Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 4,941 - 4,950 15,508 resultaten gevonden
Kuipersbijl (v.)
Duigen worden gekloofd. Vervolgens bewerkt de kuiper de stukken op een kapblok. Hij houwt de brede zijden om een nagenoeg vlakke binnenzijde en een enigszins bolronde buitenzijde te bekomen. Van de uiteinden van beide smalle zijden hakt hij een lange driehoek af opdat de duig breder zou zijn in het midden dan aan de uiteinden. Dat gebeurt met een  duigenhouwer of met een bijl. De kuipersbijl (1) is een brede (ca. 20-25 cm) bijl van ca. 1,5 kg met één vouw, waarvan het vaak T-vormig blad niet in de as van de steel ligt. Ijzer en steel zijn door een dille of door een oog verbonden; dat laatste is steeds omgeplooid (zie glossarium). De 30-40 cm lange steel wordt met één hand gevat. In Frankrijk komt een veel zwaarder (tot 5 kg) en breder (tot 40 cm) rechthoekig blad voor waarvan vele verschillende vormen bestaan (2). De steel is ca. 40 cm lang en wordt dicht bij het ijzer gevat, zijn uiteinde rust op de dij van de kuiper. [MOT] (1) Ook baars (het W.N.T. geeft als tweede betekenis holmes...
Kuipersdissel, holle (m.)
Sommige kuipers gebruiken een holle dissel (1) van ca. 0,5-1 kg, met sterk gebogen en breed (9-13 cm) blad om de binnenzijde van de duigen, waar de kroos uitgeschaafd of uitgezaagd zal worden, effen te houwen. De holle dissel vervangt dan de kuipersboogschaaf of het kroostrekmes. De afmetingen van het werktuig verschillen naargelang de grootte van de ton. Aangezien de holle dissel haaks tegenover de richting van de vezels hakt, moet hij zeer scherp zijn. De snede moet enigszins schuin op de vezels vallen om het hout niet te doen barsten. Het werktuig wordt ook soms gebruikt i.p.v. de rechte kuipersdissel om de kim af te schuinen. Het wordt dan met beide handen gevat (2). [MOT] (1) Fr.: paroir de tonnelier. Het woord paroir duidt ook het krammes van de klompenmaker aan. (2) Bv. RENARD 1921: 180.
Kuipersboogschaaf (v.)
Wanneer de hoepels rond de duigen gedreven zijn, moet de kroos uitgesneden worden om er de bodem in te kunnen steken. Vooraleer de kuiper met de kroosschaaf of de krooszaag te werk gaat, moet hij het binnenste van de ton, waar de kroos gesneden zal worden, effen maken; de naast elkaar geplaatste vlakken van de duigen vormen immers een veelhoek. Dat geschiedt met behulp van een kleine holle kuipersdissel, van een kroostrekmes of van de kuipersboogschaaf. De kuipersboogschaaf (1) is een brede bolronde boogschaaf die in de breedte ook bolrond is. Ze is dikwijls van een geleider voorzien en wordt zoals de kroosschaaf gehanteerd. De kuiper beschikt over een stel kuipersboogschaven van verschillende grootten. [MOT] (1) Eigen benaming onbekend. Is de gerfschaaf of beugelschaaf (KARMARSCH: 1.737) een kuipersboogschaaf? De beschrijving is niet duidelijk.
Krultang (lokkentang) (v.)
Met een lokkentang zet men haar in de krul. Het is een tang met een dubbele en een enkele of drievoudige kaak die het haar in de gewenste vorm perst. Bij deze groep hoort ook nog de tang met verschuifbare kaak, die het haar in twee richtingen doet krullen. Een gelijkaardige tang is gebogen en heeft een brede holle kaak van plaatijzer. Zij werkt enkel door druk. Zie ook krulstok, papillottang en friseertang. [MOT]
Kruimelschuier (m.)
