Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 4,741 - 4,750 15,585 resultaten gevonden
Messenslijper (m.)
Keukengerei waarmee men messen kan slijpen. Het heeft een slijpgleuf met aan weerszijden kleine stalen schijfjes (ca. 1,5 cm) die meedraaien als men het mes er over haalt, wat maar in één richting kan. Met enkele krachtige bewegingen, maar niet te hard drukken, wordt het mes geslepen. De messenslijper kan een tafelmodel zijn of een handmodel, bevestigd in een recht hecht. De messenslijper kan ook gecombineerd zijn met andere keukeninstrumentjes zoals een flesopener voor kroonkurk en zelfs een glassnijder. Keukenmessen kunnen ook geslepen worden op een wetstaal of eventueel op een heel gladde wetsteen. [MOT]
Mayonaiseroerder (m.)
Met een mayonaiseroerder kan men mayonaise, slagroom, eiwit, enz. roeren. Het bestaat uit een glazen bokaal of plastic (maat)beker met een plastic deksel. Doorheen het deksel kan een as - met aan het uiteinde een plaatje met vier gaffelvormige ijzers - gestoken worden, die met een draaizwengel vastgezet en in beweging gebracht wordt. Aan de rand van het deksel bevindt er zich een trechter voor de olie. Bij sommige modellen kan met behulp van een druppelteller - een staafje met twee gleufjes aan het benedenuiteinde en een kegelvormig kopje - de hoeveelheid olie die in de bokaal terechtkomt, geregeld worden. Andere modellen hebben een bijbehorende dooierscheider. Er bestaan ook mayonaiseroerders die als citruspers kunnen gebruikt worden. Daarvoor draait men het deksel los en verwijdert men de zwengel en de as. De druppelteller wordt in de kop van het deksel - die de vorm heeft van een afgeknotte kegel - bevestigd; zo verschijnt er een perskegel waarop een halve citrusvrucht kan uitgeperst...
Metaalponstang (v.)
In metalen platen drijft men een gat met een doorslag. Voor dunne platen (tot 0,5 mm) kan men de metaalponstang gebruiken. Deze lijkt sterk op de holpijptang, maar de holpijp is vervangen door een verwisselbare hippel, d.i. een stalen cilindervormige pen (diam. ca. 1-8 mm). Het materiaal is immers vaak te hard voor een holpijp. Op de andere kaak zit een holle cilinder waar de hippel in past. Een bladveer opent de tang automatisch. Voor bijzondere bewerkingen zoals bijvoorbeeld het ponsen van spatborden maakt men gebruik van een spatbordponstang. [MOT]
Mestbijl (v.)
Bijl met hoog (ca. 30 cm), zwaar en dik (ca. 4 mm) ijzeren blad en boogvormige snede, dat door middel van een oog of dille verbonden is aan een houten steel (ca. 90 cm). De mestbijl wordt gebruikt om de aangestampte mest -in de potstal of buiten - door te hakken, dit in tegenstelling tot de zodensteker waarmee gestoken wordt. Zie ook zodenbijl. [MOT]
Melkzeefje (o.)
Klein, cirkelvormig (ca. 10 cm doorsnede), vlak met opstaande randen of lichtjes holrond zeefje van aluminium of email om het vliesje dat zich op gekookte melk vormt, te verwijderen. Te onderscheiden van het theezeefje. [MOT]
Naafboor (v.)
De naafboor is een zware avegaar met schulpboorijzer (zie glossarium) om het gat dat met een lepelboor (zie glossarium) door de naaf geboord werd, te verbreden (1) (zie ook naafguts). Om het werktuig te doen draaien, is een betrekkelijk grote kracht nodig. Daarom wordt de kruk soms verlengd door een staak van 2-3 m, die er door middel van een ring op bevestigd is. Soms ook is de kruk zelf tot twee meter lang. Op sommige naafboren steekt de angel in de punt van een zwaar gaffelvormig stuk hout. Door de gaffel wordt een lange staak gestoken. Het naafgat wordt geboord wanneer de spaken, meestal met de velgen, in de naaf steken. Het wiel wordt hetzij op twee balken op de grond gelegd, hetzij op een raam vastgemaakt. Wanneer de kruk zeer lang is, draaien helpers rond het wiel. Aan het uiteinde van het boorijzer - ook op sommige pompschulpboren - is vaak een haak gesmeed. Voor de ene dient hij om het boorsel uit te trekken (2), voor de andere om het werktuig door middel van een schroef of een...
Moutspaan (v.)
Tijdens het brouwen van bier wordt het gemalen mout beslaan, d.i. met water in de beslagkuip dooreen gemengd en opgeschud, met de moutspaan. De moutspaan bestaat uit een plat blad (ca. 25-30 cm bij 15-20 cm) in de vorm van een rooster, dat door middel van een dille aan een dikke (ca. 3-5 cm) en lange (ca. 180 cm) houten steel is bevestigd. Het kan ook een geheel houten werktuig zijn, met nagenoeg dezelfde vorm. [MOT]
Naafguts (m.)
Zware guts met vouw aan de binnenzijde en een licht hol blad dat in een houten handvat met 2 beslagringen steekt. In verhouding tot de hele lengte van het werktuig (ca. 35-46 cm) heeft de naafguts een kort blad en een breedte die varieert tussen ca. 2-8 cm. De wagenmaker gebruikt de naafguts om een gat in de naaf van het wiel breder uit te hakken. In dat gat drijft hij een ijzeren, soms bronzen, naafbus in, die sleet voorkomt en de wrijving van de as vermindert. Met hetzelfde doel kan de wagenmaker ook een naafboor gebruiken. Te onderscheiden van de timmermansguts. [MOT]
Mijnwerkerszaag (v.)
Hoewel vooral de mijnwerkersbijl voor het beschoeien van de mijngangen gebruikt wordt, wordt daarvoor ook soms een zaag gebezigd. Het is een vouwbare zaag met stijf, op het einde afgerond blad (ca. 35-45/4-5 cm). Dat blad is door middel van een spil op een recht hecht van dezelfde lengte bevestigd. Voor het vervoer komen de tanden in de gleuf van het hecht. Soms echter is het blad vast. Het hecht is dan korter en de zaag wordt in een houten koker gedragen. [MOT]
Muskaatrasp (v.)
Meestal halfronde, maar ook wel eens volledig ronde langwerpige metalen rasp van plaatijzer waarmee muskaatnoten fijn geraspt kunnen worden. Deze raspen hebben een apart plaatsje waar de noten bewaard kunnen worden, veelal bovenaan en met een klepje afgesloten. De rasp kan ook in een houdertje geplaatst zijn waarin zowel de noten bewaard kunnen worden als waarin de fijn geraspte nootmuskaat in opgevangen kan worden. Zie ook muskaatmolen. [MOT]