Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 4,881 - 4,890 15,585 resultaten gevonden
Kruimelschep (v.)
Kleine houten, koperen, zilveren, verzilverde of vergulde – nu ook van plastic - schep, ca. 20 tot 27 cm breed, voorzien van een handvat. De kruimelschep dient om de kruimels van de tafel op te vangen die bijeen worden gebracht door een kruimelschuier of een kruimelveger. Veelal vormt het hiermee dan ook een geheel. [MOT]
Lookpers (v.)
In plaats van look heel fijn te snijden of in een vijzel te pletten, kan men het ook persen. De lookpers bestaat uit hefbomen van de tweede soort. Een ervan is naast het scharnier breder en geperforeerd. De andere is eveneens breder en vormt een drukplaatje dat in het eerstgenoemde past. Men plaatst het teentje tussen de twee armen en drukt de tang dicht. Zo wordt het look door de gaatjes geperst. De tang kan zowel uit metaal als uit plastic vervaardigd zijn. Op sommige modellen kan één arm 360° rond het scharnier draaien. Het werkend deel is dan voorzien van plastic nopjes die de achtergebleven restjes look uit de gaatjes verwijderen. Soms zijn de armen uitneembaar om het schoonmaken te vergemakkelijken. Deze modellen zijn soms ook voorzien van een extra zeefje met kleinere gaatjes voor een fijner resultaat. Andere modellen zijn gecombineeerd met een ontpitter (zie V 89.0005). [MOT]
Loodklopper (m.)
De loodklopper is een langwerpige (ca. 30-35 cm) monoxiele klopper met een rechte steel die gebruikt wordt om bladlood te bewerken en effen te slaan. Het gedeelte waarmee men klopt, kan bovenaan halfrond zijn en onderaan zowel vlak als in de lengte gebogen ofwel rechthoekig zijn, vlak of gebogen. In het laatste geval lijkt hij enigszins op de wasklopper en de kurkenklopper, maar hij is smaller (ca. 5-7 cm). De loodklopper kan ook driehoekig van doorsnede zijn, zodat makkelijker in hoeken gewerkt kan worden. Doorgaans is hij van azijnhout. Zie ook grondstamper. [MOT]
Luciferstrijker (m.)
Stenen pot (ca. 10 cm doorsnede; ca. 10 cm hoog) in de vorm van een afgeknotte kegel of bol (ca. 7 cm doorsnede), met een horizontaal geribbelde of ruwe buitenzijde waarlangs men een lucifer strijkt om deze vuur te laten vatten (1). In de pot is er bovenaan een holte voorzien waarin de lucifers rechtop worden gezet. Onder de bolle strijkpot is een schoteltje (ca. 13 cm doorsnede) aangebracht om de opgebrande lucifers op te leggen. [MOT] (1) Dat lukt enkel met de lucifers die men vroeger gebruikte; de hedendaagse veiligheidslucifers zullen geen vuur vatten als men ze over de ribbels strijkt.
Margrietje (v.)
Het margrietje (1) is een metalen, meestal messing, steeksjabloon met een diameter van ca. 5 cm, om met gekleurd garen bloemenmotieven te naaien in de vorm van margrietjes. Deze werden verwerkt in bv. bovenkleding en borduurwerk.Wanneer de bloem is afgewerkt, kan je door een korte draai aan de knop de priempjes naar binnen klikken, zodat de lusjes vrijkomen, waarop je de bloem eenvoudig uit het patroon kan halen (2).Tot hetzelfde doel zijn ook diverse sjablonen en toestelletjes in kunststof ontwikkeld, zowel voor hobbyisten als knutselaars en kinderen. [MOT](1) Eigen benaming onbekend.(2) Het gebruik wordt getoond in deze cataloog uit 1970 en in dit filmpje.
Luizenkam (m.)
Een luizenkam is een plastic, hoornen of metalen kam met hele fijne (ca. 1 mm), tegen mekaar staande tanden. Hij wordt gebruikt om neten uit haren te verwijderen. Doordat de tanden tegen mekaar staan, kunnen de neten er niet doorheen en worden ze uit het haar gekamd. [MOT]
Magneetsleutel (m.)
Heel kleine (ca. 6 cm) steeksleutel, meestal gecombineerd met een voelmaat, en vaak met een ringsleutel, een schroevendraaier en een magneetvijl. Er bestaat ook een set magneetsleutels van verschillende maten. De magneetsleutel wordt gebruikt op inductieklossen en stroomverdelers. [MOT]
Maatbeker (m.)
Beker - met of zonder oor of uitschenktuit - waarop maateenheden van verschillende droge ingrediënten (zout, suiker, bloem, enz.) en/of vloeistoffen op aangeduid staan. Hij kan van plastic, glas, plaatijzer, aluminium, roestvrij staal of polypropyleen zijn; de maateenheden kunnen aan de binnen- of buitenzijde staan en in druk of in reliëf weergegeven zijn. Sommige maatbekers hebben een deksel. Zie ook kurkentrekker. [MOT]
Metselaarshouweeltje (o)
Het metselaarshouweeltje (1) is een handwerktuig dat door de metselaar en stukadoor voor allerlei werk wordt gebruikt; bv. om voegen uit te kappen, om gaten en sleuven in metselwerk te maken, om oude pleisterlagen te verwijderen en om de rand van pleisterwerk schoon te hakken om er nieuw pleisterwerk op te doen aansluiten. Het werktuig verschilt van de kaphamer en van andere houwelen door zijn formaat en door de twee bijlvormige snedes, die meestal haaks op elkaar staan, zoals bij een polka, waarmee hij vaak wordt verward. Het metselaarshouweeltje is lichter (400-800 gr, max. 1 kg) en de steel is kort (ca. 35-40 cm). Het blad met de snede haaks op de steel is licht naar beneden gericht of gebogen, waarmee het zich onderscheidt van de bikhamer. [MOT] (1) Eigen benaming. In het Frans is de term décintroir algemeen verspreid. Soms wordt kaphamer gebruikt maar het gaat niet echt om een hamer. GROOTAERS L. Schoolwoordenboek sv décintroir geeft bikhamer en metselhamer als vertaling.
Metaalzaag (v.)
Handwerktuig met een smal (ca. 1-2,5 cm), stalen zaagblad met heel fijne tandjes, ofwel bevestigd aan een handvat ofwel - wat vaker voorkomt - in een beugel. Het handvat kan recht zijn of de vorm hebben van een open of gesloten pistoolkolf. De vertanding, die van het handvat weg gericht staan, hangt af van het soort metaal dat gezaagd moet worden: hoe dunner of hoe harder het materiaal, hoe fijner de tanden moeten zijn. De beugel is soms verstelbaar om diverse bladlengten te kunnen gebruiken. Er bestaat ook een klein (ca. 10 cm) zakmodel met schroef waarbij het blad tegen het handvat kan gedraaid en vastgezet worden. [MOT]