Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 4,821 - 4,830 15,684 resultaten gevonden
Randsteekmes (o.)
Het randsteekmes is een handwerktuig van de schoenmaker waarmee het ingenaaide, overhangende leder aan de zool gelijkmatig afgesneden wordt. Het heeft een S-vormig gebogen blad met een snede en een klein (enkele millimeters) uitsteeksel aan het hoofdeinde, bevestigd in een houten hecht. Het blad kan ook aan één lange zijde een omgebogen rand hebben. Bij sommige modellen is het werkend deel beschermd met een houten schede. Zie ook de uitsteker. [MOT]
Radijssnijder (m.)
Tangvormig instrument waarvan één kaak schepvormig is en één cirkelvormig met centraal een cirkelvormig mesje waarrond straalsgewijs een achttal mesjes gegroepeerd zijn. Aan het uiteinde is er een V-vormig mesje. Wanneer men een radijs in de schepvormige kaak plaatst en de tang vervolgens toeknijpt, dringen de mesjes in de radijs en wordt zij in bloemvorm uitgesneden. Met het V-vormig mesje kan men driehoekige stukjes uit de rand van de schil van uitgeholde citrusvruchten snijden. [MOT]
Ragebol (m.)
Borstel - soms van geitenhaar - in de vorm van een hele of halve bol of rond een driehoekige beugel bevestigd, aan een lange, houten of plastic steel die vaak uitschuifbaar is (tot ca. 3 m) en die gebruikt wordt om spinrag te verwijderen. [MOT]
Ratelboor (hout) (v.)
Deze ratelboor werkt volgens hetzelfde principe als de omslagboor maar heeft een hefboom in plaats van een U-vormige beugel. Deze hefboom werkt volgens een ratelmechanisme en kan met heen en weer gaande slagen worden bewogen. Waar geen plaats is voor de gewone booromslag kan met dit type wel worden gewerkt. Zie ook ratelboor (metaal). [MOT]
Reeschaaf (v.)
De reeschaaf (1) (2) is een tot één meter lange schaaf met keerbeitel, een handvat en soms een hoorn. Ze dient om lange, reeds met de voorloper bewerkte stukken volmaakt glad te schaven. Soms worden één of twee dwarsstokken op of in het blok bevestigd om met zijn tweeën te kunnen werken: één vakman duwt, een andere trekt. Soms wordt een touw aan de voorste dwarsstok gebonden. Omdat deze schaaf fijn werk moet verrichten, is de hoek van de beitel tamelijk groot en de ruimte voor de snede klein (zie glossarium). Deze laatste is volkomen recht, alleen de hoeken zijn afgerond om geen sporen na te laten. [MOT] (1) Een kleine reeschaaf, al dan niet met handvat, wordt soms strijkblok (ook donder: DEBO: s.v.) genoemd; JORIS & ROUSSEAU: 7 spreken van een halve of korte reischaaf. (2) Fr.: varlope, galère wanneer er dwarstokken doorsteken (ook plane: FELIBIEN: 714). Op de platen Layettier 1.6 en 2.1 van de Encyclopédie zijn galère en grand rabot echter gelijkbetekenend en duiden ze een schaaf aan...
Repelkam (m.)
De nog niet droge of rijpe zaadbollen worden met de repelkam van de vlasstengel gerukt door deze tussen de staande tanden van een repelkam te trekken (1). Nadien worden de zaadbollen met de bookhamer gedorst (2). De repelkam bestaat uit een ijzeren kam (ca. 20-70 cm breed) (3) met een 15-40-tal - in doorsnede vierkantige (soms ook ronde) - tanden (1-1,5 cm in doorsnede, ca. 40-50 cm lang) met de ribben dicht naast elkaar (tussenafstand ca. 0,5 cm, d.i. kleiner dan de zaadbol) en eindigend in stompe punten. Deze kam wordt op een houten blok of met een ijzeren onderstel op een bank vastgemaakt. Laatstgenoemde is al dan niet voorzien van poten en wordt door twee arbeiders gebruikt die beurtelings het vlas door de repelkam halen. Hij wordt veelal op het veld gebruikt nadat het vlas is geoogst of gesleten. Na het repelen worden de stengels in bundels, z.g. booten, gebonden en in water gelegd om te roten. Er bestaat ook een tweevoudige repelkam (bv. MOT V 2020.0353) met twee rijen tanden. [MOT]...
Rattenstaart (m.)
De rattenstaart (1) is een kegelvormige of cilindrische vijl of rasp. De eerste dient om sommige zagen met grote tanden, bv. een kraanzaag, te scherpen, de tweede om kleine gaten of bogen te zuiveren.De rattenstaart is te onderscheiden van de boorzaag. [MOT] (1) Fr.: queue-de-rat, ook ramasse (bv. N.L.I.) om de lange cilindrische rasp aan te duiden waarmee de holte voor de laadstok van het geweer breder gemaakt werd.
Raspmolentje (o.)
Een raspmolentje heeft een cilindervormige rasp die in een metalen, blikken of plastic frame zit en die met een draaizwengel in beweging wordt gebracht. Het kan op tafel geplaatst of met een schroef aan de rand van de tafel geklemd worden. Het voedsel wordt langs boven in een trechter met behulp van een stamper doorheen de rasp geduwd, terwijl men aan de zwengel draait. Als het raspmolentje geen recipiënt heeft waar het geraspte voedsel in terecht komt, moet er een kom of schaal onder het molentje geplaatst worden. Men kan er groente, kaas, noten, chocolade e.d. in fijn raspen. In tegenstelling tot de keukenrasp kan men met het raspmolentje makkelijk restjes opmaken zonder gevaar voor de vingers. Zie ook groentemolen. [MOT]
Reddingsmes (o.)
De reddingsmes is een S-of haakvormig (1) mes met de snede aan de binnenzijde en een geknopte punt, dat gebruikt wordt door de brandweerlui, de hulpdiensten, de reddingsploegen bij autowedstrijden, op reddingsvloten enz. om kleren, gordels of touwen open of door te snijden. De snede is aan de binnenzijde en de punt is geknopt om het slachtoffer geen verwondingen te veroorzaken. Vaak steekt het mes in een schede die aan de broekriem vast gemaakt kan worden. Zie ook de noodhamer, de noodgordelsnijder en het koordjesmes. [MOT] (1) SCHAERER: 626.
Reisbestek (o.)
Heb je mes en vork nodig voor gebruik op reis, dan is het reisbestek een goede oplossing. Het bestaat uit een mes en een eetvork, die tijdens het vervoer worden samengehouden door ze in elkaar te schuiven, door ze te verbinden met een sluiting of door ze in een etui te steken. In sommige gevallen bestaat er ook de mogelijkheid om een eetlepel op te bergen (1). Zie ook kampeermes en zakmes. [MOT] (1) Bv. ''Richard Abr. Herder stahlwaren- und werkzeugfabrik'': 189.