werktuig
Kachelhaak (m.)
De kachelhaak is een handwerktuig om het deksel van (vul)kachels te openen
en te sluiten, alsook de asbak uit te trekken en om het rooster te
schudden. Het bestaat uit een ronde staaf, voorzien van een afgeplat lipje.
Het andere uiteinde, dat als handvat dient, kan haakvormig zijn. Een ander
model, met de kachel meegeleverd, bestaat uit een geknikt, plat
gietaluminium handvat met langs een uiteinde een taps toelopend omgebogen
(90°) lipje – om het deksel en de laden te openen - en aan het andere
uiteinde een opening; op de kop is het voorzien van een gleuf. De opening
wordt over de bedieningsstang van de kachelrooster geschoven. Sommige
modellen zijn te onderscheiden van de pook (kachel) en de koevoet. [MOT]