Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 4,781 - 4,790 15,585 resultaten gevonden
Rondmes (o.)
Het rondmes wordt gebruikt door de lederbewerker en in het bijzonder door de zadelmaker, om stug leder op maat te snijden. Het heeft een halfcirkelvormig blad (ca. 20 cm) en een recht hecht dat precies boven het midden van het blad is aangehecht. Bij het middeleeuwse rondmes staat het hecht horizontaal t.o.v. de bovenzijde van het blad. Men kan met dit mes een lange, mooie snede mee maken, terwijl de hand volle drukkracht uitoefent. De hoek van het rondmes plaatst men op het leder en meegaand met de omtrek van het mes, snijdt men het leder op de gemarkeerde lijn door. Bij het eindpunt wordt het mes opnieuw neergezet tot de gehele snede is uitgevoerd. Het mes horizontaal houdend, snijdt men in de dikte van het leder of schuint men de rand af. [MOT]
Roomhoornvorm (m.)
Metalen kegel (ca. 10-13 cm) om roomhoorns te vormen. De roomhoornvorm wordt ingevet en een reep bladerdeeg wordt er in een spiraal - beginnend aan de top van de kegel - omheen gelegd. Na het bakken kan de vorm worden verwijderd en het gebak gevuld worden met room. Men kan de roomhoornvorm ook gebruiken om: "hoornen van biscuitdeeg te maken. daarvoor kan men hetzelfde recept nemen als voor amandelkrullen waarbij men het nog warme gebak om de vorm buigt." (1). Zie ook spuitzak. [MOT] (1) CAMPBELL: 169.
Rooiijzer (m.)
Om de grienden te onderhouden, gebruikt de griendwerker naast een steekspade en een aks ook een rooiijzer om dode stoven te rooien door de dikke wortels ervan door te steken en nadien ermee door de kop van de stoof te beuken. Dat om laatstgenoemde om zijn as te kunnen draaien, totdat de stronk los van zijn wortels is geraakt. Het rooiijzer wordt ook gebruikt om stronken te kloven (1) om brandhout te maken. Het rooiijzer bestaat uit een ijzeren stang (ca. 100-110 cm lang; gewicht 6-8 kg) waarvan één uiteinde (ca. 30 cm bij 5,5 cm) beitelvormig is en het andere in een ring of een (houten) D-handvat eindigt. Een ander model heeft een werkend deel dat naar de snede toe breder wordt (breedte ca. 8 cm). [MOT] (1) VINK: 16.
Rozenmesje (o.)
Het rozenmesje is een mesje met een kort en smal blad (ca. 4 cm / 8 mm) dat aan de bovenzijde gebogen is en een rechte snede heeft die zich in het vlak van het werktuig bevindt. Het wordt door de houtsnijder bij het kerfsnijden gebruikt. Hierbij steekt of schaaft men iedere keer een houtschilfer weg om zo een ingesneden patroon te krijgen. De houtsnijder gebruikt hiervoor kleine (ca. 15-20 cm), zeer scherpe mesjes met speciaal gevormde snijbladen (zie ook steekmes (houtsnijder) en kerfmes). Elk mesje moet altijd zo worden vastgehouden, dat beide handen zich achter het lemmet bevinden. De duim kan op het hout rusten om zo een steunpunt te verlenen, maar ook hij moet steeds buiten de snijlijn worden gehouden. [MOT]
Rondeel (m.)
De rondeel is een metalen beitel met afgerond of gebogen snijvlak. Modellen met een houten hecht dienen eerder voor zachte steensoorten zoals mergel. Beeldhouwers gebruiken de rondeel bij het uithouwen van gebogen groeven, zoals de haren of ogen aan een beeld. De steenhouwer hanteert hem onder meer bij het uithouwen van rondingen en dorpels met een waterhol, een groef om te vermijden dat regenwater langs de muur afloopt. [MOT]
Roostervork (v.)
Met een roostervork roostert men brood of vlees in de open haard. Het is een vork met 3 ijzeren of roestvrij stalen tanden die al dan niet licht gebogen zijn, en een lange steel (ca. 30-40 cm). Sommige modellen zijn uitschuifbaar (1). Bij een bijzonder model hangt de vork aan de – soms hoornen - steel door middel van een cardankoppeling. Zo kan men een snede brood aan beide zijden roosteren gewoon door de steel te draaien. Zie ook vleesvork. [MOT] (1) Tot ca. 75 cm (WATTEL: 796).
