute regelmaat te krijgen. (Bv. Manufrance (1931): 117, model nr. 5-633). (2) Bv. Manufrance (1931): 117, model nr. 5-623.
Kramspade (v.)
Het talud van een zeedijk wordt boven hoog water beschermd met een grasnerf, verkregen door zoden in rijen in verband te leggen. Opdat de nog niet vastgehechte zoden bij zeer hoog water door de golfslag niet zou worden weggeslagen, legt men ze vast met krammen of beugels van stro. Een handvol rechte halmen worden op de grond gelegd en om de 10 à 12 cm met een kramspade dubbel gevouwen in de grond gedrukt. De kramspade bestaat uit een ca. 20 cm lang, smal (ca. 3 cm) en dik (ca. 0,5 cm) blad met rechthoekige, halvemaanvormige of ruitvormige uitsparing in de "snede" - zodat er twee platte tanden ontstaan - en een korte (ca. 50 cm) houten steel met dille. Het werkend deel wordt op het stro gezet, het vlakke uiteinde van de steel tegen de kramplaat (1). De arbeider buigt dan de knieën en door zijn gewicht duwt hij het werktuig in de grond. [MOT] (1) Een kramspade met D-steel wordt enkel in vers opgeworpen aarde gebruikt en zonder hulp van de kramplaat.
Kroosschaaf (v.)
Handwerktuig om de kroos uit te snijden, d.i. de groef in het uiteinde van de duigen, waarin de bodemstukken steken (zie ook krooszaag). De kroosschaaf is een kleine schaaf met bolrond blok en verstelbare geleider (1). De schaafbeitel is zeer smal. Daar het werktuig de vezels steeds dwars snijdt, heeft het meestal één of twee zijdelingse mesjes die de randen afsnijden. De kroosschaaf wordt vooral voor grote kuipen aangewend. De geleider glijdt op het uiteinde van de duigen, vooraf effen geschaafd met de kimschaaf, en de kroosschaaf snijdt de kroos uit. Er bestaan betrekkelijk zeldzame kroosschaven met vaste geleider. Zie ook kuipersboogschaaf. [MOT] (1) Te vergelijken met de veerploeg. Trouwens BRUNET 1925: 66 en MAIGNE: 73 spreken van een bouvet-jabloir.
Krooszaag (v.)
De krooszaag is een handwerktuig om de kroos uit te snijden, d.i. de groef in het uiteinde van de duigen, waarin de bodemstukken steken (zie ook kroosschaaf). De krooszaag bestaat uit een grote geleider waardoor een vierkantige houten stang glijdt die een getand ijzer draagt. Dikwijls belet een verstelbare geleider het te ver zagen; de diepte van de kroos mag immers niet groter zijn dan één derde van de dikte van de duig. De geleider glijdt op het uiteinde van de duigen, vooraf effen geschaafd met de kimschaaf, en de krooszaag snijdt de kroos uit. Er bestaan betrekkelijk zeldzame krooszagen met vaste geleider. Zie ook kuipersboogschaaf. [MOT]
Krommes (o.)
Het krommes is een mes dat sterk op het snoeimes gelijkt maar met vast en doorgaans korter (5-8 cm) blad. Het wordt net zoals het snoeimes gehanteerd en wordt door de mandenmaker gebruikt om een teen door te snijden (1) (zie ook snoeischaar); door de loodgieter en de dekker om bladlood te snijden (2); door de zadelmaker om leder uit te snijden. Ook voor het snijden van wasdoek gebruikt men een krommes. Zie ook balatummes en zakmes. [MOT] (1) Een splijthoutje uitgesneden in het hecht van het krommes is uitzonderlijk (BOUCARD: 81). (2) Ook wel loodgietersmes of loodmes genoemd (VAN HOUCKE 1901-1902: 450). Het is veelal een vouwmes.
Krokettenpers (m.)
Keukenapparaat waarmee men kroketten kan persen. Het heeft een cilindrisch of vierkant, veelal plastic huis met één of meerdere buisvormige uitsteeksels onderaan en een draaizwengel of een staaf die als hefboom dienst doet. De krokettenpers wordt gevuld met aardappelpuree en met behulp van de draaizwengel of staaf wordt er een plaatje naar beneden geduwd de puree deeg doorheen het buisvormig uitsteeksel perst. Op deze wijze wordt er een lange worstvorm gevormd die nadien in kleinere stukjes - de grootte van één kroket - gesneden wordt. Bij sommige modellen is er een draagplankje op wieltjes dat onder de pers geschoven wordt en waar de geperste kroketten op terecht komen. [MOT]
Kruidenmes (o.)
Mes met een halfcirkelvormig blad en een recht hecht dat in het midden bovenaan het blad bevestigd is.  Het dient om kleine hoeveelheden kruiden - die in de bijbehorende holronde houten schaal gedaan worden - fijn te snijden of te hakken. Men kan dus ofwel het mes heen en weer bewegen en de kruiden snijden ofwel met het snijblad loodrecht naar beneden op en neer hakken. Ondertussen dient men wel af en toe met de schaal te draaien. [MOT]
Kroostrekmes (o.)
Het kroostrekmes (1) dient tot het effen snijden van de binnenzijde van de duigen, waar de kroos uitgeschaafd of uitgezaagd zal worden (zie kuipersboogschaaf en kuipersdissel, holle). Het is een gebogen trekmes (zie glossarium) van ca. 30 cm met één gebogen angel waarop een houten hecht steekt, en een recht metalen hecht. Dat laatste wordt in de kuip gestoken. [MOT] (1) Eigen benaming onbekend. Duidt blaajmes (VAN BAKEL 1962/ 12) enkel het kroostrekmes aan? Vgl. DE BONT: 1.37 en 1.88, die ook dondermes aanhaalt maar twee verschillende tekeningen geeft.