Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 4,931 - 4,940 15,585 resultaten gevonden
Pannenkoektang (v.)
Zeldzame plastic U-vormige tang (ca. 10 cm lang) - te onderscheiden van de fototang - die men kan dichtknijpen. Zo kan er een pannenkoek mee vastgenomen worden om deze vervolgens op deze wijze op te eten. Zie ook aardbeientang. [MOT]
Pannenspons (v.)
Met een pannenspons kan men tijdens het afwassen vuile pannen proper schuren. Het bestaat uit een schuursponsje uit gegalvaniseerd ijzergaas, al dan niet bevestigd aan een plastic steel.  Zie ook vaatborstel en schuurmaliën. [MOT]
Palingschaar (v.)
O.m. in België en Nederland verboden (1) vistuig om aal en paling (2) in de modder van rivieren en binnenwateren te steken. Het dier raakt tussen de bladen van de palingschaar geklemd, in tegenstelling tot bij vissperen met weerhaken, zoals de botprik, waarmee men de vis doorboort (3). Ze bestaat uit een metalen vork met 3 à 7 stevige, platte, brede (ca. 5 cm), dicht bijeenstaande bladen en een lange (ca. 1,20-10 m) (4) houten steel met dille. De bladen - die aan de binnenzijde voorzien zijn van inkepingen of van een scherpe zijde - zijn waaiervormig geschikt en met een dwarsverbinding samengehouden (5). In de Zuiderzee maakte men ook gebruik van een "(zeil)elger", een hark met scherpe punten, die door een bootje werd getrokken. In 1911 werd dit vistuig verboden (6). Te onderscheiden van de vuurzweep. Zie ook palingtang en veerharpoen. [MOT] (1) Gelegenheidsvissers gebruikten de palingschaar tot na W.O. II (JOHNSON: 107). In 1929 werd ze nog te koop aangeboden bij Léon Seutin (Grétrystraat...
Pennensnijder (m.)
De pennensnijder is een handwerktuig om een ronde pen te snijden aan een spaak van een wiel, als alternatief voor het courante recht trekmes. De wagenmaker hanteert het nadat hij de spaken in de naaf heeft geklopt, de velgen heeft gepast en met de voorsnijder voor wielspaken (1) een taps uiteinde aan de spaak heeft gesneden. De stoelenmaker hanteert de pennensnijder voor de uiteindes van de spaken (ook dwarshout of sporten genoemd) die in de poten van de stoel worden geslagen. Er bestaat een grote verscheidenheid aan vormen, afmetingen en patronen. De pennensnijder bestaat meestal uit een cilindervormig ijzeren lichaam en eindigt in een rond blok voorzien van een opening (ca. 1-4 cm) in het midden en 1 of 2 schaafmessen die haaks op de opening staan en door het blok steken. De meeste modellen hebben een instelbare diepteaanslag. Een ander model kan een tapse pen snijden (2). De pennensnijder past doorgaans in een booromslag om het werktuig te roteren. Oudere, niet verstelbare modellen...
Pensleutel (m.)
Met de pensleutel worden verzonken ringmoeren, voorzien van een uitsparing in het bovenvlak, aan- of losgedraaid (bv. van een slijpschijf op een haakse slijper). Afhankelijk van de ringmoer eindigt het werkend deel met pennen of nokken. Die laatste zijn meestal haaks omgebogen uiteinden. De fietsenmaker gebruikt een pensleutel om bv. de trapasmoer te verwijderen. Deze kan gecombineeerd zijn met een ringsleutel of een conussleutel, of in de vorm van een pincet bestaan. zie ook haaksleutel, fietssleutel (ringsleutel). [MOT]
Paternoster (loodgieter) (m.)
Touw met een reeks (ca. 10) houten kralen - waarvan één zijde de vorm heeft van een afgeknotte kegel (1) - van variërende diameter (ca. 2-15 cm), afhankelijk van de binnendiameter van loden buizen, die genormaliseerd is. Voor de vierkante loden regenpijpen bestaat een paternoster met rechthoekige blokjes waarvan de hoeken afgerond zijn (2). De loodgieter gebruikt de paternoster om een loden buis te buigen zonder deze plat te drukken. Het werktuig wordt door de buis getrokken; deze kan nu zonder scherpe knikken te veroorzaken, gebogen worden. Ook wordt de paternoster door een loden buis getrokken om er een deukje uit te duwen. [MOT] (1) Niet te verwarren met het rak van een zeilboot, waarvan de bollen sferisch zijn. (2) Bv. WOOLGAR: 89.
Peilglassnijder (m.)
Op ketels en machines worden soms peilglazen gemonteerd, waarin men het niveau van een vloeistof, vaak water of olie, kan nazien. Die peilglazen worden gesneden van langere glazen buizen met behulp van een speciale glassnijder. De peilglassnijder is een tangvormig werktuig. Op een van de kaken staat een graduatie, een geleider en een snijwieltje; op de andere, een aanslag. De eerste kaak wordt in de glazen buis gestoken totdat deze tegen de geleider komt. Het werktuig wordt toegeknepen en rond het buisje gedraaid. Het snijwieltje krast het glas in. Een ander model bestaat uit een stang met graduatie, een geleider en op het ene uiteinde een (vervangbaar) snijwieltje. Op het andere uiteinde is de stang voorzien van een handvat en een hendel. Het werktuig wordt in de glazen buis gestoken totdat deze tegen de geleider komt. De duim drukt de hendel in zodat het snijwieltje tegen het glas wordt gedrukt. Met de andere hand draait men het buisje rond tot het is ingesneden (1). Zie ook snijpasser...
Penwortellichter (m.)
Twee- of drietandig metalen vorkje (ca. 3-5 cm; lengte totaal ca. 25-30 cm) waarmee de tuinier onkruid met penwortel uittrekt. Het blad kan recht zijn maar vaak is het gebogen om een steunpunt te geven bij de hefboomwerking. Hiervoor is soms ook een metalen lus (diam. ca. 4 cm) bevestigd juist boven de tanden. Het hecht van dat model is langer (lengte hecht ca. 30 cm; lengte totaal ca. 50 cm) Te onderscheiden van de penwortelsteker, het wiedvorkje en de aspergeguts. Zie ook distelsteker, plantschopje en penworteltrekker. [MOT]
Patroonkruller (m.)
Nadat een hagelpatroon gevuld en afgedekt is met een kartonnen sluitplaatje wordt de bovenrand van de (kartonnen) huls zeer regelmatig en recht naar beneden omgekruld met de patroonkruller. Het resultaat, de rolkrimp, duwt dan correct, dus niet te hard, het sluitplaatje tegen de hagel die nu opgesloten zit in de huls. Het toestel wordt op een tafel vastgeschroefd. De hagelpatroon wordt met de opening naar de zwengel toe in de conische geribde geleider gestoken. Men duwt de hendel, zodat de geleider de huls lichtjes bijeendrukt en draait gelijktijdig aan de zwengel voorzien van een profiel dat in de huls past. Door het samen duwen en draaien wordt de rand van de huls naar binnen omgevouwen (1). [MOT] (1) Manufrance (1931): 117, model nr. 5-655.
Pelijzer (o.)
Met het pelijzer hakt de steenhouwer smalle sleuven, kielgaten uit natuursteen om deze te ontginnen. Het is een zware, geheel metalen beitel (ca. 15-20 cm lang) met smalle (0,5-1 cm), rechte of bolronde snede. Het geheel is rechthoekig of achthoekig in doorsnede. Te onderscheiden van de ritsbeitel voor metaalbewerking. [MOT]