Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 4,561 - 4,570 15,585 resultaten gevonden
Kalkhouw (v.)
De kalkhouw wordt gebruikt door de metselaar en de stukadoor om de kalk te roeren of te mengen, door de steenbakker om klei te mengen. Het werktuig bestaat uit een rechthoekig, afgerond blad (9 cm bij 15 cm) dat door een dille schuin aan een rechte, zo'n 1,40 m lange houten steel is bevestigd. Er bestaan ook bredere modellen met twee ronde gaten in het blad. Te onderscheiden van de hak. Zie ook roerhaak (metselaar) waarmee beton wordt bereid. [MOT]
Kachelhaak (m.)
De kachelhaak is een handwerktuig om het deksel van (vul)kachels te openen en te sluiten, alsook de asbak uit te trekken en om het rooster te schudden. Het bestaat uit een ronde staaf, voorzien van een afgeplat lipje. Het andere uiteinde, dat als handvat dient, kan haakvormig zijn. Een ander model, met de kachel meegeleverd, bestaat uit een geknikt, plat gietaluminium handvat met langs een uiteinde een taps toelopend omgebogen (90°) lipje – om het deksel en de laden te openen - en aan het andere uiteinde een opening; op de kop is het voorzien van een gleuf. De opening wordt over de bedieningsstang van de kachelrooster geschoven. Sommige modellen zijn te onderscheiden van de pook (kachel) en de koevoet. [MOT]
Kaassnijdraad met rol (m.)
Halfzachte soorten kaas kan men snijden met een kaassnijdraad met rol. Die heeft een stalen draad die gespannen is in een houder met een rechte steel; boven de snijdraad is er een roller.  De snijdraad wordt tegen de korst van de kaas gezet. Door het naar u toe te trekken, worden er plakken kaas afgesneden. De dikte van de plak wordt bepaald door de hoek waarin het handvat gehouden wordt als de roller over de kaas getrokken wordt: hoe scherper de hoek, hoe dunner de plak. Dunne plakjes kaas schaaft men af met een kaasschaaf. Zie ook kaassnijdraad. [MOT]
Kabelschaar (v.)
De kabelschaar wordt door de elektricien gehanteerd om draden voor leidingen door te knippen met een rechte snede. In vergelijking met diverse draadkniptangen, is ze doorgaans groter en steviger en knipt ze dikke draad egaal door zonder deze te vervormen. Er zijn heel wat variaties op de kabelschaar. De armen kunnen geleed zijn en al dan niet geïsoleerd. Een zwaar model kan gelijken op een boutenschaar of een plaatschaar. [MOT]
Kaasharp (v.)
Nadat de wrongel gesneden is met een wrongelmes, gaat men over tot het roeren. Dat gebeurt met een kaasharp, d.i. een vorkvormig houten werktuig met lange (ca. 25 cm), platte, afgeronde tanden die met elkaar verbonden zijn d.m.v. koperen spijlen of koperdraad. De bedoeling van het roeren is het gelijkmatig droger worden van de verschillende wrongeldeeltjes te bevorderen, opdat alle stukjes zoveel mogelijk van dezelfde grootte en vastheid zijn. Om de wrongel binnen niet al te lange tijd af te kunnen roeren of rijp te krijgen, mogen de spijlen of de koperdraad van de kaasharp niet te ver van elkaar geplaatst zijn (ca. 2 cm). [MOT]
IJsdolk (m.)
Op steile door harde sneeuw of ijs bedekte wanden kan de bergbeklimmer samen met zijn ijshouweel een dolkachtig werktuig gebruiken om te stijgen. Er bestaan tal van vormen, van zware priem met of zonder tanden, tot een gootvormig werktuig. Alle zijn ze zo'n 20 cm lang en worden door een borgtouw aan de pols of de gordel bevestigd (1). [MOT] (1) Volgens MADUSCHKA & SCHUBERT: 40 wordt de ijsdolk omstreeks 1975 steeds minder gebruikt.