Om makkelijk kruimels van stoffen tafellakens te vegen, kan je gebruik maken van het rolschuiertje, de kruimelveger of de kruimelschuier. Deze laatste bestaat uit een recht of gebogen (1) borstellichaam en een korte steel in het verlengde ervan. Hij is van metaal (koper, zilver, goud), hout, papier-maché of van plastic. Veelal is de kruimelschuier gecombineerd met een kruimelschep. Soms vormt het een set met kruimelschep, kruimelveger en een broodmand. [MOT](1) Het gebogen model gelijkt sterk op een zijdelings gebogen hoedenborstel.
Kruishak (v.)
De kruishak (D Kreuzhaue) is een samengesteld werktuig met een combinatie van een hak en een bijl, gebruikt door onder meer boomkwekers en ontginners. Hij is net als de aks geschikt voor het rooien van struiken en bomen en het verwijderen van wortels (1). De kruishak is te onderscheiden van de houweel en de timmermansdissel. (1) Functie aangereikt door gereedschapsfabrikant Müller Zeughammerwerk.
Kruimelveger (m.)
Om makkelijk kruimels van stoffen tafellakens te vegen, kan je gebruik maken van het rolschuiertje of de kruimelveger. Deze laatste bestaat uit een kleine rechthoekige (ca. 20-25 cm) schep met drie opstaande randen. De zijde waarmee men de kruimels verzamelt, is afgeschuind. De handgreep staat parallel aan deze zijde. Hij is van metaal (koper, zilver, goud), hout, papier-maché of van plastic. Veelal is de kruimelveger gecombineerd met een kruimelschep. Soms vormt het een set met kruimelschep, kruimelschuier en een broodmand. [MOT]
Kruimelschep (v.)
Kleine houten, koperen, zilveren, verzilverde of vergulde – nu ook van plastic - schep, ca. 20 tot 27 cm breed, voorzien van een handvat. De kruimelschep dient om de kruimels van de tafel op te vangen die bijeen worden gebracht door een kruimelschuier of een kruimelveger. Veelal vormt het hiermee dan ook een geheel. [MOT]
Lookpers (v.)
In plaats van look heel fijn te snijden of in een vijzel te pletten, kan men het ook persen. De lookpers bestaat uit hefbomen van de tweede soort. Een ervan is naast het scharnier breder en geperforeerd. De andere is eveneens breder en vormt een drukplaatje dat in het eerstgenoemde past. Men plaatst het teentje tussen de twee armen en drukt de tang dicht. Zo wordt het look door de gaatjes geperst. De tang kan zowel uit metaal als uit plastic vervaardigd zijn. Op sommige modellen kan één arm 360° rond het scharnier draaien. Het werkend deel is dan voorzien van plastic nopjes die de achtergebleven restjes look uit de gaatjes verwijderen. Soms zijn de armen uitneembaar om het schoonmaken te vergemakkelijken. Deze modellen zijn soms ook voorzien van een extra zeefje met kleinere gaatjes voor een fijner resultaat. Andere modellen zijn gecombineeerd met een ontpitter (zie V 89.0005). [MOT]
Maastang (v.)
De maastang (1) is een handwerktuig om kousen en alle breigoed te stoppen of te versterken. Ze kan ook worden gebruikt voor het maken van naaigarnituur zoals franjes, rozetten, enz. De tang bestaat uit verschillende onderdelen: een schaarvormig werktuig met als werkend deel 6 vervangbare naalden (ca. 6,5 cm), een kammetje waarvan de 6 punten in haakjes eindigen en een doorsteker (voor naald). "Bij het stoppen van bv. een gat in een kous neem je de stof tussen duim en vingers en de maastang vat je bij de naalden in de andere hand. Op enige afstand van het gat breng je alle naalden in de stof om zo steken op de naald te nemen. Stop bij het begin van het gat. Neem draad waarmee je het gat wil stoppen en plaats deze telkens, van links naar rechts, tussen de 2 rijen naalden waarmee je een op en neergaande bewegingen maakt. Doe dit tot het de lengte van het te stoppen gat heeft. Neem aan het andere uiteinde van het gat opnieuw enkele steken op. Steek een nieuwe draad, met behulp van de doorsteker...