Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 4,831 - 4,840 15,684 resultaten gevonden
Reinigingsmes voor warmtewisselaar (o.)
Deze nieuwe werktuigfiche is in opbouw. [MOT]
Rijentrekker (hand) (m.)
Zaaien op lijnen is voordelig omdat men zaad bespaart, men met machines kan werken, het onderhoud gemakkelijker is en men makkelijker tussenzaaiingen kan doen. Wanneer uit de hand gewerkt wordt, gebruikt men daarvoor een rijentrekker. Daarmee kan men in een handeling verschillende zaaivoren trekken die evenwijdig aan en op gelijke afstand van elkaar liggen. Vooreerst spant men op de rand van het zaaibed een richtsnoer, die door de laatste tand gevolgd wordt. Daarna steekt men die laatste tand in de eerste groef. De rijentrekker is een houten of ijzeren werktuig, ca. 50-150 cm breed met, al dan niet afneembare en/of verplaatsbare, afgeronde of afgeplatte tanden. Het werkend deel staat haaks op de ca. 100-140 cm lange steel. Nu bestaan er ook modellen waarbij de richting van de balk instelbaar is. Het aantal tanden (lengte ca. 10-20 cm) varieert van twee tot vijf of meer. Soms is de balk aan beide zijden voorzien van vaste tanden die op een verschillende afstand (1) van elkaar staan. Zo...
Riffelrasp (v.) / Riffelvijl (v.)
Riffelraspen en riffelvijlen bestaan in een grote verscheidenheid van vormen, grootten (ca. 12 tot 50 cm) en groften. Meestal hebben beide uiteinden van het werktuig een gebogen werkend deel, maar er bestaan ook modellen met een angel waarop een hecht steekt. De gebogen vorm maakt het mogelijk ingewikkelde profielen en moeilijk te bereiken hoekjes en bochtjes af te werken in hout, steen, gips en metaal. [MOT]
Richtsnoer (metselaar) (v.)
Het richtsnoer van de metselaar - een sterk, dun koord (ca. 1 mm) - wordt rond een richtsnoerpen, een puntige metalen pen van ca. 15-20 cm lang met platte punt (ca. 10 cm), gewonden. Het andere uiteinde van de pen heeft meestal de vorm van een paddenstoel zodat het richtsnoer er niet af kan glijden. Twee pennen worden gebruikt om, bij het bouwen, het richtsnoer horizontaal te spannen, waarlangs de stenen worden gemetseld (1). Men zet eerst één pen in een voeg (om de hoek) vast. Het richtsnoer, dat aan het uiteinde van de richtsnoerpen is vastgemaakt, wordt strak getrokken en met de andere pen aan de andere kant vastgezet. Vooraleer men begint te metselen controleert men of het richtsnoer zuiver horizontaal is. Een ander model is gemaakt van plaatijzer. Het bestaat uit een puntige platte pen die aan de zijkant voorzien is van verscheidene inkepingen (2). [MOT] (1) In plaatst van een richtsnoerpen wordt ook wel een spijker gebruikt. Ook wordt de koord wel om twee stenen, aan beide kanten...
Richtsnoer (tuinier) (o.)
Het richtsnoer van de tuinier is een lange, stevige koord (ca. 3-4 mm dik) waarvan één uiteinde wordt vastgemaakt aan een gepunte stok en de rest van het touw rond een (andere) gepunte stok of een haspel wordt gewonden. De haspel bestaat uit een ijzeren of houten pin (ca. 35-60 cm), waarrond een houten of ijzeren raam, al dan niet voorzien van een hendel, draait. Met het richtsnoer kan men een rechte lijn uitspannen zodat de tuinier recht kan spitten, poten, planten, soms ook zaaien of gazon af te steken (zie graskantsteker). [MOT]
Riemensnijder (m.)
Handwerktuig dat gebruikt wordt om riemen (1) uit dik en zwaar leder te snijden. Het bestaat uit een mes dat aan de voorzijde snijdend is en aan de onderzijde twee haakvormige uitsteeksels heeft waarmee het in een metalen - meestal koperen - geleider bevestigd wordt. Deze geleider heeft een arm met een maatverdeling erop waarover een opstaande rand met een rol kan glijden, die met een klemschroef vastgezet wordt. De breedte van het te snijden materiaal kan dus precies ingesteld worden. Men trekt het leder over de arm naar zich toe - tussen mes en opstaande rand - terwijl men het mes vooruit duwt. De voet waarop het mes bevestigd is, is afgerond opdat het makkelijk onder het leder vooruit beweegt. [MOT](1) Bv. schaats- en bindriemen, herengordels, enz. (FRUMAU: 65).
Reflexhamer (m.)
De reflexhamer is een lichte (ca. 100-200 gr) hamer met rubberen kop in verschillende vormen - kegelvormig, bijlvormig (1), cilindervormig (ca. 1-3 cm in doorsnede) - en een lichte, soms flexibele ijzeren steel. Met een enkel tikje van de reflexhamer tegen de onderkant van de knie ziet de arts of de reflexboog van de patiënt - van pees naar ruggenmerg en weer terug - intact is (2). Te onderscheiden van de nylon hamer die zwaarder (ca. 150-500 gr) is en waarvan de cilindrische kop groter (3-5 cm) is. Zie ook rubberhamer. [MOT] (1) Bv. LIEVERSE & VAN EVERDINGEN & VAN MAANEN: 125-126. (2) Vroeger werd algemeen een percussiehamer gebruikt. Vanaf 1875, toen de kniepeesreflex werd ontdekt, kreeg de percussiehamer het doel van de reflexhamer (VAN HEE & VERSAILLES: 37).
Remveertang (v.)
De remveertang is een handwerktuig waarmee een garagist de remveer uit de remtrommel haalt en er terug in monteert. De metalen tang is 20-50 cm lang naargelang de benodigde grootte van de remveer in het voertuig. Tijdens de montage wordt de veer aan de ene kant in de korte, oogvormige haak geklikt, de andere kant in de zwanenhalsvormige haak. De scherpe punt grijpt in het remblok (1). Bij grote modellen zijn aan het uiteinde van een of beide benen bijkomende functies voorzien, bv. een uitsteeksel om met een eenvoudige draaibeweging de veer van het ankerpunt los te maken (2). [MOT] (1) Belzer Hochwertige Werkzeuge: Katalog No. 500, 1957: 119. (2) Indestro Tools Catalog No. 22M, Chicago: 51.
Ringsleutel voor aftappluggen (m.)
Meervoudige ringsleutel waarmee een garagist de aftappluggen voor diverse oliereservoirs uittrekt om vloeistoffen af te tappen. Er zijn zeven werkende delen, vier voor zesvoudige koppen en drie voor vierkante koppen. Men spreekt ook van een cartersleutel, maar dit kan ook duiden op een model van de universele sponsleutel die hetzelfde doel beoogt (1). [MOT] (1) Handelscatalogus Belzer. Outillage de haute qualité en acier au vanadium-extra, 1958: 29.
Rietdekkersnaald (v.)
De rechte rietdekkersnaald heeft aan het ene uiteinde van een smalle ijzeren staaf een ovalen oog en aan het andere uiteinde een smal handvat. Ze wordt bij het binden gebruikt in combinatie met een goot, waarlangs de wis, bindteen of metaaldraad door de deklaag naar binnen wordt gestoken. Ze wordt gegrepen door het oog een kwartslag te draaien en vervolgens terug door de deklaag naar buiten getrokken met de naald.  Een alternatieve bindmethode is die met het twijgijzer, een kromme naald. [MOT]