Ruimer (m.)
Indien hoge eisen worden gesteld ten aanzien van maatnauwkeurigheid en oppervlaktegesteldheid van machineonderdelen, geweerlopen of ijzeren constructies wordt een ruimer gebruikt om geboorde gaten zuiver rond te maken, op de juiste maat te brengen, en hun wand een zuiver en glad oppervlak te geven. De ruimer bestaat hoofdzakelijk uit een stalen licht conische cilinder (lengte ca. 5-45 cm; diam. ca. 0,5-60 mm) waarvan het werkend deel voorzien is van 3 tot 18 gefreesde groeven die rechte of spiraalvormige snijkanten vormen. Voor het maken van conische gaten bestaan er tapse ruimers met een drietal spiraalvormige snijkanten. Er bestaan verstelbare modellen (lengte ca. 10-50 cm; diam. ca 8-55 mm; maximale verplaatsing van de messen bedraagt 0,01 mm), waarbij verschillende diameters kunnen worden ingesteld door 2 moeren te verstellen. Bij een ander model, ook wel Berg's ruimer genoemd, is onder de drie snijkanten een fijne schroefdraad aangebracht (1), waardoor hij zichzelf dieper in het...
Sapsnijder, tang (m.)
Tangetje (ca. 10-15 cm) gebruikt om een ringvormige uitsnijding te maken in de schors en de bast van wijnranken of takken van fruitbomen (1). De bedoeling is een segment (ca. 3-5 mm breed) van schors en bast onder de druiftrossen of het fruit, hetzij op de wijngaardloten van het jaar zelf, hetzij op de ranken en de takken van het vorige jaar, te verwijderen. Door de bast te onderbreken, wordt de neergaande stroom met de voedende bestanddelen - die in de bladeren gevormd worden - tegengehouden en worden deze sappen opgenomen door de bloesem en de vruchten die dikker en vlugger rijp zullen zijn. De sapsnijder bestaat uit twee gebogen armen (2), die al dan niet met elkaar kruisen en waartussen een veer gespannen zit die de twee kaken bijeenhouden. Een bek bestaat meestal uit twee parallelle bladen met holle snede. De afstand tussen de bladen is gelijk aan de breedte van het segment dat wordt verwijderd (3). Door de bek rond de rank of tak horizontaal heen en weer te draaien snijdt men schors...
Ruitersknipmes (o.)
Het ruitersknipmes is een samengesteld handwerktuig waarbij een hoefkrabber en tenminste één lemmet van ongeveer 7 cm lang om bijvoorbeeld riemen en touwen door te snijden nooit ontbreken. De hoefkrabber mag men niet verwarren met de kleinere wildhaak van het jachtknipmes of de haak aan het vissersknipmes om een vislijn binnen te halen. Soms vindt men bij het ruitersknipmes nog een hoefmes voor paarden om overtollig hoorn van de hoef te verwijderen, en een scherpe metalen priem van ongeveer 3,5 cm lengte om gaten in het lederen tuig van het paard bij te maken. Een laatmes en een manenkam kunnen het ruitersknipmes nog vervolledigen (1). Al deze werktuigen worden veilig in het hecht gevouwen dat uit hoorn, been, hout of plastic is vervaardigd. Zie ook zakmes. [MOT] (1) Een pincet zoals op inv. nr. MOT V 2005.0013 lijkt vrij weinig courant.
Rozetijzer (o.)
Een rozetijzer bestaat uit een metalen vormpje. Er bestaan verschillende vormen zoals harten, vlinders, sterren, bloemen, spiralen, enz. op een lange (ca. 20-30 cm), L-vormige metalen steel, eventueel met een houten handvat; ook bestaan er rozetijzers met twee stelen, waarop men twee vormen tegelijk kan steken. Wanneer men het ijzer in hete frituurolie dompelt en vervolgens in frituurdeeg, loopt het vormpje vol met beslag. Het met beslag bedekte ijzer wordt nu opnieuw in de olie gehouden tot het koekje goudgeel en knapperig is. Een ander model van rozetijzer heeft de vorm van een geribd afgeknotte kegel of bol, al dan niet uitgehold, voor het maken van timbaaltjes. Nadat men dit ijzer in het beslag heeft gedoopt, zonder dat het deeg de bovenzijde bereikt, laat men het afkoelen tot het gevormde deegpotje los komt. [MOT]