Kaasboor (v.)
De kaasboor is een handwerktuig waarmee de kaasmaker een staaltje uit een bol kaas kan boren. Het bestaat uit een langwerpig, halfcilindervormig blad dat aan het uiteinde vaak smaller is en dat in een recht hecht bevestigd is of een ring als handvat heeft. Zie de graanboor, die ook dient om een monster te steken. Beide zijn te onderscheiden van de appelboor. [MOT]
Kabelstripmes (o.)
Het kabelstripmes is een handwerktuig om de mantel, uit rubber of PVC, van een elektrische kabel door te snijden en af te trekken. Om de kabel te strippen, draait de elektricien het kabelstripmes er met lichte druk om en snijdt dan de mantel overlangs open door het kabelmes over de kabel te laten glijden. De isolatie klemt hij vervolgens tussen duim en mes en trekt ze los. Er bestaan vele verschillende modellen die al dan niet beide operaties mogelijk maken. Het kan vooreerst een knipmes zijn, vaak met houten hecht, waarvan het blad aan de basis dikker en meestal holrond is. Op een ander model is het een veel korter, vast holrond blad. Het hecht is dan vaak van isolerende kunststof. Een ander model kabelstripmes bestaat uit een mes met holrond blad dat wordt gebruikt om de mantel, veelal van platte kabels, in zijn gehele lengte overlangs open te snijden. Daarnaast steekt in het plastic handvat een miniscuul, draaibaar mesje (lengte 2 à 4mm), waarbij de diepte van de incisie wordt bepaald...
Kalkoensleutel (m.)
Om te voorkomen dat een beslagen paard op ijs uitglijdt, kunnen enkele gewone nagels door ijsnagels vervangen worden, dat zijn nagels met een beitelvormige of piramidale kop die onder het ijzer uitsteekt. Dergelijke nagels verslijten snel en moeten dan vervangen worden; daardoor wordt het nagelgat steeds breder, houden de nagels minder goed en kan vuil in de hoef dringen. Men kan ook hoefijzers met vaste kalkoenen en stoten gebruiken, maar wanneer deze versleten zijn, moeten de ijzers afgenomen worden, opnieuw scherp gemaakt en ondergelegd. Om die problemen te voorkomen gebruikt men hoefijzers met verwisselbare kalkoenen, die o.m. door middel van een schroefdraad bevestigd zijn. Het in- en uitschroeven van de kalkoenen gebeurt met een kalkoensleutel. Meestal is dat werktuig samengesteld uit een vierkante ring- en/of steeksleutel, soms ook een alligatorbeksleutel (zie glossarium), een punt of een hoefkrabber om het vuil uit de schroefgaten te verwijderen en een draadsnijtap (voor metaal)...
Kanthaak (voor stam) (m.)
De kanthaak dient tot het wentelen van stammen, soms van balken (vgl. palter en zethaak). Met een modern model, met name log jack (1) is het bovendien mogelijk een stam op te lichten om hem door te zagen. Het werktuig bestaat uit een houten stang van ca. 1,20-1,75 m, waaraan door middel van een ring een zware metalen haak vastgemaakt is. Die haak draait rond een spil. Het onderste uiteinde is met een metalen plaat beslagen of eindigt in een metalen punt die het mogelijk maakt met het werktuig te duwen (2). In de haak zijn soms gaten geboord; hij is dan door middel van een bout vastgemaakt en kan versteld worden. De kanthaak (voor stam) wordt zoals de palter gehanteerd behalve dat de stang aan de ring vast is. Over het algemeen werken twee of drie man te samen. Wanneer alleen gewerkt wordt, worden soms twee kanthaken gebruikt die om beurt de stam verder rollen. De kanthaak (voor stam) wordt vooral in de zagerij of op de opslagplaats gebruikt. De houthakker verkiest de lichtere palter....